Er is al lang discussie over de vraag of een dier kan leren praten en menselijke taal begrijpen. Papegaaien is geleerd om menselijke zinnen na te bootsen, waarbij ze soms een vocabulaire van honderden woorden opbouwden en in sommige gevallen zelfs vragen beantwoordden. Grote apen hebben moeite met het nadoen van menselijke spraak omdat hun tong, kaak en stembanden daar niet op gebouwd zijn, maar een aantal apen heeft gebarentaal geleerd en zich daarmee honderden woorden eigen gemaakt.
Maar veel wetenschappers betwijfelen in hoeverre dit werkelijk ‘taal’ kan worden genoemd en hoeveel het dier echt begrijpt. Zo is er ook geëxperimenteerd met en gespeculeerd over het cognitieve vermogen van dieren. Kunnen dieren echt denken en leren of gebruiken ze alleen hun instinct en reageren ze op conditionering of training? Het voorbeeld van ‘Slimme Hans’ laat zien hoe moeilijk het is om vast te stellen of een dier echt op menselijk niveau kan denken en communiceren.
Wilhelm von Osten (gest. 1909) was een Duitse wiskundeleraar op een middelbare school. Hij geloofde dat mensen de geestelijke vermogens van dieren altijd hadden onderschat en om dat te bewijzen besloot hij een dier te leren rekenen. Pogingen met een kat en een beer mislukten, en daarom ging hij werken met een hengst, Hans (een draver van het Russische Orlov-ras). Eerst leerde Von Osten het paard om cijfers op een schoolbord te herkennen en dat te laten zien door het vereiste aantal keer met zijn hoef te tikken. Vervolgens leerde hij hem mathematische symbolen herkennen (zelfs het symbool van de vierkantswortel) en het goede antwoord op sommen te geven. Hierna was het alfabet aan de beurt. Hans tikte bij elke letter met zijn voet: één keer betekende A, twee keer was B enzovoort. Hierdoor kon Hans de namen spellen van componisten van wie muziek voor hem werd afgespeeld, of de naam van de kunstenaar van wie hij een schilderij te zien kreeg. Hans leek ook kleuren te kunnen herkennen en te kunnen kaarten, klokkijken en vragen beantwoorden over aankomende kalenderdata. Om het publiek te laten zien hoe slim Hans was, ging Von Osten in 1891 gratis demonstraties met hem geven in Berlijn. Het publiek was verbijsterd, de antwoorden die Hans gaf waren voor 90 procent juist en zo te zien kon hij rekenen op het niveau van een veertienjarige.
Telepathie
Sceptici hadden zo hun twijfels over Von Osten en beweerden dat hij Hans op de een of andere manier aanwijzingen gaf. Sigmund Freud (1856-1939), de grondlegger van de psychoanalyse, meende dat het allemaal een gevolg was van een telepathische band tussen Hans en Von Osten. Maar ook als Von Osten er niet bij was en een andere trainer de vragen stelde, tikte Hans nog steeds verreweg de meeste keren het juiste antwoord met zijn hoef. De Duitse onderwijsraad wilde de kwestie tot op de bodem uitzoeken en stelde in 1904 een commissie in om onderzoek naar Hans te doen. Aan het hoofd daarvan stond filosoof en psycholoog Carl Stumpf (1848-1936), die zoölogen, dierenartsen, dierentrainers, leerkrachten en zelfs een circusdirecteur bijeenbracht. Na anderhalf jaar onderzoek verklaarden zij dat Von Osten geen bedrog pleegde.
Het onderzoek ging door onder Oskar Pfungst (1874-1932), een van Stumpfs medewerkers aan de universiteit van Berlijn. Hij vond in 1907, na nog meer onderzoeken en experimenten, de verklaring.
Subtiele signalen
Hans reageerde op heel subtiele signalen in de houding en gezichtsuitdrukking van degene die de vragen stelde. De kleinste veranderingen die optraden nadat hij het juiste aantal keer met zijn hoef had getikt, merkte hij op en dan stopte hij met tikken, zodat het leek of hij het goede antwoord had gegeven. Pfungst bewees dit door vragen aan Hans te laten stellen waarop de vragensteller zelf het antwoord niet wist, of door Hans van die persoon af te schermen. In beide gevallen antwoordde het paard verkeerd, omdat hij geen visuele aanwijzingen kreeg waarop hij kon reageren. Het raadsel van ‘Kluger Hans’ was opgelost.
Kennelijk bezat hij wel een indrukwekkend vermogen om op menselijke lichaamstaal te reageren, maar echt vragen beantwoorden kon hij toch niet. Als gevolg van deze zaak werd het bij wetenschappelijke experimenten met dieren goed gebruik om direct oogcontact met het dier tot een minimum te beperken. Zo kon men zeker zijn dat de resultaten correct waren en werden foutpositieven vermeden.
Het einde
Het idee dat Hans de geestelijke vermogens van een mens bezat was nu wel wetenschappelijk ontkracht, maar Von Osten bleef demonstraties met hem geven, waarbij hij vaak een groot publiek trok. Von Osten overleed in 1909 en Hans werd een aantal malen doorverkocht, zodat hij telkens een andere eigenaar kreeg. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, werden veel paarden vrijwillig door hun eigenaren afgestaan voor militaire dienst of door de Duitse regering gevorderd.
Ondanks zijn roem was Hans niet van militaire dienst vrijgesteld. Helaas verdwijnt hij in 1916 uit de officiële archieven, wat erop wijst dat hij waarschijnlijk een van de miljoenen paarden was die in die oorlog omkwamen.