De familie Assad
Om president Assad te begrijpen moet je je blik richten op de andere twee mannen van wie ook overal in Syrië portretten hangen: zijn vader Hafez, met nette grijze haren en een vergelijkbare snor, en zijn broer Bassel; met een dikke bos haar, baard en een snor die wél goed tot volle bloei komt. De recente geschiedenis van Syrië, die van de afgelopen vijf decennia, is gevormd door deze familie Assad. Hafez wordt beschouwd als de grondlegger van het huidige Syrië. Nadat hij in 1970 via een coup aan de macht kwam, creëerde hij een politiestaat, met verschillende inlichtingendiensten die elkaar beconcurreerden. Hij was de eerste die geweld gebruikte tegen burgers die riepen om politieke verandering. In het gebruik van toenemend geweld om aan de macht te blijven volgde zijn zoon zijn voor‑ beeld. Twee generaties lang, een halve eeuw, is deze familie al de baas. Het is dan ook noodzakelijk om de familiegeschiedenis in te duiken om erachter te komen hoe we op dit dramatische punt beland zijn, het punt waarop er een half miljoen dode burgers te betreuren zijn.
![Hafez al-Assad](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/11/dd-2020.11.12-320x443.jpg.webp)
In 1963 deed de Baath-partij een greep naar de macht en maakte zo een einde aan de periode van een democratisch Syrië met meerdere politieke partijen. Alleen de Arabisch-socialistische Baath-partij is vanaf dan nog toegestaan. Hafez was als officier betrokken bij de coup en werd vervolgens benoemd tot hoofd van de luchtmacht. Vier jaar later deed hij mee aan een tweede coup, en werd hij beloond met de post van minister van Defensie. In 1970 greep hij zelf de macht, in de tiende coup die het land meemaakte in zeventien jaar, en stelde zichzelf aan als premier. Een jaar later werd hij president.
Aan zijn zijde staat Anisa Makhlouf, met wie hij in 1957 trouwde. Ze is een telg uit een invloedrijke alawitische familie. Samen krijgen ze vijf kinderen, dochter Bushra in 1960, gevolgd door de vier zonen Bassel (1962), Bashar (1965), Majd (1966) en Maher (1967). Hoewel Hafez zelf uit een arm gezin kwam, en zijn eenvoudige achtergrond graag benadrukte, vroeg hij een Japanse architect om een paleis te ontwerpen met marmeren hallen en gigantische kroonluchters. Het complex heeft onder andere een privéziekenhuis en beslaat een oppervlakte van honderd voetbalvelden. De bouw van dit zogeheten ‘paleis van het volk’ kostte naar verluid een miljard dollar. Het protserige, witte complex torent nog steeds imposant boven Damascus uit; ik rijd er dagelijks langs tijdens de vier maanden die ik hier inmiddels ben.
Volgens zijn kinderen was Hafez geen aanwezige vader; de familie at nooit samen en zijn kinderen zagen hem slechts een paar dagen per jaar tijdens hun zomervakantie in Latakia, omdat hij het te druk had met zijn werk. Eenmaal president bouwde Hafez aan zijn machtsbasis en regeerde met ijzeren hand. Officieel is de Baath-partij seculier, maar Hafez installeerde trouwe alawieten op sleutelposities. Hij verzekerde zichzelf van de loyaliteit van de soennitische elite van Damascus door ook een paar soennieten op hoge, zij het niet erg invloedrijke, posities te benoemen. Aangezien hij zelf onderdeel was van een minderheid, wierp hij zich op als beschermer van andere minderheden, waaronder de christenen. In 1976 stuurde hij 40.000 man troepen om aan de zijde van de christenen mee te vechten in buurland Libanon, waar Syrië tot 2005 een belangrijke speler bleef. Een andere hoeksteen van zijn buitenlandse beleid was de oppositie tegen dat andere buurland, Israël.
![Rifaat al-Assad](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/11/dd-2020.11.12-1-320x400.jpg.webp)
![Bassel al-Assad](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/11/dd-2020.11.12-2-320x398.jpg.webp)
Het is een wereld van verschil met Bashar, zijn verlegen broer, die door Bassel volgens familievrienden vaak wordt geplaagd. Terwijl Bassel in de jaren negentig steeds bekender werd en hogerop klom in het leger, studeerde Bashar medicijnen.
‘Ik wilde graag in de humanitaire sector werken, en dus leek een studie medicijnen het meest geschikt,’
…zei Bashar zelf in een interview over die beslissing. In retrospectief is het een opvallend citaat voor een man die de humanitaire hulp tijdens het conflict systematisch zal dwarsbomen en er niet voor terugdeinst om juist ziekenhuizen te bombarderen. Maar dat ligt op dat moment nog ver voor hem. In 1992 vertrok hij naar Londen om zich als oogarts te specialiseren bij het Western Eye Hospital. Bashar wordt weliswaar elke dag in een grote auto bij het ziekenhuis afgeleverd, maar hij is ingetogen en werkt hard. Ik heb het gevoel dat hij een sympathiek iemand was, destijds. Een oud-collega beschrijft hem als bescheiden en fan van de muziek van Phil Collins. Bashar vertelt hem en andere collega’s aanvankelijk niet wie hij is; ze komen er pas achter dat hij de zoon van de Syrische president is als een patiënt hem herkent.
Maar op 21 januari 1994 veranderde alles. Bassel had die ochtend een van zijn tientallen auto’s gepakt, een Mercedes 500-E en snelde naar het vliegveld van Damascus om een vlucht naar Frankfurt te halen. Bassel reed zelf; een neef zat naast hem, de chauffeur zat achterin. Hij was te laat, en dus scheurde het gezelschap met 130 kilometer per uur richting het vliegveld. Het was mistig die ochtend en Bassel vloog uit de bocht tegen een vangrail. De auto sloeg over de kop, en Bassel, die geen veiligheidsgordel om had, was op slag dood.
Het nieuws kwam als een donderslag bij heldere hemel voor zowel zijn familie als het land. Scholen, winkels en publieke gebouwen gingen drie dagen dicht, hotels verkochten geen alcohol meer. Op de Syrische staatstelevisie werden alleen nog maar Koranverzen en herdenkingsprogramma’s uitgezonden. Bashar moest onmiddellijk terugkeren uit Londen. Op de begrafenis hield Bashar een toespraak die hij oplas van kantjes papier die zo hard in de wind wapperden dat hij nauwelijks te verstaan was. Er volgde een lauw applaus. Niets verraadde dat hier de toekomstige leider van Syrië had gesproken.
Hafez stond voor een dilemma, een situatie die door commentatoren wel eens vergeleken wordt met de dood van Sonny, de gedoodverfde opvolger in de bekende maffiafilm The Godfather. Wie kon het stokje nu overnemen? Anders dan in de film was er maar één optie: de timide tweede zoon Bashar moest Hafez opvolgen. De andere kinderen vielen allemaal af. Bushra, de geliefde oudste dochter van Hafez, kon hem niet opvolgen vanwege haar geslacht, een vrouwelijke president zou in Syrië niet geaccepteerd worden. De andere twee zonen werden ongeschikt bevonden. Majd had mentale problemen en gebruikte drugs. En hoewel hun moeder, Anisa, zich hard maakte voor de jongste zoon Maher, stond die bekend als een driftkikker. En dus viel de keuze op dokter Bashar, die de Syriërs eigenlijk alleen kenden als een vriendelijke wetenschapper.
![Assad en zijn vrouw, Anisa Makhlouf; achterste rij, van links naar rechts: Maher, Bashar, Bassel, Majid en Bushra, 1994](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/11/dd-2020.11.12-5.jpg.webp)
Bashar was geen natuurlijke keuze voor het presidentschap. Hij sliste, wilde graag dat mensen hem aardig vinden en kon slecht nee zeggen. Een beroemde anekdote vertelt hoe hij als zestienjarige een jetski kreeg, op dat moment een unicum in Syrië. Toen zijn vriendjes hem vroegen of ze zijn nieuwe cadeau mochten lenen, zei hij: ‘Natuurlijk!’ Vervolgens instrueerde hij zijn veiligheidsbeambten om, als zijn vrienden kwamen vragen om de jetski te lenen, te zeggen dat die kapot was. Dit om te voorkomen dat hij ze ‘nee’ moest verkopen.
Diplomaten zagen hem als zachtaardig. Hij hielp anderen als ze een baan zochten of een doorverwijzing nodig hadden voor een medische operatie. Maar Syriërs zagen hem als ongeschikt om president te worden, hij zou te zwak zijn.
In korte tijd werd Bashar klaargestoomd voor het leiderschap. Hij moest het leger in en voor het einde van 1994 verliet hij de militaire academie in Homs als tankbataljoncommandant. Minder dan twee maanden later werd hij majoor van de presidentiële garde. Hij klom op tot luitenant-kolonel in 1997 en werd twee jaar later benoemd tot kolonel. Militaire leiders die het niet goed konden vinden met Bashar werden zonder pardon aan de kant gezet. Er werd een nieuwe slogan in het leven geroepen om Syriërs te laten wennen aan de nieuwe opvolger:
‘Bassel, het voorbeeld; Bashar, de toekomst’.
![Vier seizoenen in Damascus - Fernande van Tets](https://historiek.net/wp-content/uploads-phistor1/2020/11/dd-2020.11.12-4-316x500.jpg.webp)
‘We geven ons bloed en onze ziel voor jou, Bashar!’
Het is een kreet die vele jaren later, als ik in 2018 naar Damascus verhuis, nog steeds regelmatig gebruikt wordt. Bashar is dan allang door de wol geverfd. Maar in 2000 leek het alsof Syrië, met een jonge leider aan het roer, klaar was voor een nieuw, liberaler tijdperk.