Rijksmuseum koopt roofkunst terug

Zoutvaten werden eerder teruggegeven aan nazaten voormalige eigenaar
2 minuten leestijd
Ensemble van vier zoutvaten, Johannes Lutma, 1639-43
Ensemble van vier zoutvaten, Johannes Lutma, 1639-43 - Foto: Rijksmuseum

Het Rijksmuseum heeft twee paar zilveren zeventiende-eeuwse zoutvaten van zilversmid Johannes Lutma aangekocht. Een paar daarvan was eerder al in bezit van het museum.

Voor de Tweede Wereldoorlog waren alle vier de zoutvaten in het bezit van het Joodse echtpaar Emma (1852-1937) en Henry Budge (1840-1928) uit Hamburg. De vaatjes werden na de dood van Emma Budge verkocht op een veiling waarvan de opbrengst naar de nazi’s ging en niet naar de nazaten.

Waarschijnlijk werden de vier zoutvaten verkocht aan een Duitse handelaar genaamd Greatzer. Uiteindelijk belandden de vier zoutvaten in de kunstcollectie van W. J. R. Dreesmann. In 1960 werden ze tijdens een veiling van de collectie aangekocht door de gemeente Amsterdam en het Rijk. Hierna belandden twee van deze vier zoutvaten in het Amsterdam Museum en twee in het Rijksmuseum.

Na herkomstonderzoek bepaalde de Restitutiecommissie vorig jaar dat de zoutvaten terug moesten worden gegeven aan de erven.

Het Rijksmuseum heeft de zoutvaten die het moest afstaan nu dus weer teruggekocht. Vanaf begin september zijn ze weer in het museum te zien, in een speciale presentatie waarin ook het verhaal van Emma Budge wordt verteld. Volgens het museum behoren de gedeeltelijk vergulde zoutvaten tot de belangrijkste voorbeelden van de Nederlandse edelsmeedkunst van de zeventiende eeuw.

Hoeveel het museum ervoor heeft betaald is niet bekendgemaakt. Volgens NRC zouden de zoutvaatjes een gezamenlijke waarde van 4,5 miljoen euro vertegenwoordigen.

Johannes Lutma

Jacob Adriaensz. Backer, Portret van Johannes Lutma, 1638-1651
Jacob Adriaensz. Backer, Portret van Johannes Lutma, 1638-1651 (Rijksmuseum)
De maker van de zoutvaten, Johannes Lutma (1584-1669), wordt beschouwd als de belangrijkste Amsterdamse zilversmid van de zeventiende eeuw. Hij was een tijdgenoot en vriend van Rembrandt, die een geëtst portret van hem maakte. Ook werd hij bezongen door Joost van den Vondel en andere dichters. Volgens het Rijksmuseum zijn de zoutvaten van Lutma, topstukken uit diens oeuvre, waar slechts weinig van bewaard is gebleven.

“Ze laten zien hoe hij de kwabstijl voor het eerst combineerde met een klassieke vormentaal. Lutma zelf moet ze ook als doorbraak hebben gezien. Toen hij zich in 1638 samen met zijn vrouw Sara de Bie liet portretteren door de Amsterdamse schilder Jacob Adriaensz. Backer, liet hij zich afbeelden met een van de zoutvaten.”

Deze portretten bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum en zullen straks samen met de twee paren zoutvaten uit 1639 en 1643 worden getoond.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×