De mythe van Orpheus en Eurydice behoort tot de bekendste liefdesverhalen uit de wereldliteratuur. Het tragische verhaal is beschreven door zowel Ovidius als Vergilius.
Volgens de oorspronkelijke mythe – waarvan in de loop der tijd allerlei varianten zijn verschenen, soms met happy end – was Orpheus een koningszoon uit Thracië. Zijn moeder Calliope, de muze van de dichtkunst, schenkt hem de gave van de zangkunst. Als Orpheus zijn liederen zingt, terwijl hij zichzelf begeleidt op een door Apollo geschonken lier, raken alle toehoorders in vervoering. Zelfs dieren worden geraakt door zijn liederen. Bewegingloze stenen raken in vervoering en de wind houdt zich ademloos stil als Orpheus zijn liederen ten gehore brengt.
Het leven lacht Orpheus dus toe en ook in de liefde is hij gelukkig. Eurydice, de mooiste nimf van de Naiaden, wordt verliefd op de beroemde zanger. Kort voordat de twee met elkaar zullen trouwen slaat het ongeluk echter toe. De herdersgod Aristaeus laat zijn oog vallen op Eurydice en besluit haar achterna te jagen zodat hij haar kan onteren. Geschrokken vlucht Eurydice. Ze ontkomt aan de herdersgod maar wordt onderweg wel door een adder in haar hiel gebeten. Het gif in de wond blijkt dodelijk. Eurydice sterft. Haar ziel daalt af naar het dodenrijk. Een ontroostbare Orpheus blijft achter.
Naar het dodenrijk
Een leven zonder Eurydice is voor de zanger ondenkbaar. Hij zingt nog steeds en bespeelt de lier, maar het zijn alleen nog maar liederen waarin hij zich vol verdriet beklaagt over het heengaan van zijn geliefde. Dan krijgt Orpheus een plan. Hij zal zelf afreizen naar het dodenrijk om Hades, de god van de schimmenwereld, hoogstpersoonlijk te smeken zijn geliefde vrij te laten, zodat ze naar het land der levenden terug kan keren. Via Taenarum, een schiereiland waar zich volgens de oude Grieken de toegang tot de onderwereld bevond, daalt de rouwende zanger vastbesloten af naar het rijk der doden. Met zijn muziek weet hij de driekoppige hellehond Cerberus, bewaker van het dodenrijk, mild te stemmen zodat deze hem toestaat door te lopen. En ook de veerman Charon, verantwoordelijk voor het overzetten van doden naar het schimmenrijk, weet hij met zijn gezang tot medewerking te bewegen. Eenmaal aan de overzijde van de Styx, de beruchte rivier die de bovenwereld van de onderwereld scheidt, trekt Orpheus verder, langs ontelbare schimmen, op zoek naar Hades. Orpheus hoopt dat de god, die zelf ooit een intens liefdesavontuur beleefde, ontvankelijk zal zijn voor zijn verhaal. Eenmaal voor Hades richt Orpheus het woord tot de god. Ovidius:
‘Machtige god van de wereld die zich uitstrekt onder de aarde,
waarin wij allen, als sterveling geboren, weer terugvallen,
als gij toestaat onbewimpeld te spreken: niet ben ik
hierheen afgedaald, om de duistere Tartarus te bezichtigen
noch om de drie ruige kelen van het Meduseïsche slangenbeest
in de boeien te slaan: de reden van mijn tocht is mijn vrouw
die een slang waar zij op trapte met zijn gif heeft bezoedeld
en haar leven, zo jong nog, heeft ontstolen.
wel heb ik getracht het te verdragen, ik heb het heus geprobeerd
maar Amor overwon; die god is in de bovenwereld wel bekend maar
of hij dat ook hier is, betwijfel ik: toch vermoed ik dat hij hier ook een rol speelt
als tenminste het verhaal over een oude roof niet is verzonnen
dan heeft ook u Amor verbonden. Bij deze huiveringwekkende plek
bij deze enorme Chaos en stilte van uw uitgestrekt koninkrijk,
draai, bid ik, de versnelde lotgevallen van Eurydice terug.
In alles zijn we afhankelijk van u, met enig oponthoud
ijlen wij vroeger of later naar dezelfde rustplaats
hierheen zijn we allemaal onderweg, dit is ons laatste tehuis en
jullie bezitten de langdurigste heerschappij over het mensengeslacht.
Ook zij zal, wanneer zij zo ver is en het gepast aantal jaren volbracht heeft,
onder jullie macht staan: wij vragen geen geschenk maar het vruchtgebruik.
Maar als het lot mijn vrouw deze gunst weigert, dan staat het vast
dat ik niet wil teruggaan: verheugt u dan over de dood van twee!’
Terwijl Orpheus zingend zijn verhaal doet, zichzelf begeleidend op zijn lier, gaat er een siddering door het dodenrijk. De schimmen, aangedaan door het leed en de liefde van de eenzame zanger, beginnen te huilen. De Danaïden, die wegens een gruwelijke daad veroordeeld zijn tot levenslange dwangarbeid, leggen hun werk ontdaan even neer en zelfs de ongelukkige Sisyphus stopt even met zijn kwellende werk.
Ook Hades en zijn vrouw Persephone zijn geraakt door het leed van Orpheus en zijn gepassioneerde mededeling dat hij liever sterft dan dat hij zonder Eurydice naar Thracië terugkeert. Het is bovendien voor het eerst dat een levend mens in de onderwereld aan hen verschijnt.
Het godenpaar besluit met de hand over het hart te strijken. Ze ontbieden Eurydice. Vanwege de wond in haar hiel komt zij moeizaam dichterbij en ziet dan haar geliefde staan. Ze wil hem in de armen vliegen, maar Hades maant haar zich te beheersen. Eerst wil de god van het dodenrijk het woord tot de twee geliefden richten. Ja, hij geeft Eurydice toestemming met haar geliefde terug te keren naar het land der levenden, maar er is wel één belangrijke voorwaarde. Tijdens de tocht naar boven moet Eurydice achter haar man blijven lopen en beiden mogen onderweg niet een keer achterom kijken. Doen ze dit toch, dan zal Eurydice voor eeuwig in het dodenrijk achterblijven.
Eenmaal onderweg, lopend over een doodstil, donker pad dat langzaam naar de levende wereld boven hen voert, begint Orpheus te twijfelen. Hij hoort niets. Volgt Eurydice hem nog wel? Hij wil omkijken, maar de opmerking van Hades weerhoudt hem ervan zich om te keren. Hij loopt verder, maar de twijfel blijft knagen. Als ze bijna de bovenwereld bereikt hebben houdt Orpheus het niet meer vol. Ovidius:
niet ver meer waren zij nog verwijderd van de uiterste rand van de aarde,
daar, bezorgd dat ze het niet redt en uit verlangen haar te zien,
kijkt hij liefdevol achterom, en direct glijdt zij terug;
ook al strekt hij zijn armen uit en worstelt hij om te pakken en
vastgegrepen te worden, de ongelukkige pakt niets dan ijle lucht vast.
Al sterft zij nu voor de tweede keer, zij maakt haar man geen enkel verwijt
– waarover zou ze zich ook anders beklagen dan dat ze bemind wordt? –
maar spreekt een laatste ‘Vaarwel’, dat hij nog maar amper kan horen
en valt dan weer terug in dezelfde diepte.
Orpheus blijft ontdaan achter. Opnieuw is hij zijn geliefde kwijtgeraakt. Hij probeert nog terug te keren naar Hades zodat hij zijn geliefde alsnog mee naar huis kan nemen, maar tevergeefs. Anders dan tijdens zijn eerste tocht weigert de veerman Charon hem nu echter naar de overzijde van de Styx te brengen.
De dood van Orpheus
Orpheus keert verbitterd terug naar zijn vaderland. Met vrouwen laat de gekrenkte zanger zich niet meer in. Alleen jongens kunnen hem nog bekoren. Dit tot ergernis van de Bacchanten, de wilde nimfen die de wijngod Dionysos vereren. Zij kunnen het niet verkroppen dat de eens zo aanbeden zanger niets meer van vrouwen moet weten.
Als enkele Bacchanten op een dag in het bos op Orpheus stuiten terwijl die zijn lier bespeelt en de planten en dieren om hem heen in vervoering brengt, besluiten ze wraak op de ongelukkige zanger te nemen. Tijdens een nachtelijke orgie overmeesteren ze Orpheus en vermoorden hem. Zijn lichaam wordt in stukken gehakt. Najaden en Dryaden (nimfen) ontfermen zich hierna over de restanten van de onteerde zanger. Zijn ledematen worden begraven. Alleen het hoofd van Orpheus wordt samen met zijn lier opgenomen in de rivier de Hebrus. Dan gaat er plots een trilling over het water. De lier begint te spelen en uit de mond van Orpheus klinkt gezang. Het hoofd wordt langzaam naar het strand van Lesbos gevoerd, waar het vervolgens als orakel uitspraken doet. De ziel van Orpheus reist echter af naar het dodenrijk, om zich alsnog bij Eurydice te voegen.
Orfisme
Volgens sommige lezingen ontstond in het oude Griekenland een religieuze beweging, gebaseerd op lessen en liederen van Orpheus. Hard bewijs voor het bestaan van een echte religie ontbreekt, maar er zijn wel aanwijzingen dat Griekenland rond de vijfde eeuw voor Christus een zogeheten orfistische beweging kende. In deze religieuze stroming, die vooral populair zou zijn geweest onder mensen die geen bevrediging vonden in de officiële staatsgodsdienst, speelde de wijngod Dionysos een grote rol.
Hades, god van de onderwereld
Overzichtspagina Griekse mythologie
Overzicht van boeken over de (Griekse) mythologie
Video: De tragische mythe van Orpheus en Eurydice
Bronnen â–¼
-https://www.britannica.com/topic/Orpheus-Greek-mythology
-https://www.ensie.nl/bijbelse-eponiemen/orfisme
-De grote mythologie encyclopedie – Arthur Cotterell
-https://en.wikipedia.org/wiki/Orpheus#Background
-http://histoforum.net/orpheus/orheusvergilius.htm
-https://benbijnsdorp.nl/OvMet.X.html#X,1