Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) gaat actief op zoek in de eigen collecties naar koloniale roofkunst. De instelling heeft hiervoor principes gepubliceerd. In het kort komt het erop neer dat de musea niet meer wachten op claims, maar dus zelf op zoek gaan.
Het NMVW werd in 2014 gevormd door de eerder zelfstandige musea het Tropenmuseum in Amsterdam, het Museum Volkenkunde in Leiden en het Afrika Museum in Nijmegen. In totaal omvat de collectie van de musea circa 375.000 voorwerpen. Het grootste deel is afkomstig uit Indonesië. Het NMVW is in een persbericht duidelijk: objecten waarvan de oorspronkelijke eigenaar niet vrijwillig afstand heeft gedaan, komen in aanmerking voor teruggave. Stijn Schoonderwoerd, directeur van het NMVW:
“We weten dat een deel van onze collectie verworven is in de koloniale periode, een periode van grote machtsverschillen en onrecht.”
Meerdere eigenaren
Dat veel objecten sinds hun onrechtmatige roof in de tussentijd verschillende keren van eigenaar wisselden is wat Schoonderwoerd betreft geen reden claims af te wijzen.
“In die gevallen zijn claims in onze ogen gerechtvaardigd. Als we vandaag de dag op basis van internationale verdragen zeggen dat uit Syrië gestolen objecten niet in onze collectie thuishoren, waarom zou dat principe dan niet gelden voor objecten die 100 jaar geleden zijn geroofd?”
Behalve dat het NMVW expliciet duidelijk maakt hoe claims kunnen worden ingediend en op welke gronden die worden beoordeeld, doet het museum ook zelf onderzoek naar onderdelen van de collectie waarvan het vermoeden bestaat dat er sprake is van roofkunst. Schoonderwoerd:
“Zoals het ook bij claims op geroofde kunst in de Tweede Wereldoorlog de praktijk is, moet er voor elke casus zorgvuldig forensisch en historisch onderzoek worden gedaan naar hoe het object in het museum is terecht gekomen. Samen met de claimende partij kijken we welke informatie beschikbaar is om tot een oordeel te komen. De dialoog met herkomstlanden is sowieso ontzettend belangrijk.”
Museale condities
Het NMVW stelt geen eisen aan de museale condities waarmee het object na eventuele terugkeer door de terugvragende partij wordt beheerd.
“Als eenmaal is vastgesteld dat het object niet in ons bezit had mogen zijn, dan is het daarna feitelijk niet meer aan ons om te bepalen hoe de eigenaar of diens opvolgers er mee om zouden moeten gaan. Maar natuurlijk denken en praten we daar graag over mee, als daar behoefte aan is.”
De principes voor teruggave die NMVW-publiceert maken ook het terugvragen mogelijk van objecten die van groot nationaal, cultureel of maatschappelijk belang zijn voor het herkomstland.
“In de Nederlandse Erfgoedwet wordt erkend dat bepaalde objecten onlosmakelijk met ons land verbonden zijn en altijd behouden moeten blijven voor Nederland. Evenzo kunnen er nu objecten in onze depots liggen waarvan een ander land zegt: die zijn voor ons nationale bewustzijn of ons culturele leven ontzettend belangrijk. Dan moet dat bespreekbaar zijn.”
Het NMVW gaat de nieuwe koers jaarlijks evalueren en zal de ervaringen delen met andere musea en het ministerie van OCW. De instelling bepaalt overigens niet zelf of een object teruggegeven wordt, maar brengt wel advies uit aan het ministerie dat als eigenaar van de collectie definitief besluit wat er met een object gebeurt.
Link: Claims for Return of Cultural Objects NMVW Principles and Process.