Nog geen maand nadat in begin augustus 1914 Groot-Brittannië Duitsland de oorlog verklaarde, vond ter hoogte van Helgoland de eerste zeeslag plaats tussen de Britse ‘Grand Fleet’ en de ‘Kaiserliche Marine’. In de daaropvolgende jaren zouden in dezelfde wateren tussen beide partijen met wisselend succes nog verscheidene andere confrontaties plaatsvinden.
Een kijk op wat voorafging

De Duitse keizer begon vrijwel onmiddellijk zijn pas verworven bezit om te vormen tot een militair bolwerk. Samen met de aanleg van een haven en de bouw van enorme bunkercomplexen en afweergeschut werden er tegen het einde van de negentiende eeuw op het eiland bijna vierduizend marinesoldaten permanent gestationeerd. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog was Helgoland voor de keizerlijke “Hochseeflotte” dan ook uitgegroeid tot een strategisch steunpunt van formaat.
De strijd ontbrand
De aanwezigheid van een Duitse marinebasis op het eiland was een doorn in het oog van de Engelsen die dan ook besloten een grootschalige gecombineerde aanval op Helgoland uit te voeren. De Britse marinecommandant Roger Keyes (1872-1945) werkte een plan uit waarbij hij samen met commodore Reginald Tyrwhitt (1870-1951) een aanvalsflottielje van torpedobootjagers en duikboten zou leiden die de Duitsers uit hun basis moesten weglokken. Slagschepen van de “Grand Fleet” zouden dan op volle zee met hun zwaar geschut de Duitse schepen tot zinken brengen.

Pas een tweetal uur later, bij het optrekken van de mist, zagen de Britten hun vergissing in en konden ze de Duitse marine zware verliezen toebrengen. Tegen het einde van de namiddag was het duidelijk dat de Britten terecht de overwinning konden claimen. Het Britse aanvalsflottielje had geen enkel schip verloren en enkel de kruiser HMS Arethusa, het vlaggenschip van Tyrwhitt was zwaar beschadigd geraakt. De Duitsers daarentegen hadden meerdere kruisers en zelfs een torpedoboot verloren. Daarnaast was vooral de tol aan mensenlevens aan Duitse zijde bijzonder hoog. Meer dan duizend zeelui kwamen tijdens de gevechten om. De nederlaag werd admiraal Alfred von Tirpitz (1849-1930) zwaar aangerekend en zou in 1916 één van de redenen vormen die tot zijn ontslag leidde als opperbevelhebber van de Duitse keizerlijke marine.
De tweede zeeslag bij Helgoland (1917)
In november 1917 vond nabij Helgoland opnieuw een treffen plaats tussen slagkruisers van de Britse vloot aangevoerd door vice-admiraal Trevylyan Napier (1867-1920) en oologsbodems van de Duitse marine onder leiding van admiraal Ludwig von Reuter (1869-1943).

Wat er daarna gebeurde
In 1919 werd zoals bepaald in het Verdrag van Versailles de volledige militaire infrastructuur op Helgoland ontmanteld. Niet voor lang, want toen in de jaren dertig de nazi’s aan de macht kwamen begon de militaire opbouw op het eiland opnieuw, maar dat is een ander verhaal…
Overzicht van boeken over de Eerste Wereldoorlog