De Belgische taalkundige Toon Van Hal heeft in een klooster in Monte Compatri een verloren gewaand achttiende-eeuws manuscript over het Sanskriet gevonden. De universiteit van Potsdam heeft dat maandag bekendgemaakt.
In het Karmelietenklooster van Monte Comprati, een plaats ongeveer twintig kilometer ten zuidoosten van Rome, vond de linguïst de zogenaamde Grammatica Grandonica.
Dit manuscript werd in de achttiende eeuw geschreven door de jezuïet Johann Ernst
Hanxleden (1681-1732) en is de oudst bekende Europese tekst waarin geschreven wordt over de grammatica van het Sanskriet, een oude Indo-Arische taal.
De afgelopen decennia was onbekend waar het manuscript was. De auteur van het manuscript werd in 1681 geboren bij Osnabrück en woonde en werkte van 1701 tot zijn dood in 1732 als jezuïet in Kerala, een provincie in het zuidwesten van India. In deze periode leerde hij onder meer Malayalam, de taal die de inwoners van Kerala spreken.
Ook wist hij twee brahmanen zover te krijgen dat ze hem het Sanskriet leerden. Dit was bijzonder want normaal gesproken werd deze taal niet aan buitenstaanders geleerd. Dankzij de lessen slaagde Johann Ernst Hanxleden erin een werk te schrijven over de grammatica van het Sanskriet: Grammatica Grandonica.
Het manuscript van Hanxleden werd nooit gedrukt. Het eerste werk over de grammatica van het Sanskriet dat is gepubliceerd, werd geschreven door de zendeling Paulinus a Sancto Bartholomaeo (1748-1806) en is zestig jaar ouder. Ook Bartholomaeo schreef zijn manuscript tijdens een verblijf aan Kerala. Hij werd er echter van beschuldigd het manuscript van Hanxleden simpelweg te hebben overgeschreven.
Dankzij de vondst van de Grammatica Grandonica kan nu nagegaan worden of die beschuldiging terecht is. De herontdekking van het oude manuscript is sowieso interessant voor taalkundigen omdat het Sanskriet een van de oudste telgen van de Indo-Germaanse taalfamilie is en als basis dient voor historisch onderzoek naar Europese talen.