De sluiswachter van de IJzer
Mijn grootmoeder kende Hendrik Geeraert… Een onbehagelijk gevoel overvalt me en ik kan het niet onmiddellijk thuisbrengen. Mijn grootmoeder heeft een Belgische volksheld gekend over wie ik tot voor kort nooit hoorde. Niet zomaar een held, lees ik, maar ‘de verpersoonlijking van het burgerverzet tegen de Duitse invaller.’ Een superheld dus. Ze maakte zijn begrafenis mee. Na de Tweede Wereldoorlog dook hij opnieuw op, weet ze, op een biljet van duizend frank.

Tegenwoordig is de nautische wereld van Hendrik Geeraert en Karel Cogge in niets opgelost. De toerist merkt in Nieuwpoort niet dat het sluizencomplex na langdurige beschietingen centimeters verschoof. De toerist merkt niet dat de twintig sasmeesters vervangen zijn door een handvol sluiswachters. De vroegere dienst van zeven uur ‘s morgens tot zeven uur ’s avonds is nu klokronde permanentie. De sluiswachters ruilden hun handenarbeid in open lucht in voor een zittend bestaan in hoogtechnologische ergonomie, met chauffage en airco. Contact met schippers, een pint of een druppel zit er niet meer in. Nu drinken watertoeristen het aperitief op hun plezierbootdek. Pleziervaart en watertoerisme kwamen in de plaats van het vrachtvervoer. Van noeste arbeid langs de waterweg is geen sprake meer.
Wat ooit de werkplaats en de woning van een sluiswachter was, is anno 2014 een hypermoderne controlecabine. Met wat fantasie lijkt het bouwwerk in zijn strakke vorm op een oud, stomend vrachtschip. De architect goochelde met drie strakke volumes en evenveel kleuren. De grijze stuurcabine, een toefje rood onder de stoompijp en een zwarte laadruimte. Privévertrekken zijn er niet meer. Ik heb er een afspraak met twee sluiswachters, Bernard en Ramon. Binnenvaartbegeleider is de officiële beroepsnaam. Van op hun bureaustoel en controletableau sturen ze het waterverkeer in correcte banen.
Boek: De sluiswachter van de IJzer
Bekijk dit boek bij:
