Ruim duizend jaar geleden, op 29 juli 1018, vond de Slag bij Vlaardingen plaats, een gevecht tussen graaf Dirk III van West-Frisia en Hendrik II, keizer van het Heilige Roomse Rijk. Tegen alle verwachtingen in won Dirk III deze slag, met een veel kleiner leger. Waarom vond de Slag bij Vlaardingen plaats, hoe verliep deze en wat waren de gevolgen van deze slag? In een nieuwe bundel over deze slag krijgen we heldere antwoorden op deze vragen.
Belang van de Slag
De Slag bij Vlaardingen wordt wel gezien als het startpunt van de autonomie van het gewest Holland. Daarom is Dirk III door historici wel de ‘grondlegger van de Hollandse zelfstandigheid’ genoemd.
Aanleiding van de Slag bij Vlaardingen
De twee belangrijkste oorzaken van de Slag bij Vlaardingen hingen samen met het eigengereide gedrag van graaf Dirk III. Ten eerste deed deze graag aan piraterij (er wordt ook wel van ’tol’ gesproken, maar piraterij is een juistere term). Dirk liet de schepen van Tielse handelaren op de Merwede aanhouden en eiste geld en/of goederen voor een doorvaart. Het betrof ongeveer tien procent van de lading. Dit inpikken van goederen en geld deed Dirk III echter zonder toestemming van de landsheer.
Een tweede aanleiding vormde het feit dat Dirk III land inpikte van de bisschop van Utrecht. Deze landroverij ging met het nodige geweld gepaard:
“Thietmar van Merseburg schrijft dat graaf Dirk III de bisschop al vóór 1018 nogal eens schade berokkende door het doden van diens krijgers. Dat korte bericht wijst erop dat de bisschop van Utrecht niet met lede ogen heeft aangezien hoe de graaf zijn land inpikte, maar dat hij gewapenderhand zijn bezittingen verdedigde of probeerde terug te krijgen, en dat hij daar weinig succes mee had.” (160)
“Dat werd hem vergund. In zijn overmoed beloofde hij de keizer nog wel dat hij diens plannen zou verhinderen.” (164)
Deze grote mond, zo meenden Dirks critici, zou hem gaan bezuren. Meteen begon keizer Hendrik II met het organiseren van een strafexpeditie onder leiding van hertog Godfried van Neder-Lotharingen, die in de maanden april tot juli 1018 een troepenmacht in staat van paraatheid maakte, die afkomstig was uit Luik, Kamerijk en Utrecht.
Het verloop van de Slag
Op 29 juli 1018 arriveerde er een keizerlijk leger van ongeveer duizend man, aangevoerd door hertog Godfried van Neder-Lotharingen, vanuit Tiel via de Maas en Merwede bij de burcht van Dirk III, Ze kwamen met ongeveer vijfentwintig schepen, zo schat de auteur. De verdedigingsmacht van graag Dirk III bestond uit vermoedelijk ongeveer vijfhonderd personen.
“De verkenners die Dirk had uitgezet, waarschuwden hem zodra de vijand in beeld kwam. De graaf verschanste zich daarop met zijn getrouwen in de burcht.” (175)
Gevolgen van de Slag bij Vlaardingen
Na de Slag bij Vlaardingen kon Dirk III zijn graafschap West-Frisia gewoon eigenmachtig blijven besturen. De keizer liet hem voortaan met rust, ook omdat dit een voorwaarde was van Dirk III in ruil voor de vrijlating van de gevangengenomen hertog. Wel vond in 1025 nog een kleinschalig gevecht plaats, de Slag bij Bodegraven, tussen Dirk III en de bisschop van Utrecht. Maar ook hier wist graaf Dirk III stand te houden en een nederlaag af te wenden.
Hierna bleef het rustig en zag Dirk III nog kans om een bedevaart naar het Heilige Land te maken. Uiteindelijk stierf Dirk III in 1039, hij was toen 57 of 58 jaar oud.
Boek: De Slag bij Vlaardingen, 1018 – Kees Nieuwenhuysen (red.)