De Joods-Duitse bankier Mayer Amschel Rothschild (1744-1812) vergaarde met geld dat hij leende van een Duitse prins een groot fortuin. Hij geldt als de stamvader van het huis Rothschild.
Mayer Amschel Rothschild werd geboren als zoon van een goudsmit en antiekhandelaar, die ook geldwisselaar is, iets dat meer Joden destijds deden. Dat geldwisselen interesseerde Rothschild vooral en hij besloot te werken bij de Oppenheimers Bank in Hannover. Daar maakte hij zoveel indruk dat hij al snel junior partner werd en genoeg geld verdiende om de zaak van zijn inmiddels overleden vader over te nemen. Hij veranderde zijn naam van Bauer in Rothschild, naar het rode schild dat voor zijn winkel hing. Dankzij zijn contacten bij de Oppenheimers Bank had Rothschild al snel zakelijke connecties met prins Wilhelm IX von Hessen-Hanau, één van de vele prinsen aan het Duitse hof.
Toen Napoleon oprukte besloot de rijke prins Wilhelm zijn vermogen bij Rothschild te stallen, voor het geval hij ooit moest vluchten. Rothschild kreeg de juwelencollectie en ook veel schuldbekentenissen van de Europese vorsten die gebruik hadden gemaakt van het Duitse leger. Rothschild stuurde meteen zijn vijf zoons rond om het geld te innen. Het ‘geleende’ geld gebruikte Rothschild vervolgens voor investeringen en om zelf leningen te verstrekken. Een groot deel van het kapitaal ging naar zoon Nathan, die er in London veel geld mee maakte.
Testament
Rothschild kreeg met zijn vrouw Gutle vijf zonen en vijf dochters. De dochters trouwden bankiers, de zoons werden zelf streng opgevoed om goede bankiers te worden. Amschel werd bankier in Frankfurt, Salomon in Wenen, Nathan in London, Calmann in Napels en James in Parijs.
Toen de stamvader van het huis Rothschild in 1812 overleed, eist hij via zijn testament dat de hoge posities in de banken alleen mochten worden bekleed door (mannelijke) Rothschilds, voor zolang de Rothschild-dynastie bestaat. De oudste zoon van de oudste zoon werd het hoofd van het huis. Ook werd bepaald dat familieleden die het testament besloten aan te vechten, onmiddellijk uit de familie zouden worden gezet.
Nathan Rothschild– De rijkste bankier van het Westen
Boek: De Rothschilds