Dark
Light

Mario García Menocal – Derde president van Cuba

Auteur:
2 minuten leestijd
Mario Menocal tussen 1915 en 1920
Mario Menocal tussen 1915 en 1920 (Publiek Domein - wiki)

De Cubaanse vrijheidsstrijder en politicus Mario García Menocal werd in 1912 verkozen tot de derde president van de Republiek Cuba. Hij trad op 20 mei 1913 aan en bleef op zijn post tot 20 mei 1921, toen hij opgevolgd werd door Alfredo Zayas. Gedurende het bewind van Menocal werd op Cuba de Cubaanse peso ingevoerd.

Cubaanse postzegel met daarop de beeltenis van Mario Menocal
Cubaanse postzegel met daarop de beeltenis van Mario Menocal (YV)
De in 1913 geboren Mario Menocal genoot een groot deel van zijn opleiding in de Verenigde Staten, waar hij onder meer studeerde aan het Chappaqua Mountain Institute in New York en de Universiteit van Maryland.

Menocal verwierf faam tijdens de Cubaanse strijd om onafhankelijk tegen kolonisator Spanje (1895-1898). Hij behoorde tot een van de jongste generaals die zich hard maakte voor de Cubaanse zaak en ontpopte zich na de onafhankelijkheid tot een van de belangrijkste conservatieve politici van het land.

Na zijn verkiezing tot president maakte Menocal zich vooral hard voor de Cubaanse zakenwereld. Critici beschuldigden hem van corruptie en nepotisme. In 1916 werd de Cubaan opnieuw verkozen tot president. Tegenwoordig wordt over het algemeen echter aangenomen dat bij deze verkiezing op grote schaal werd gefraudeerd en dat Menocal’s tegenstrever, de liberaal Alfredo Zayas, de verkiezing anders met overmacht had gewonnen.

Eerste Wereldoorlog

Mede door fraude en corruptie groeide in Cuba het verzet tegen Menocal, wat in 1917 zelfs leidde tot een burgeroorlog. De rebellen hoopten dat de Verenigde Staten, die ondanks de onafhankelijkheid het recht van interventie hadden behouden, te hulp zouden schieten, maar dat gebeurde niet. Menocal sloeg de opstand neer. In het buitenland is Mario García Menocal vooral bekend vanwege het feit dat hij in april 1917 de oorlog verklaarde aan Duitsland, waardoor Cuba partij werd in de Eerste Wereldoorlog. Volgens zijn critici sleepte Menocal zijn land alleen maar de oorlog in om persoonlijk meer steun te krijgen van de Verenigde Staten, dat Duitsland één dag eerder de oorlog had verklaard. In december verklaarde Menocal ook Oostenrijk-Hongarije de oorlog.

Tot 1919 ging het Cuba, met name dankzij hoge suikerprijzen, economisch gezien voor de wind. In 1920 veranderde dit vanwege een grote financiële crisis waarbij verschillende banken en grote ondernemingen failliet gingen. Dat jaar trad Menocal af als president om opgevolgd te worden door Zayas.

Mario Menocal bleef hierna politiek actief en deed in 1924, tevergeefs, nog een gooi naar het presidentschap. Na een mislukte poging om een revolutie te ontketenen ging hij in 1931 in ballingschap in de Verenigde Staten.

Meer Cubaanse geschiedenis
Boek: The History of Cuba

Bronnen

-Winkler Prins, MCMLXXXVII
-https://en.wikipedia.org/wiki/Mario_Garc%C3%ADa_Menocal
-https://www.britannica.com/event/Cuban-Revolution#ref1256647
×