Een tell (ook wel tall, hüyük of tepe) is de archeologische benaming voor kunstmatige heuvels waaronder zich duizenden jaren oude nederzettingen bevinden. De verhoogde heuvels, die zijn ontstaan door eeuwen van menselijke bewoning, zijn op verschillende plekken in het Midden-Oosten te vinden.
De oude volkeren van Mesopotamië, een gebied rond het huidige Irak en Syrië, hadden de gewoonte om nieuwe gebouwen bovenop de restanten van oudere exemplaren te bouwen. Dit gebeurde generatie na generatie waardoor grote heuvels ontstonden, vaak in de vorm van een afgeplatte kegel. Deze tell’s (Arabisch voor heuvel) kunnen tientallen meters hoog zijn en stellen archeologen vandaag de dag voor grote uitdagingen. Het kan soms namelijk zeer lastig zijn om de verschillende woonlagen die onder de tell te vinden zijn – en dus uit verschillende periodes dateren – van elkaar te onderscheiden.
Leemsteen
De oude Soemeriërs bouwden hun huizen niet van natuursteen, aangezien dat vrijwel niet voorhanden was. In plaats daarvan maakte men zelf stenen van rivierklei die ze vervolgens in de zon lieten drogen of bakten in ovens. Met deze zelfgemaakte stenen (adobe of leemsteen) kon men prima huizen bouwen, maar in de loop der tijd begonnen deze stenen vanwege de blootstelling aan de elementen wel langzaam af te brokkelen, waarna ze opgingen in de ondergrond óf in de bouwlaag die bovenop de ruïnes werden gebouwd. Dit maakt het voor archeologen lastig om gevonden resten precies te dateren.