In de Verdieping van Nederland in Den Haag – de gezamenlijke tentoonstellingsruimte van het Nationaal Archief en de Koninklijke Bibliotheek – is vanaf 22 maart de tentoonstelling De Prins en de Pasja, 400 jaar Nederland-Turkije te zien.
Nederland en Turkije onderhouden dit jaar precies vier eeuwen diplomatieke betrekkingen met elkaar. In 1612 bood de Nederlandse gezant Cornelis Haga (1578-1654), namens de Republiek der Nederlanden, zijn geloofsbrieven aan de Ottomaanse sultan aan. Van de sultan, Ahmed I, kregen we de Nederlanders toen het recht om handel te drijven in het Ottomaanse Rijk.
Ahitname
Dit werd vastgelegd in een zogenaamde ‘ahitname’. Dit versierde document is, naast veel andere bijzondere stukken uit de collectie van het Nationaal Archief, te bewonderen in de tentoonstelling.
Het document dat de Turkse Sultan ondertekende en aan de Nederlandse ambassadeur meegaf, wordt in het Turks ahitname genoemd. Een ahitname was een eenzijdige verklaring van de Turkse sultan, waarmee hij Nederland vrije handel en een vergunning voor vestiging toekende. Deze privileges kregen alleen niet-moslimlanden die een vriendelijke relatie met de sultan onderhielden. Daarmee kwam Nederland in een select gezelschap van drie andere landen met deze privileges: Frankrijk, Engeland en Venetië.
De tentoonsteling wordt 22 maart geopend door de Turkse ambassadeur, UÄŸur DoÄŸan, en loopt tot en met 30 juni 2012. Naast de tentoonstelling organiseert het Nationaal Archief de komende maanden diverse lezingen, activiteiten en een debat over de invloed van Nederland op jonge Turkse Nederlanders. Hier nemen onder meer politica Nebahat Albayrak en auteur Sevtap Baycili aan deel.