In 1880 componeerde de Russische componist Pjotr Iljitsj Tsjaikovski een van zijn bekendste muziekstukken, de ‘Ouverture 1812’. De Rus componeerde het werk naar aanleiding van de inwijding van de Christus Verlosserkathedraal in Moskou, die werd gebouwd ter herinnering aan de Russische overwinning op het leger van Napoleon Bonaparte in 1812.
Met het stuk wilde Tsjaikovski de gevechten van 1812 uitbeelden. Aanvankelijk boekte Napoleon met zijn leger vlakbij Moskou nog wel een overwinning, tijdens de Slag bij Borodino, maar kort daarna moest hij toch de aftocht blazen. Moskou bleek door de terugtrekkende Russen in de as te zijn gelegd. Blijven was geen optie. Wat Napoleon en zijn mannen restte was een lange terugtocht door met sneeuw bedekte vlaktes. Van het enorme Franse leger van 680.000 soldaten overleefden uiteindelijk maar 40.000 mannen de veldtocht naar Rusland.
De Ouverture 1812 begint met een kerkelijke hymne. Als Napoleons legers op de Russen stuit, zijn afwisselend fragmenten van de Marseillaise en het toenmalige Russische volkslied God, behoed de tsaar! te horen. In de grote finale zijn harde kanonschoten te horen. Hoewel het stuk bij het grote publiek zeer populair werd, was Tsjaikovski zelf er niet erg tevreden over. Hij liet onder meer weten de ouverture te luidruchtig te vinden. Oordeel zelf…