In 1054 vond het Oosters Schisma, ook wel eens Groot Schisma genoemd, plaats. Dit was een kerkscheuring in de christelijke kerk, waarbij er een splitsing kwam tussen de oosters-orthodoxe kerken en de Rooms-Katholieke Kerk.
De naam Oosters Schisma of Grieks Schisma voor dit conflict verdient de voorkeur. ‘Groot Schisma’ wordt ook wel gebruikt, maar deze term passen theologen en historici ook geregeld toe op een andere kerkscheuring: het Westers Schisma (1378-1418).
Verschillen van inzicht
Het Oosters Schisma kwam niet uit de lucht vallen. Er waren eigenlijk al eeuwenlang allerlei verschillen van inzicht tussen de kerk in Rome en die in Constantinopel. Er speelden theologische verschillen, maar ook was er sprake van allerlei conflicten.
Zo bepaalde in 381 de Synode van Constantinopel over het leerstuk van de goddelijke drie-eenheid, dat ‘de Geest alleen voortkomt uit de Vader’. Maar vanaf de zesde eeuw begonnen gemeenten in het voormalige West-Romeinse Rijk (dat in 476 ten onder ging) het zogeheten filoque: de Heilige Geest zou voortkomen uit God de Vader én God de Zoon. In de elfde eeuw verhief de Rooms-Katholieke Kerk het filioque tot officiële leer, tot groot ongenoegen van de kerken in Byzantium (het Oost-Romeinse Rijk, dat tot 1453 heeft bestaan).
Andere meningsverschillen waren zendelingen uit het Westen, die in Byzantium actief waren. Verder hadden in het zuiden van Italië geestelijken van Griekse en Latijnse komaf onderlinge conflicten. Geestelijke leiders in Constantinopel erkenden Rome vaak niet als gezaghebbend centrum van de kerk. De paus, zo vonden zij, was geen kerkelijke oppergod. De Oosterse kerken hadden tevens problemen met in het Westen gangbare opvattingen, zoals het priestercelibaat en de Latijnse gewoonte om ongedesemd brood voor de eucharistie te gebruiken. Ten slotte bestonden er enkele liturgische onenigheden.
Einde banvloeken
Gedurende het Oosters Schisma spraken de kerken in het Oosten en Westen allerlei banvloeken over elkaar uit. Tijdens het Tweede Vaticaans Concilie in de jaren 1960 kwam er een einde aan deze ban-uitspraken. Dit vooral op instigatie van paus Johannes XXIII (1881-1963), die in de jaren 1934-1944 pauselijk gezant was in Griekenland en Turkije en van 1958-1963 paus, ontstond er in het Westen een positievere kijk op het Oosters christendom.
Meer middeleeuwen
Boek: Het verhaal van de pausen – Wim Zaal
Bronnen â–¼
*http://www.protestant.nu/Encyclopedie/tabid/359/Default.aspx?Page=Oosters%20schisma
*https://nl.wikipedia.org/wiki/Groot_Schisma