Samen met Victor Horta en Henry Van de Velde was Paul Hankar (1859-1901) één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de Art-Nouveau, een kunststroming die op het einde van de negentiende eeuw in Brussel hoogtij vierde.
De beginjaren
De jonge Paul werd binnen een gezin van steenbewerkers geboren op 11 december 1859 te Frameries, een plaats in de Belgische provincie Henegouwen. In 1873 schreef hij zich in aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel. Al tijdens zijn opleiding ging hij aan de slag in het beeldhouwersatelier van Georges Houtstont (1832-1912) en werkte hij op het architectenbureau van Hendrik Beyaert (1823-1894) waar hij de knepen van het vak leerde.
Op eigen vleugels
Als beginnende architect verkreeg Hankar al spoedig een zekere naamsbekendheid voor zijn ontwerpen van funeraire monumenten. Bekend is het imposante grafmonument op het kerkhof van Sint-Joost-ten-Node dat Hankar uittekende voor de Belgische staatsman Charles Rogier (1800-1885) en dat door de beeldhouwer Isidore De Rudder (1855-1943) werd gesculpteerd.
In 1888 ontwierp hij voor de Spaanse industrieel en politicus Victor Chavarri de plannen voor diens stadspaleis in Bilbao. Het gebouw dat al vlug de naam ‘Palacio Chavarri’ meekreeg, werd door de architect Atanasio de Anduiza opgetrokken in een Vlaamse neorenaissancestijl en is nu de zetel van de Spaanse regering in de Baskische provincie Biskaye.
Datzelfde jaar maakte Paul Hankar kennis met Adolphe Crespin (1859-1944) een binnenhuisdecorateur en sgraffotikunstenaar1. Het zou het begin vormen van een duurzame samenwerking. In die periode raakte Hankar in de ban van de Art-Nouveau, een opkomende kunstvorm waarbij gietijzeren elementen en glasconstructies een ornamentaal onderdeel vormden in de architectuur. De nieuwe kunststroming werd al snel omschreven als een “Gesamtkunstwerk” omdat zowel in gebouwen, meubelen en sieraden dezelfde stijlelementen en gestileerde motieven voorkwamen.
In 1893 vestigde Hankar zich als zelfstandig architect. Hij besloot nog hetzelfde jaar om voor zijn praktijk een woonhuis met atelier te bouwen. Het statige herenhuis aan de Defacqzstraat in de Brusselse gemeente Sint-Gillis is een knap staaltje van Art- Nouveau architectuur. De asymmetrische gevel wordt gekenmerkt door een bijzonder fraaie polychromie doordat Hankar in de opeenvolgende bouwlagen afwisselend gebruik maakte van rode bak- en witte zandsteen. Op de top van de gevel bracht Adolphe Crespin een tot de verbeelding sprekende sgraffito-tekening aan die de vier grote periodes van een etmaal voorstellen. ‘De ochtend’ wordt uitgebeeld door fladderende vogels tussen de bladeren en twijgjes van een kastanjeboom, ‘De middag’ door een verblindende zon, ‘De avond’ door rondvliegende zwaluwen en ‘De nacht’ door vleermuizen onder een heldere sterrenhemel.
Andere opmerkelijke realisaties
Samen met Henry Van de Velde, Gustave Serrurier-Bovy (1858-1910) en Georges Hobé (1854-1936) werd Hankar aangezocht om het meubilair te ontwerpen voor het Paleis der koloniën op de Wereldtentoonstelling van 1897 in Tervuren. Zo tekende hij de plannen uit voor de vitrinekasten waarin de talrijke etnografische artefacten en kunstvoorwerpen uit Leopold II’s privékolonie Congo-vrijstaat zouden tentoongesteld worden. Hankar maakte voor het raamwerk van de uitstalkasten gebruik van kostbare uitheemse houtsoorten die hij liet versieren met exotische motieven.
Net zoals Horta en Van de Velde ontwierp Paul Hankar in het Brusselse verscheidene panden. Zo bouwde hij in opdracht van de rijke weduwe Jeanne Peleman in Elsene voor elk van haar beide zonen, José en Albert Ciamberlani, een herenhuis in Art-Nouveau stijl. Albert Ciamberlani (1864-1956), een kunstschilder en decorateur tekende voor zijn woning zelf de sgraffiti uit die Hankar’s vriend Crespin erop aanbracht. Het pand met zijn monumentale gevel en hoefijzervormige ramen wordt terecht beschouwd als één van Hankar’s meesterwerken. Ook de woonhuizen voor de Brusselse aquarellist en lithograaf René Janssens (1870-1936) en de beeldhouwer Alfred Crick (1858-1931) werden door Hankar ontworpen.
Een vroegtijdige dood
Paul Hankar kwam op 17 januari 1901 op amper éénenveertigjarige leeftijd geheel onverwachts in Brussel te overlijden. Het was zijn vroegere leerling en stagiair, de architect Paul Hamesse (1877-1956), die de grafrede uitsprak en voor Hankar een grafmonument ontwierp dat uiteindelijk wegens geldgebrek nooit zou worden gerealiseerd. Hankar, één van de meest creatieve Art-Nouveau architecten in het Brusselse, heeft zijn laatste rustplaats onder een eerder sobere grafzerk op het kerkhof aan de Dieweg in Ukkel.
1 – Sgraffito is de techniek waarbij men in verschillende pleisterlagen lijnpatronen, motieven of figuren aanbrengt die vervolgens worden ingekleurd. Het procedé werd in de Art-Nouveau veelvuldig toegepast als geveldecoratie.