Een maliënkolder was een beschermend pak dat al in de Oudheid bestond en ook veel door ridders in de Middeleeuwen gebruikt werd. De constructie van een maliënkolder bestaat uit honderden ijzeren ringetjes, die in elkaar gevlochten zijn en zo bescherming bieden tegen wapens als zwaarden, pijlen, hellebaarden, messen, hamers en knotsen.
Vaak droeg een ridder of soldaat over of onder zijn maliënkolder nog een dikke leren jas (een wambuis) en extra harnas. Dat was sjouwen en zweten geblazen, nog voordat er gevochten werd. De extra bekleding moest aanvullende bescherming bieden tegen slagwapens.
Gebruik van de maliënkolder in het Romeinse leger: een dure ‘hobby’
De maliënkolder betond al in de Oudheid. Het oudst gevonden exemplaar van een maliënkolder is afkomstig uit een Keltisch vorstengraf en stamt uit de vierde eeuw v.Chr. Het werd gevonden bij de plaats Ciumeşti (Satu Mare) in Roemenië.
Gedurige enige tijd maakten de troepen van het Romeinse Rijk gebruik van dit soort beschermingspakken. Het probleem was echter dat het vervaardigen van maliënkolders erg duur was. Dit kwam door het dure materiaal (de ijzeren ringetjes) en de tijd die het kostte om een maliënkolder te maken. Elke ringetjes diende aan vier andere ringen vastgemaakt te worden. Met name het maken van de talloze ringetjes nam veel tijd in beslag en kostte dus veel arbeidsloon.
Andere nadelen van maliënkolders
Andere nadelen van de maliënkolder waren het feit dat ze erg zwaar waren. Zo is in het Rijksmuseum een maliënkolder te bezichtigen, uit circa 1450, van maar liefst 11 kilogram. Door het zware gewicht en het ijzeren materiaal was goed en snel manoeuvreren met een maliënkolder haast onbegonnen zaak. Er zijn panterss bekend uit de Middeleeuwen die zelfs nog zwaarder waren, zoals de zogeheten halsberg, die tussen 15 en 25 kilogram woog.
Betere techniek in dertiende eeuw
In de Middeleeuwen was de halsberg een veelgebruikt soort pantser. Deze zorgde voor extra bescherming van de hals. Dit type maliënkolder komt onder meer voor in de Karel-epiek (heldendichten op Karel de Grote) en in de legende van Koning Arthur en diens Ronde Tafel.
Gedurende de Middeleeuwen, in de dertiende werd de techniek achter het maken van de maliënpantsers verbeterd. Europese ijzersmeden ontdekten hoe ze metaaldraad konden vervaardigen. De stukjes draad konden eenvoudiger tot ringetjes verbogen worden, waardoor maliënkolders een stuk goedkoper werden. Hierdoor werd dit type gevechtspantser het standaardmodel voor ridders en op de Europese slagvelden.
Tegen het eind van de Middeleeuwen maakte de halsberg plaats voor het harnas. Harnas betekende eerder slechts ‘bagage’, maar werd nu de naam voor een ijzeren verdedigingsschild. Tegelijk veranderde de betekenis van ‘halsberg’ in die van een metalen kraag die boven op het harnas gedragen werd om de nek en hals te beschermen.
Nog zo’n oud wapen: Hellebaard: stoot- en houwwapen uit de Middeleeuwen
Lees ook: Lichaamspantser uit de Eerste Wereldoorlog
Boek: Te wapen! Europa’s vergeten krijgskunsten – Bert Gevaert
Bronnen ▼
Internet
-https://historianet.nl/techniek/ambachten/hoe-werden-malienkolders-gemaakt
-https://www.rijksmuseum.nl/nl/collectie/NG-NM-3890
-http://www.graafschap-middeleeuwen.nl/joomla/index.php/oorlogvoering/186-de-malienkolder.html
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Mali%C3%ABnkolder
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Halsberg