Dark
Light

Classicus Fik Meijer over diarree (en andere reisgerelateerde zaken)

Auteur:
4 minuten leestijd
Toiletpapier (stck.xchng)
Toiletpapier (stck.xchng)
Fik Meijer (1942) is een van de bekendste Nederlandse oud-historici. Hij schreef een groot aantal boeken over, onder veel meer, het verval van het Romeinse rijk, wagenrennen en gladiatoren. Minder bekend is dat Meijer ook reisleider is. In zijn in september 2014 verschenen boek Muren van alle tijden staat Fik Meijer stil bij dit facet van zijn werk. In de verhalenbundel komt niet alleen de schoonheid van de mediterrane wereld aan bod. Er is ook aandacht voor eigenzinnige toeristen, lastige vragen, hotelkamers en blunders van de reisleider. Op Historiek publiceren we één van de verhalen:


Diarree

Lichamelijke ongemakken horen bij groepsreizen. Er is altijd wel iemand die bij een excursie verstek laat gaan omdat hij of zij zich niet goed voelt. De patiënt meldt zich in de vroege ochtend af. Sommigen kijken daarbij alsof ze de rest van hun vakan-tie in bed zullen moeten blijven. De werkelijkheid is minder dramatisch. Na een of twee dagen is de patiënt weer op de been. De meest voorkomende kwaal is een lichte verkoudheid, vaak het gevolg van de temperatuurverschillen tussen de warme buitenlucht en de door airco gekoelde bussen en hotels. Het leed is meestal snel geleden, soms laat een rauwe hoest er geen twijfel over bestaan dat de patiënt het echt te pakken heeft. Een enkele keer moet er een dokter aan te pas komen en bij hoge uitzondering is een ziekenhuisopname noodzakelijk.

“Helaas gaat het darmsignaal geregeld te laat af. Een doordringende lucht vult de ruimte.”

Vervelend voor degene die het betreft, maar zeker ook voor zijn directe omgeving is een plotseling optredende verstoring van de spijsvertering tijdens een busreis. De verandering van klimaat en eten eist zonder vooraankondiging ineens zijn tol. Het slachtoffer zit er in de bus gespannen bij, bang dat hij plotseling de controle over zijn aangetaste maag en darmen zal verliezen. De medereizigers in zijn nabijheid hebben onmiddellijk in de gaten dat er iets mis is. Blijft het bij dampen die vrijkomen als gevolg van een toegenomen winderigheid, dan is het leed nog te overzien. Bij een spontane aanval van diarree moet het slachtoffer onmiddellijk naar de wc. In een bus met een toilet aan boord is hij meestal nog op tijd. Als er geen sanitaire gelegenheid is en de bus ongelukkigerwijs juist op de snelweg of in een drukke straat rijdt, kan alleen een restaurant uitkomst bieden. Op een verlaten weg is de vrije natuur de oplossing.

Helaas gaat het darmsignaal geregeld te laat af. Een doordringende lucht vult de ruimte. Het lijdend voorwerp zit er hulpeloos bij, terwijl de ontlasting zich een weg naar buiten baant. Hij kan niet gaan verzitten, want dat verergert de situatie nog. De blik-ken van de omzittenden stralen afkeer en walging uit over iets dat ook hen kan overkomen. Bij aankomst in het hotel maakt de luchtvervuiler zich snel uit de voeten, zijn handen ter ondersteuning op de plek waar de ontlasting zich heeft opgehoopt. Het grootste slachtoffer is meestal de chauffeur. Hij moet de bus schoonmaken.

Van alle diarreegevallen waarvan ik getuige ben geweest springt er een uit. Eigenlijk maakte ik alleen de nasleep mee. Het was de laatste dag van een reis door Zuidwest-Turkije. We had-den geslapen in Kuşadasi, de uit zijn krachten gegroeide toeristenstad aan de westkust, vlak bij het oude Ephese. De bus stond klaar voor vertrek naar het vliegveld van Izmir. Voor de laatste keer telde ik of iedereen aanwezig was. Eén persoon ontbrak, ook zijn koffer was er niet. Zijn vrouw maakte zich ongerust. Een uur eerder hadden ze nog samen koffie gedronken. Een paar minuten later kwam hij aanlopen met zijn koffer, in een smetteloos witte broek.

     ‘Je hebt iets anders aangetrokken voor de terugreis. Dat ben ik helemaal niet van je gewend,’ was het verraste commentaar van zijn vrouw. ‘Hij staat je goed.’
     ‘Ik vertel het je later wel,’ zei haar echtgenoot cryptisch.
     De bus vertrok. Na een uurtje bereikten we de luchthaven. We liepen onmiddellijk naar de incheckbalie. De man in de wit-te broek en zijn vrouw zetten hun koffers op de band. Toen de grondstewardess naar hun paspoorten vroeg, ontsnapte hem een ferme vloek. Zowel zijn paspoort als dat van zijn vrouw zat niet in zijn broekzak. Zijn portefeuille ontbrak eveneens.

Op de vraag van zijn vrouw waar de paspoorten gebleven kon-den zijn, vertelde hij dat hij een hevige aanval van diarree had gehad. Hij had in zijn broek gepoept. Zo erg dat hij in het hotel-toilet een schone broek had aangetrokken en het smerige exemplaar in een vuilcontainer had gegooid, zonder erop te letten of er nog iets in zat. We hadden nog anderhalf uur voor het vliegtuig vertrok. Gelukkig was de Turkse gids nog in de buurt. Zij reageerde razendsnel en belde de receptioniste in het hotel. Er ontspon zich een moeizaam gesprek, omdat het slachtoffer aan de gids moest uitleggen in welke container op het hotelterrein hij zijn broek gedumpt had en zij dat moest doorgeven. De receptioniste beloofde dat ze alle moeite zou doen om de broek, maar vooral de inhoud daarvan op te sporen.

Muren van alle tijden - Fik Meijer
Muren van alle tijden – Fik Meijer
Het echtpaar werd steeds nerveuzer. Zonder paspoort konden ze niet weg. Na ruim twintig minuten belde de receptioniste met goed nieuws: de portefeuille en de paspoorten waren terecht. Nu was het zaak ze in Izmir te krijgen vóór het vliegtuig zou vertrekken. Een motorrijder zou ze onmiddellijk brengen.

Het grote wachten begon. De gids had zich met het echtpaar op een goed zichtbare plek geposteerd. Af en toe sprak zij hen bemoedigend toe. Het hielp weinig. Ze hadden het zichtbaar moeilijk. Hij ijsbeerde heen en weer, zij snikte af en toe. Na een uur kwam er een motor met hoge snelheid aanrijden. Een jongeman stapte af en haalde uit een van de motortassen een plastic zak. Hij overhandigde die aan het echtpaar. De broek zat er niet bij. Die had hij in de container teruggegooid. De man keek met-een of alle documenten er waren, de vrouw begon spontaan te huilen. De ‘redder’ vroeg vijftig euro, hij kreeg het dubbele.

De rest was kinderspel. Het inchecken verliep snel en het echtpaar kon gewoon aan boord. Arm in arm liepen ze door de douane, zwaaiend naar de gids. Ik kon een glimlach niet onderdrukken.

~ Fik Meijer

Boek: Muren van alle tijden. Overpeinzingen van een reisleider

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×