Toen de Duitsers Nederland binnenvielen was Pieter Oud burgemeester van Rotterdam. Nadat zijn stad gebombardeerd was gaf hij leiding aan het opbouwwerk. De burgemeester had het echter niet makkelijk. Hij lag geregeld overhoop met NSB’ers die hem het liefst zagen vertrekken en probeerden hem het leven zuur te maken.
In de gemeenteraad beschuldigden de NSB’ers hem er continu van dat hij niet meegaand genoeg was. In september 1941 kwam het conflict tot een uitbarsting. Na de zoveelste aanvaring in de raadzaal drong de NSB’er Van Burink samen met twaalf WA-mannen de werkkamer van de burgemeester binnen. Burgemeester Oud werd overmeesterd en gedwongen om, met een pentagram en voorschoot van de vrijmetselarij te poseren voor een foto.
De Duitsers konden de actie niet waarderen. Zowel Van Burink als de WA-mannen werden korte tijd geïnterneerd. Burgemeester Oud diende kort na het incident zijn ontslag in. Zijn plek werd ingenomen door de NSB’er Frederik Ernst Müller. Na de oorlog werd Oud opnieuw burgemeester.