Nederlandse bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog

2 minuten leestijd
Detail van de boekcover
Detail van de boekcover

De Tweede Wereldoorlog is steeds langer geleden. Je moet tegenwoordig al minstens tegen de honderd lopen om het allemaal als volwassene te hebben meegemaakt. Gelukkig worden er over deze periode nog heel wat boeken geschreven.

Nederlandse bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog van een groep historici onder leiding van hoogleraar Wim van Meurs is er één van. Het gaat, zoals de titel al doet vermoeden, over hoe gezagsdragers zich destijds gedroegen. Niet over landelijke ambtenaren, maar over burgemeesters, provincie- en waterschapbestuurders, politieagenten en leden van de rechterlijke macht.

Het concentreert zich vooral op de provincies Groningen, Gelderland en Zeeland. Er had natuurlijk ook een andere keuze gemaakt kunnen worden, maar bestuurders in deze landsdelen waren in elk geval ver verwijderd van de ‘Haagse’ politiek.

Opperbevel

Het land stond in die tijd onder Duits opperbevel, maar het overgrote deel van de overheidstaken bleef in Nederlandse handen. Niet meer dan enkele honderden vijandelijke gezagsdragers waren hier actief.

De bestuurders kampten allemaal met een ingewikkeld dilemma. Ze konden zich richten naar wat de Duitse bezetter van hen wenste, maar dat zorgde voor morele problemen, zeker als anti-Joodse maatregelen werden verlangd. Ze konden ook gehoorzamen aan de bezettingsautoriteiten, maar dat leverde conflicten op met het verzet, om over de zuivering na de oorlog nog maar te zwijgen. Bovendien was er sprake van de Aanwijzingen uit 1937, waarin van de overheidsdienaren werd verlangd dat ze zo lang mogelijk op hun post bleven.

In de meeste gevallen werd er volop geschipperd, waarbij soms achteraf verkeerde keuzes te betreuren waren. De spreekwoordelijke ‘burgemeester in oorlogstijd’ (iemand met verantwoordelijkheid, maar zonder echte macht of handelingsvrijheid) vierde hoogtij. Dat gold niet alleen voor burgemeesters, maar ook voor andere bestuurders. De meesten waren ‘niet geselecteerd op heldendom’, zoals een van hen het uitdrukte.

De burgemeesters, commissarissen van de provincie (de titel ‘commissaris van de koningin’ was om begrijpelijke redenen door de vijand afgeschaft) en andere gezagsdragers moesten daarnaast hun werk doen zonder controle of goedkeuring van Provinciale Staten of de gemeenteraad. De democratie bestond immers niet meer. Ze waren vaak op hun eigen oordeel aangewezen, onder moeilijke omstandigheden.

NSB

Een aparte categorie vormden degenen die lid waren van de NSB of met die partij sympathiseerden. Zij maakten een steeds groter deel uit van de groep die hier wordt beschreven, omdat nogal wat zittende magistraten onvoldoende meewerkten aan het nationaalsocialistische gedachtegoed en werden vervangen. Overigens werd niet elke NSB’er door de Duitsers geschikt geacht om hun heilsleer aan de man te brengen. ‘De bezetter wil orde en rust’, concluderen de auteurs. Daar komt bij dat ze na de oorlog het slachtoffer werden van een niet altijd fijnzinnige zuivering.

Nederlandse bestuurders tijdens de Tweede Wereldoorlog
 
Wat de politieagenten, de meest zichtbare gezagsdragers, betreft: al vanaf het begin van de bezetting kregen zij te maken met een grootscheepse reorganisatie naar Duits model. Er kwam na de Februaristaking van 1941 zelfs een aparte politieopleiding in Schalkhaar (bij Deventer), met een uitgesproken nationalistisch en militaristisch lesprogramma. Iedereen moest daar in principe naar toe.

Een aparte groep vormden ook de leden van de rechterlijke macht. Zij wisten nazificatie van de Nederlandse rechtspraak voor een belangrijk deel tegen te houden. Volgens de schrijvers vormden ‘foute’ rechters nog geen tien procent van het totaal.

Het boek biedt een groot aantal biografietjes van de besproken bestuurders. Dat maakt het prettig leesbaar. Het bevat ook veel illustraties van de betrokkenen en van relevante affiches en dergelijke.

0
Reageren?x
×