Van origine ben je Amerikadeskundige en de afgelopen jaren heb je voornamelijk geschreven over moderne en nieuwe geschiedenis. Waarom in je laatste boek deze switch naar een onderwerp in de oude geschiedenis?
“Er zijn eigenlijk twee redenen waarom ik vorig jaar me in het Romeinse Rijk ben gaan verdiepen. Enerzijds is dat de impact van mijn bezoek aan Rome. Een paar jaar geleden bezocht ik de stad voor het eerst, en, zoals ik ook beschrijf in de introductie van het essay, heeft dit een onuitwisbare indruk op me gemaakt. Collecties van de historische musea en klassieke gebouwen zoals het Pantheon stimuleren in hoge mate de verbeelding. Anderzijds had ik door de jaren heen een aardige boekencollectie opgebouwd over de val van het Romeinse Rijk. Ik ben een boekenliefhebber en publicaties over bepaalde onderwerpen kan ik gewoonweg niet laten staan. Zo ook met dit thema. Dus toen het weer tijd werd voor mijn jaarlijkse zomerproject, dacht ik, misschien is het een goed moment om er eindelijk iets mee te gaan doen.”
Je noemt de publicaties die uit deze zomerprojecten voortkomen geen “boeken” maar “essays”. Waarom is dat?
“Etymologisch verwijst het woord “essay” naar het doen van een poging tot iets, of het proberen van iets. Dat is eigenlijk precies wat mijn zomerprojecten zijn. Drie maanden lang verdiep ik me in een onderwerp, lees er een selectie boeken over, en probeer er dan iets zinnigs over op papier te zetten. Ik pretendeer niet ineens alles van zo’n onderwerp af te weten, maar denk wel dat ik de geïnteresseerde lezer een mooi kader kan bieden. De resulterende boekjes moeten worden gezien als een uitgangspunt: op het moment dat de lezer dit essay uit heeft, is deze hopelijk nieuwsgierig geworden en gaat hij of zij zelf op zoek naar meer informatie.”
Juist omdat essays vaak een experimenteel of associatief karakter hebben, kennen ze een sterk persoonlijke signatuur van de auteur. Wat heeft de lezer eraan dat uitgerekend jij het onderwerp van het einde van het Romeinse Rijk bespreekt?
“Een essay heeft inderdaad een persoonlijke signatuur, niet in de laatste plaats omdat mijn hoofd de cover siert. Bij elke publicatie vraag ik de uitgever of dit niet anders kan, maar om marketingredenen verschijnt mijn gelaat iedere keer weer op de voorpagina. Menig recensent beticht mij van ijdeltuiterij, maar daar is in deze geen sprake van. Daarnaast, sinds ik met pensioen ben hoef ik me niet meer te voegen naar de kaders van de universiteit. In principe kan ik schrijven waarover ik zelf wil. Daar zijn deze zomerprojecten het resultaat van. In de keuze van de onderwerpen laat ik me leiden door mijn eigen verbazing en nieuwsgierigheid. In de wereld van de oude geschiedenis is vooral de val van het Romeinse Rijk een veelbesproken onderwerp. Hier zijn dan ook een enorm aantal boeken over verschenen, waarmee ik weer uit de voeten kon. Hoe kon het zo zijn dat het West-Romeinse Rijk relatief snel verdween, terwijl het Oost-Romeinse Rijk nog voor langere tijd een veel stabielere factor bleef in de wereld? Dat is toch een fascinerende vraag! Door vanuit mijn eigen nieuwsgierigheid te vertrekken, hoop ik lezers die nog niet al te veel voorkennis hebben er ook voor te kunnen interesseren.”
De vraag of zo’n enorme teloorgang als die van het West-Romeinse Rijk in onze tijd weer zou kunnen gebeuren is in de geschiedschrijving een vraag die voor veel discussie zorgt. Sommigen proberen gretig een antwoord te formuleren, anderen vinden dat dergelijke vragen niet eens gesteld moeten worden. Hoe sta jij daar in?
“Ik begrijp die fascinatie voor de link tussen het verleden en heden heel goed, helemaal als het over een tijdperk en geografische regio gaat die een cruciale rol spelen in de voorgeschiedenis van onze cultuur. Daarom snap ik wel dat men graag de analogie maakt tussen het Romeinse Rijk en de hedendaagse geopolitieke situatie. Wat veel voorkomt is de vergelijking van de veronderstelde aftakeling van de Amerikaanse macht en de teloorgang van het West-Romeinse Rijk. Zinvol is die vergelijking echter niet. De huidige VS en het Romeinse Rijk zijn onvergelijkbare grootheden. Het Romeinse Rijk was de facto een Derde Wereld-natie en de VS zijn zoals bekend een hoogontwikkelde industriële mogendheid.”
Als het niet is om lessen te trekken, wat is dan de reden om het verleden te bestuderen? Wat is voor jou de relevantie van de geschiedschrijving over het Romeinse Rijk?
“Vooropgesteld dat het vooral fantastisch leuk is te proberen te achterhalen wat er vroeger allemaal is gebeurd, is dit essay bedoeld om te lezen met gevoel voor de aanwezigheid van het verleden in het heden. Wat het Romeinse Rijk betreft ligt het hoogtepunt hiervan natuurlijk in Rome. Daar is het verleden werkelijk aan de orde van de dag. Maar dichterbij huis, in mijn woonplaats Utrecht en even daarbuiten in Bunnik, zijn allerlei restanten van de Romeinse tijd te vinden. Kijk om je heen, Rome is overal! En hoe leuk is het dan om daar iets vanaf te weten. Een wat serieuzer deel van het antwoord is dat het verleden ons allerlei problemen voorschotelt, die op zichzelf heel interessant zijn om ons in te verdiepen. En daarbij komt dat iedere generatie historici weer anders tegen bepaalde vraagstukken aankijkt. Dat maakt het op een gegeven moment razend interessant om even stil te staan en al die verschillende interpretaties en meningen op een rijtje te zetten. Soms zie je dat oudere interpretaties, na enige tijd vergeten te zijn, vanzelf hun weg weer terugvinden in de academie.”
Is dat ook je hoop voor wat de lezer uit dit essay zal halen?
“Hoewel het officieel niet meer bestaat is Rome tegelijkertijd nog overal aanwezig. Ik zou het mooi vinden dat het lezen van het essay mensen de ogen opent voor deze aanwezigheid of dat ze er zelfs actief naar op zoek gaan. Het is vooral bedoeld als intellectuele exercitie, zowel voor mij als voor de lezers die weinig van het onderwerp afweten. Gewoon, om te kijken hoever je kunt komen. Voor mij is dat iedere zomer weer een groot genoegen.”
Boek: Het einde van het Romeinse Rijk – Maarten van Rossem
Meer Romeinse Rijk