Groningen heeft een geheel eigen oorlogsverhaal

Tentoonstelling belicht oorlogsjaren stad en provincie
2 minuten leestijd
Verwoestingen in de stad Groningen na de bevrijding
Verwoestingen in de stad Groningen na de bevrijding (CC0 - Willem van de Poll / Anefo)

Op 16 april 1945 werd Groningen bevrijd door Canadese troepen, na drie dagen van zware gevechten in de stad. Ter gelegenheid van tachtig jaar bevrijding is in de Groningse Akerk de komende maanden een grote tentoonstelling te zien, waarin de de oorlogsjaren van de stad en provincie centraal staan.

De tentoonstelling, samengesteld door historicus Martin Hillenga en gepresenteerd door Stichting Groninger Kerken, maakt inzichtelijk hoezeer de oorlog in het noorden van Nederland ingreep in het dagelijks leven. Bezoekers krijgen onder meer inzicht in de Duitse bezetting, de gevechten tijdens de Slag om Groningen en de tragische geschiedenis van de Joodse gemeenschap in de stad.

Groningse Akerk
Groningse Akerk
De Slag om Groningen in april 1945 markeerde het einde van de Duitse bezetting in de stad. De gevechten, waarbij Canadese troepen betrokken waren, duurden drie dagen en leidden tot aanzienlijke verwoestingen in de binnenstad. Groningen was de laatste grote Nederlandse stad waar zwaar gevochten is, met gevechten van straat tot straat. In het artikel De bevrijding van Groningen lees je daar meer over.

De tentoonstelling in de Akerk heeft als titel Oorlog dichtbij en staat ook stil bij de oorlogsgeschiedenis van de kerk zelf. Tijdens de oorlog bood de kerk onderdak aan ondergedoken Engelse piloten, werden er Duitse kerkdiensten gehouden en speelde het kostersechtpaar een moedige rol in het verzet.

De initiatiefnemers willen verder duidelijk laten zien dat Groningen zijn geheel eigen oorlogsverhaal heeft, waarvan zelfs veel inwoners van de stad simpelweg geen weet hebben. Stichting Oude Groninger Kerken:

Generaties schoolkinderen kregen in hun lesboeken en de klas een ‘nationale canon’ aan belangrijke gebeurtenissen gepresenteerd, waarin Noord-Nederland goeddeels afwezig was.

Overlevingskans Joodse inwoners

Een voorbeeld van zo’n vrij onbekend stuk geschiedenis is de overlevingskans van Joodse inwoners van Groningen, die opvallend laag was in vergelijking met andere steden in Nederland. Slechts 23 procent van de Groningse Joden overleefde de Holocaust, tegenover bijvoorbeeld 25,3 procent in Amsterdam, 45,9 procent in Utrecht en 52,1 procent in Enschede. In de tentoonstelling wordt deze geschiedenis verteld aan de hand van persoonlijke objecten, zoals een poëziealbum van een gedeporteerd kind en twee roestige fietsen die in 2023 werden ontdekt boven een verlaagd plafond in de Akerk. De fietsen bleken afkomstig van Joodse onderduikers.

Vluchtelingen

Gedurende de hele oorlog was Groningen verder een belangrijk centrum voor de (tijdelijke) huisvesting van vluchtelingen, vaak verbloemend ‘evacuées’ genoemd. Dat begon al in 1940 met de opvang van kinderen uit het gebombardeerde Rotterdam. Vooral in de laatste oorlogswinter van 1944-1945 werd de stad overspoeld met verdrevenen. Vanaf september 1944 arriveerden bewoners van de streek rond Arnhem in Groningen, in januari van het laatste oorlogsjaar waren het vooral Limburgers.

Canadese soldaten in Groningen. Paterswoldseweg, zicht op Niemeyerfabriek
Canadese soldaten in Groningen. Paterswoldseweg
Daarnaast herbergde de provincie ruim zesduizend ‘hongerkinderen’ uit de grote steden in West-Nederland. In het Noorden waren de voedseltekorten dan ook een stuk kleiner. Ook belandden er groepen NSB’ers en collaborateurs die in het najaar van 1944 naar Duitsland waren gevlucht en daar niet meer welkom waren.

De tentoonstelling loopt tot 22 juni 2025 en is onderdeel van de provinciale manifestatie 80 Jaar Vrijheid. Hij kwam tot stand in samenwerking met Museum aan de A, het Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen, de Groninger Archieven en de Synagoge Groningen. Jongeren onder de achttien mogen de tentoonstelling gratis bezoeken.

0
Reageren?x
×