Pamplona, ooit de hoofdstad van het gelijknamige koninkrijk van Sancho de Grote, komt steevast in beeld als er de stieren worden losgelaten. Minstens zo interessant is de rol die Pamplona speelde als vestingsstad, waarvan de indrukwekkende bolwerken getuigen.
Het stierenrennen, de encierro
De feesten van San Fermín ontstonden in de middeleeuwen als seculiere feesten waarbij gebruik werd gemaakt van data waarop christelijke feestdagen vielen. Van oudsher waren deze feesten eigenlijk bijeenkomsten waarop kooplieden, boeren en dorpelingen uit de wijde omgeving handel dreven met elkaar. De bijeenkomsten boden gelegenheid om stierengevechten te organiseren. Oorspronkelijk werden in Pamplona zowel in juni als in oktober – het begin en het eind van de zomer – feesten gehouden, die in 1591 echter gecombineerd werden tot één feest in juli.
Pamplona de vestingstad
Pamplona werd als legerplaats gesticht rond 75 voor Christus door de Romeinse veldheer Cnaeus Pompeius. Hij noemde deze vesting Pompaei-ilun (stad van Pompaeus) die uitgroeide tot de stad Pamplona en in de periode dat de Visigoten heersten over het Iberisch schiereiland hun bisschopszetel herbergde. Rond 715 veroverden de Moren Pamplona, dat daarna diverse keren doelwit was van aanvallen van zowel de Frankische koning Karel de Grote als de emirs van Córdoba. Zo werd de stad minstens twee keer met de grond gelijk gemaakt. De eerste aanwijzingen van de aanwezigheid van een stadsmuur dateert uit 778 toen Karel de Grote Pamplona verwoestte. Twee eeuwen erna was Pamplona een van de belangrijkste steden in de door de christenen op de Moren veroverde gebieden en de hoofdstad van het gelijknamige koninkrijk, dat zich tijdens de regeerperiode van Sancho de Grote uitstrekte over het grootste deel van Noord-Spanje.
Het werd een zwaar bemuurd, vierkant gebouw met torens op elke hoek en met een zijde naar de ingang van de stad gekeerd zodat behalve het open veld, ook de stad zelf in het oog kon worden gehouden. Dit alles tegen de wil van de bevolking, maar Ferdinand liet zich niet vermurwen. Ook liet de koning op vier plaatsen in de stadsmuur kleine bolwerken aanbrengen. Ter nagedachtenis van het afgebroken klooster werd het kasteel Castillo de Santiago genoemd.
Dit voor die tijd uiterst geavanceerde verdedigingswerk werd al na enkele decennia slachtoffer van de ook toen bestaande bewapeningswedloop. Met de introductie van het kanon, dat halverwege de vijftiende eeuw al werd gebruikt door de Turkse sultan Mehmet II bij het beleg van Constantinopel, dienden vestingen veel zwaarder te worden uitgevoerd dan in de middeleeuwen gebruikelijk was en ook de komst van andere vuurwapens dwong de vorsten tot de bouw van steeds beter doordachte defensiewerken.

De Citadel van Pamplona
Filips II, die in 1556 de Spaanse troon besteeg, begreep dit goed en stichtte de Academia de Matemáticas de Madrid, een instituut waar de beste specialisten bestaande oorlogsstrategieën analyseerden en nieuwe ontwierpen. Uit hun koker kwam het plan voor de bouw van een stervormige vesting in Pamplona dat de verdedigers van de stad in staat stelde de vijand effectief te weren. Een belangrijk kenmerk van dit model is het ontbreken van dode hoeken en de aanwezigheid van een gracht die het pentagonale bouwwerk omsluit.
Lees ook: Sancho de Grote van Pamplona
Overzichtspagina geschiedenis van Spanje
Overzicht van boeken over de geschiedenis van Spanje