In de nacht van 24 op 25 december van het jaar 1969 slaagde de Israëlische geheime dienst erin om na een maandenlange minutieuze voorbereiding één van haar meest spectaculaire operaties met succes uit te voeren. Een relaas van de gebeurtenissen:
Wat voorafging
Een onvoorziene wending
Begin 1967 waren zeven van de twaalf oorlogsbodems overgedragen aan de Joodse Staat. Toen echter in mei van datzelfde jaar het Egyptische leger de Sinaï, die sinds de Suezcrisis van 1956 gedemilitariseerd was, plots binnenviel en nadien ook nog de Straat van Tiran in de Golf van Akaba afsloot, beschouwde Israël dit als een oorlogsverklaring en brak kort daarna de Zesdaagse Oorlog uit. Ondanks hun numeriek overwicht leden de Egyptische troepen die ondertussen de steun hadden gekregen van het Syrische en Jordaanse leger een smadelijke nederlaag en wisten de Israëli’s de Westelijke Jordaanoever, de Golanhoogte en de Gazastrook te bezetten. De Joodse Staat had daarmee de facto haar landsgrenzen aanzienlijk vergroot wat bij heel wat landen, die de Arabische wereld niet voor de borst wilden stoten, protest uitlokte. Ook de Franse president Charles de Gaulle (1890-1970) liet zich niet onbetuigd en onderwierp de wapenexport naar Israël aan strenge regels.
De situatie escaleerde toen op 26 december 1968 twee gewapende Palestijnen vanuit Beiroet naar Athene vlogen en daar een aanslag pleegden op een Boeing van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al. Israël hield de Libanese regering mede verantwoordelijk voor de terreurdaad en voerde twee dagen later een vergeldingsactie uit op de luchthaven van Beiroet. Een commando van de Tsahal (een acroniem voor “Tava Haganah Leslrael”, de officiële benaming van de Israëlische strijdkrachten) bracht er een tiental lijnvliegtuigen tot ontploffing. De raid wekte zowat overal verontwaardiging op en onder druk van de internationale gemeenschap decreteerde de recent verkozen Franse president Georges Pompidou (1911-1974) een volledig wapenembargo tegen de Joodse Staat en liet de resterende kanonneerboten aan de ketting leggen.
De Mossad slaat terug
Eind november waren de plannen, die de codenaam “Operatie Ark van Noach”, kregen tot in detail uitgewerkt. De bemanning van de kanonneerboten zou verspreid over meerdere dagen in kleine groepjes afreizen naar Cherbourg. Eenmaal daar moesten ze in verschillende supermarkten en winkels elk een beperkte hoeveelheid proviand inslaan om de eerste dag van de overtocht te overbruggen. Daarna zou een bevoorradingsschip van de Israëlische marine hen op volle zee opwachten om ze van eten en brandstof te voorzien.
Nadat op die manier alle voorbereidingen waren genomen gingen op kerstnacht van 1969 de mariniers in alle stilte aan boord van de aangemeerde kanonneerboten. De motoren werden gestart en één na één slaagden de vaartuigen erin om zonder slag of stoot de havengeul uit te varen en het ruime sop te kiezen.

Jom Kippoeroorlog
Na een tocht van meer dan drieduizend zeemijl voeren de kanonneerboten op 27 december de Straat van Gibraltar in en bereikten korte tijd later de haven van Haifa, waar ze door Moshe Dayan (1915-1981), de Israëlische minister van defensie, triomfantelijk worden onthaald.
Vier jaar later waren het deze kanonneerboten die in oktober 1973 tijdens de Jom Kippoeroorlog achtereenvolgens de Syrische marine in de Slag bij Lattaquié en Egyptische patrouilleboten nabij Damiette een gevoelige nederlaag toebrachten…