Dark
Light

Slag bij Vlaardingen (29 juli 1018)

Graaf Dirk III versloeg leger van keizer Hendrik II
4 minuten leestijd
Slag bij Vlaardingen (1018)
Slag bij Vlaardingen (1018)

Ruim duizend jaar geleden, op 29 juli 1018, vond de Slag bij Vlaardingen plaats, een gevecht tussen graaf Dirk III van West-Frisia en Hendrik II, keizer van het Heilige Roomse Rijk. Tegen alle verwachtingen in won Dirk III deze slag, met een veel kleiner leger. Waarom vond de Slag bij Vlaardingen plaats, hoe verliep deze en wat waren de gevolgen van deze slag? In een nieuwe bundel over deze slag krijgen we heldere antwoorden op deze vragen.

Graaf Dirk III van Holland
Graaf Dirk III van Holland
Ter herdenking van de Slag bij Vlaardingen verzamelde dr. Kees Nieuwenhuysen een groep archeologen en onderzoekers, met als resultaat de goed leesbare en thematisch breed opgezette bundel De Slag bij Vlaardingen 1018 (Uitgeverij Omniboek, 2018). In het boek krijgen alle relevante aspecten van de Slag bij Vlaardingen ruime aandacht. Naast het militaire verloop van de Slag bij Vlaardingen komen tal van thema’s aan bod, zoals de religieuze, economische, politieke en alledaagse ontwikkelingen in die tijd, specifiek kerkelijke kwesties, de scheepvaart, kleding, het persoonlijke leven in en rond Vlaardingen, eten en drinken en de resultaten die archeologisch onderzoek heeft opgeleverd.

Belang van de Slag

De Slag bij Vlaardingen wordt wel gezien als het startpunt van de autonomie van het gewest Holland. Daarom is Dirk III door historici wel de ‘grondlegger van de Hollandse zelfstandigheid’ genoemd.

Aanleiding van de Slag bij Vlaardingen

De twee belangrijkste oorzaken van de Slag bij Vlaardingen hingen samen met het eigengereide gedrag van graaf Dirk III. Ten eerste deed deze graag aan piraterij (er wordt ook wel van ’tol’ gesproken, maar piraterij is een juistere term). Dirk liet de schepen van Tielse handelaren op de Merwede aanhouden en eiste geld en/of goederen voor een doorvaart. Het betrof ongeveer tien procent van de lading. Dit inpikken van goederen en geld deed Dirk III echter zonder toestemming van de landsheer.

Een tweede aanleiding vormde het feit dat Dirk III land inpikte van de bisschop van Utrecht. Deze landroverij ging met het nodige geweld gepaard:

“Thietmar van Merseburg schrijft dat graaf Dirk III de bisschop al vóór 1018 nogal eens schade berokkende door het doden van diens krijgers. Dat korte bericht wijst erop dat de bisschop van Utrecht niet met lede ogen heeft aangezien hoe de graaf zijn land inpikte, maar dat hij gewapenderhand zijn bezittingen verdedigde of probeerde terug te krijgen, en dat hij daar weinig succes mee had.” (160)

Keizer Hendrik II
Keizer Hendrik II
De Tielse handelaren en de bisschop van Utrecht konden hun klachten uitten op een ‘hofdag’ (het begrip Rijksdag raakte pas vanaf het einde van de Middeleeuwen in zwang), samengeroepen door keizer Hendrik II op 26 april 1018. Een hofdag was een bijeenkomst van regionale hoogwaardigheidsbekleders, waar deze hun wensen en klachten konden voorleggen aan de vorst of keizer. Op deze hofdag in Nijmegen beklaagden de handelaren, abten en bisschoppen zich over de piraterij en het landjepik van Dirk III. Keizer Hendrik II stelde de klagers in het gelijk en beval de graaf om de ingepikte gebieden in te leveren. Deze weigerde dat echter en deed een verzoek om de hofdag eerder te mogen verlaten:

“Dat werd hem vergund. In zijn overmoed beloofde hij de keizer nog wel dat hij diens plannen zou verhinderen.” (164)

Deze grote mond, zo meenden Dirks critici, zou hem gaan bezuren. Meteen begon keizer Hendrik II met het organiseren van een strafexpeditie onder leiding van hertog Godfried van Neder-Lotharingen, die in de maanden april tot juli 1018 een troepenmacht in staat van paraatheid maakte, die afkomstig was uit Luik, Kamerijk en Utrecht.

Het verloop van de Slag

Op 29 juli 1018 arriveerde er een keizerlijk leger van ongeveer duizend man, aangevoerd door hertog Godfried van Neder-Lotharingen, vanuit Tiel via de Maas en Merwede bij de burcht van Dirk III, Ze kwamen met ongeveer vijfentwintig schepen, zo schat de auteur. De verdedigingsmacht van graag Dirk III bestond uit vermoedelijk ongeveer vijfhonderd personen.

“De verkenners die Dirk had uitgezet, waarschuwden hem zodra de vijand in beeld kwam. De graaf verschanste zich daarop met zijn getrouwen in de burcht.” (175)

Boek over de Slag bij Vlaardingen
Boek over de Slag bij Vlaardingen
De troepen van de keizer konden door de kreken, sloten en de rivier de Vlaarding niet bij de burcht van Dirk komen, ook niet via omtrekkende bewegingen. Vanuit een hinderlaag viel een deel van Dirks troepen vervolgens de totaal verraste tegenstander aan. De troepen van de keizer raakten in paniek, probeerden terug te komen naar hun schepen, maar werden massaal afgeslacht. De aanwezige bisschop Adelbold vluchtte als een van de eersten terug naar Utrecht. Hertog Godfried vocht tot het eind door, maar werd uiteindelijk door Dirk levend gevangen genomen. Zo boekte Dirk III een grootse overwinning.

Gevolgen van de Slag bij Vlaardingen

Na de Slag bij Vlaardingen kon Dirk III zijn graafschap West-Frisia gewoon eigenmachtig blijven besturen. De keizer liet hem voortaan met rust, ook omdat dit een voorwaarde was van Dirk III in ruil voor de vrijlating van de gevangengenomen hertog. Wel vond in 1025 nog een kleinschalig gevecht plaats, de Slag bij Bodegraven, tussen Dirk III en de bisschop van Utrecht. Maar ook hier wist graaf Dirk III stand te houden en een nederlaag af te wenden.

Hierna bleef het rustig en zag Dirk III nog kans om een bedevaart naar het Heilige Land te maken. Uiteindelijk stierf Dirk III in 1039, hij was toen 57 of 58 jaar oud.

Boek: De Slag bij Vlaardingen, 1018 – Kees Nieuwenhuysen (red.)

×