De Bijbel begint met vijf boeken die bekendstaan als ‘de Wet’. Dat is een rotwoord. In het Hebreeuws heten ze Tora, een woord dat een heel scala aan betekenissen heeft, zoals ‘onderricht’, ‘leer’ en ‘doctrine’. Wie de nadruk legt op het laatste, zal er vooral 365 geboden en 248 verboden in herkennen, waaraan een mens zich maar heeft te houden.

Daar tegenover staan de farizeeën, die de nadruk legden op ‘onderricht’. Dat resulteert in een heel andere leeshouding: zoals het een leerling betaamt, gaat de lezer kritisch meedenken. In deze visie ligt de betekenis van de tekst niet onveranderlijk en voor eeuwig vast, maar kunnen met het verstrijken van de tijd nieuwe interpretaties ontstaan, die evenveel waarde hebben.
Om je het beste bewust te zijn van wat je aan het doen bent – namelijk: interpreteren – is het verstandig te weten hoe anderen erover hebben gedacht en daarom besteedden de farizeeën niet alleen aandacht aan de geschreven Tora, maar ook aan ‘de tradities van de voorouders’: het corpus van interpretaties. Ze zouden later worden aangeduid als de mondelinge Tora en er zijn aanwijzingen dat ze inderdaad mondeling zijn doorgegeven.
Rond 200 na Christus, toen het farizeïsme allang was opgegaan in het rabbijnse jodendom, werden de tradities door Jehuda ha-Nasi opgetekend in een boek dat de Mishna wordt genoemd. Ik heb het bij het schrijven van mijn boek Israël verdeeld voortdurend nodig en het ligt ook nu ik deze woorden schrijf weer op mijn bureau. Het is één boek.
Het gaat om een collectie van drieënzestig traktaten met de meningen van diverse rabbi’s over vrijwel alle denkbare onderwerpen, gegroepeerd rond zes thema’s. Het systeem is niet altijd meteen duidelijk. Zo is het traktaat over zegeningen opgenomen onder het thema landbouw. De andere thema’s zijn de feestdagen, het huwelijksrecht, het civiel en strafrecht, de offercultus en tot slot de reinheidsregels.
Volgorde
Om iets te kunnen vinden, moet je de volgorde van de traktaten kennen: Berakhot, Peah, Demai, Kilaim … Het duurde even voordat ik het lijstje uit het hoofd kende, maar na verloop van tijd vond ik alles snel terug.
De Mishna zelf werd ook weer becommentarieerd. Die uitlegtradities zijn verzameld in de twee Talmoeds (Talmoeden?), de Palestijnse en de Babylonische. De traktaten waarin deze zijn onderverdeeld hebben dezelfde titels als de becommentarieerde teksten in de Mishna, dus als je daarin eenmaal de weg weet, weet je dat ook in de Talmoed.
De Babylonische Talmoed is een omvangrijk werk: niet één boek maar een complete boekenplank, al kun je hem downloaden. De Palestijnse Talmoed is niet online en ik bezit er ook geen, dus ik zat woensdagmiddag in de leeszaal van de Haagse Koninklijke Bibliotheek om enkele verwijzingen te controleren.
Ik vorderde snel en besloot ook nog even wat verwijzingen na te trekken in de Babylonische Talmoed. Dat ging nog niet zo gemakkelijk, want de volgorde waarin de delen op de boekenplank stonden was niet logisch. Ik verwachtte te kunnen beginnen bij Berakhot, Peah, Demai en zo voort, maar de boeken stonden kriskras door elkaar. Mateloos irritant, tot ik begreep dat iemand ze in alfabetische volgorde had geplaatst.
Wat raar toch, dit bizarre ordeningsprincipe. Hoe kan iemand nou toch zó onpraktisch zijn?
Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com
Volgende maand verschijnt Jona Lendering’s boek: Isräel Verdeeld – De Joodse wereld aan het begin van onze jaartelling