Dark
Light

Geschiedenis van de tuinkabouter

Auteur:
3 minuten leestijd
Tuinkabouters
Tuinkabouters. Bron: pixabay

Hoewel er inmiddels oneindig veel mogelijkheden zijn om je tuin te versieren, blijf de tuinkabouter populair. Maar waar komt dit grappige kleine figuurtje eigenlijk vandaan?

Een dwerg uit de dwergtuin van Slot Mirabell
Een dwerg uit de dwergtuin van Slot Mirabell. (CC BY-SA 3.0 – MatthiasKabel – wiki)
Kabouters (en de verwante dwergen) zijn al bekend vanuit de Germaanse en Griekse mythologie en sprookjes. De eerste echte tuinkabouters ontstonden in de zeventiende eeuw, onder meer in Oostenrijk, waar adellijke dames hun tuin wilden versieren met allerlei sprookjesfiguren, waaronder dwergen. De oudste nog bestaande kaboutertuin is de ‘dwergtuin’ van Slot Mirabell in Salzburg. De dwergen die hier geplaatst werden, zijn wel een stuk groter dan de nu bekende tuinkabouters.

‘Lampy’

Na 1840 verspreidde de tuinkabouter zich vanuit Duitsland over de rest van de Europa en werden ze onder meer populair in Engeland doordat de Engelse tuinman sir Charles Edmund Isham de terracotta-figuren meenam uit Duitsland. Slechts een kabouter uit deze enorme verzameling is bewaard gebleven. Dit exemplaar, Lampy genaamd, wordt tegenwoordig tentoongesteld in Lamport Hall (Northamptonshire) en is verzekerd voor 1 miljoen Engelse pond.

Kabouters in Lamport Hall tijdens mijnbouwwerkzaamheden. Foto uit 1897
Kabouters in Lamport Hall tijdens mijnbouwwerkzaamheden. Foto uit 1897

Sneeuwwitje

De excentrieke advocaat sir Frank Crisp speelde ook een belangrijke rol in de popularisering van de tuinkabouter in Engeland. Hij had namelijk een enorme verzameling en stelde zijn Victoriaanse herenhuis, Friar Park (dat later werd gekocht door Beatle George Harrison) open voor het publiek. In 1930 werden tuinkabouters extra populair dankzij de Disney-film Sneeuwwitje en de zeven dwergen.

De tuinkabouter was echter niet bij iedereen populair. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de beelden door de nazi’s niet gewaardeerd en kwam er zelfs tijdelijk een verbod op tuinkabouters en ‘andere storende attributen’ langs de openbare weg. Tegenwoordig worden de kabouters niet meer gemaakt van porselein of terracotta, maar van gips of kunststof en is het ook betaalbaar voor mensen met een kleiner budget. Hierdoor wordt de tuinversiering door sommigen ook gezien als kitsch. Er zijn echter ook nog altijd ‘hoogwaardige’ tuinkabouters in omloop. Zo bracht de Franse ontwerper Philippe Starck enige tijd geleden bijvoorbeeld ook eigen tuinkabouters op de markt.

Leven en werken van de Kabouter

Leven En Werken Van De Kabouter
Leven en werken van de kabouter
In 1976 verscheen het boek Leven en werken van de kabouter, waarin Rien Poortvliet en Wil Huygen op quasiwetenschappelijke wijze (met zelfs kabouter-interviews en biologische verhandelingen) meer vertellen over hun geschiedenis, leefgebied, de kabouterwoning, trollen en andere zaken die kabouters bezig houden. Van het boek met illustraties van Rien Poortvliet zijn ruim vier miljoen exemplaren verkocht. In het boek wordt de tuinkabouter beschreven als aparte kaboutersoort:

“De tuinkabouter beantwoordt aan het gewone type. Hij houdt zich in oude tuinen op, zelfs die welke door stadsuitbreiding zijn ingeklemd door nieuwbouw. Hij is meestal aan de sombere kant en vertelt graag weemoedige verhalen. Wordt het hem te benauwd dan verhuist hij naar het bos. Hij heeft echter meestal een aanzienlijke eruditie en krijgt het dan in het bos niet altijd even makkelijk.” Leven en werken van de kabouter – Rien Poortvliet & Wil Huygen

Bevrijdingsfront

Sinds enige jaren zijn in verschillende landen actiegroepen actief zoals het Kabouter Bevrijdings Front (KBF) en Kabouter Actie Front (KAF). Leden van deze groeperingen zijn van mening dat tuinkabouters net als mensen recht hebben op vrijheid en daarom niet in een tuin mogen worden opgesloten. Ze worden daarom door de activisten uit tuinen gestolen en naar locaties overgebracht die als ‘meer natuurlijk’ worden beschouwd, zoals bossen en parken.

Tuinkabouter in de film Amélie:

Ook zijn er tuinkabouter-liefhebbers die geregeld exemplaren doorgeven aan anderen met het verzoek de kabouters op zoveel mogelijk plekken te fotograferen, waardoor het lijkt alsof de betreffende gnoompjes hele wereldreizen maken. Dit gebeurt onder meer in de film Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain. De tuinkabouter komt tenslotte ook voor in de boeken van Harry Potter.

Wanneer je een Kabouter oppakt begint hij ‘Lamelos’ te schreeuwen. Om Kabouters uit je tuin te verdrijven, pak je ze bij hun enkels en hou je ze ondersteboven. Daarna zwaai je hem in grote cirkels rond boven je hoofd, net als een lasso. Hiermee doe je ze geen pijn, maar ze worden wel zo duizelig dat ze de weg terug naar hun Kabouterholen niet snel terug vinden.
Bron

Boek: Nederland: een objectief zelfportret in 51 voorwerpen

Bronnen

-https://de.wikipedia.org/wiki/Gartenzwerg
-https://www.tuinbase.nl/tuininfo/96/alles-over-tuinkabouters
-https://www.quest.nl/maatschappij/geschiedenis/a25641078/uitvinding-tuinkabouter/
-https://harrypotter.fandom.com/wiki/Gnome
-Nederland. Een objectief zelfportret in 51 voorwerpen – Wim Brands (red.) – Balans, 2015
×