Het Tet-offensief was een aanval die op 31 januari 1968 werd ingezet door het Noord-Vietnamese leger in samenwerking met de communistische Vietcong. Het was erop gericht om Zuid-Vietnam communistisch te maken door Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen te overmeesteren met een serie onaangekondigde aanvallen. Ongeveer 80.000 Noord-Vietnamese soldaten en Vietcongstrijders werden ingezet met het doel om Zuid-Vietnam te heroveren.
Tijdens het Tet-offensief werden Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen overvallen door het Noord-Vietnamese leger en de Vietcong door aanvallen op onder meer de Amerikaanse ambassade en verschillende legerbases. Aan de Amerikaanse en Zuid-Vietnamese zijde was een slechte voorbereiding op een dergelijke gebeurtenis herkenbaar. Zo werd de kans op een Noord-Vietnamese aanval erg klein geacht door de Amerikaanse legerleiding. Daarbij kwam dat aan de Zuid-Vietnamese kant ruim 70 procent van de soldaten op verlof was om het Vietnamese nieuwjaar (Tet) te vieren.
Het Tet-offensief was een belangrijke gebeurtenis tijdens de Vietnamoorlog die aantoonde dat de superieure vuurkracht aan Amerikaanse en Zuid-Vietnamese zijde geen garantie was voor een overwinning. Daarnaast betekende de slag het begin van een grote daling in het vertrouwen in de Vietnamoorlog doordat een relatief slecht bewapend leger de Amerikanen en Zuid-Vietnamezen wekenlang op de knieƫn dwong. Een overwinning in Vietnam was niet langer voor de hand liggend.
Vooraf aan het offensief
Het Tet-offensief vond plaats in een periode waarin de Vietnamoorlog al enkele jaren voortduurde. Alhoewel tussen Noord-Vietnam en de Verenigde Staten nooit een officiƫle oorlogsverklaring was getekend, werden vanaf 1962 bombardementen op Noord-Vietnam uitgevoerd in een poging communistische Vietcongstrijders uit te schakelen en strategische plekken zoals bruggen en legerkampen te vernietigen.
Voorbereidingen voor het Tet-offensief werden vanaf september 1967 getroffen. Vanaf deze periode viel de Vietcong-dorpen aan op het Zuid-Vietnamese platteland. Deze aanvallen dienden om de Amerikanen en Zuid-Vietnamezen weg te lokken uit de grote steden en de hoofdstad Saigon. De Vietcong slaagde grotendeels in deze missie. De Amerikaanse commandant der strijdkrachten generaal William Westmoreland reageerde door grootschalige bombardementen uit te laten voeren op Vietcong-nederzettingen. Hierbij werd ook napalm en het ontbladeringsmiddel Agent Orange ingezet. Dit laatste middel was zeer giftig waardoor bomen stierven en bladeren afvielen zodat de vijand beter zichtbaar moest worden.
Onjuiste overwinningsclaim in maanden voorafgaand aan Tet
De Amerikaanse tegenaanval in september 1967 leidde tot veel Vietcong-slachtoffers waardoor Westmoreland de overwinning op de communisten voor zich zag. Op basis van het aantal gesneuvelde Vietcong-strijders concludeerde Westmoreland in november 1967 tijdens een persconferentie dat de vijand uitgeput en moedeloos was met de woorden:
āThe enemies hopes are bankrupt.ā
Hoewel er tijdens verschillende Amerikaanse missies op Noord-Vietnamese bodem inderdaad veel Vietcong-strijders omkwamen, vergrootte dit juist de strijdlust van de overgebleven Vietcong.
Net zoals in september 1967 vond er vanaf 21 januari 1968 een aanval plaats om de aandacht van de Amerikanen en de Zuid-Vietnamezen af te leiden. Op die datum vielen de Noord-Vietnamezen de Amerikaanse legerbasis op Khe Sang aan, twintig kilometer gelegen van de grens tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Deze basis was niet toevallig gekozen: de Vietcong wist dat generaal Westmoreland veel waarde hechtte aan het behoud van deze basis. Ongeveer 6000 toepen werden door hem naar Khe Sang gestuurd om de basis te behouden. Hierdoor ontstond er een concentratie van Amerikaanse soldaten in de noordelijke regio van Vietnam. Door een voltreffer van de Vietcong op een Amerikaans munitiedepot werd 1500 ton aan munitie en explosieven vernietigd waardoor de verdediging tegen de Vietcong moeizaam verliep.
Het Zuid-Vietnamese leger kreeg tijdelijk de functie om de Saigon-regio te beschermen voor eventuele aanvallen nu de Amerikanen deze regio grotendeels hadden verlaten. Doordat ongeveer 70 procent van de Zuid-Vietnamese soldaten op verlof ging om met familie het nieuwe jaar te vieren waren de overgebleven troepen onvoldoende opgewassen tegen een nieuwe Noord-Vietnamese aanval.
Noord-Vietnam slaat toe
In de nacht van 31 januari 1968 vond er een reeks gecoƶrdineerde aanvallen plaats van ongeveer 80.000 Vietcongstrijders en Noord-Vietnamese troepen op vijf grote steden, 36 provinciale hoofdsteden en vele dorpen verspreid over het zuiden van Vietnam. Generaal Tran van Tra was hier de hoofdcommandant van de Noord-Vietnamezen en de Vietcong. De leider en het brein achter de Vietcong, Ho Chi Minh, wilde met het offensief Vietnam verenigingen onder het communisme en het volk bevrijden van westerse en kapitalistische invloeden.
Om drie uur sā nachts werd onder leiding van generaal Tra de Amerikaanse ambassade in Saigon aangevallen. Door dit nachtelijke tijdstip waren er weinig aanwezig ter verdediging. De Vietcong zette onder meer antitankraketten in om het gebouw binnen te dringen. Daarnaast werd ook het hoofdkwartier van Radio Saigon overgenomen. Zeven uur later was de ambassade weer in Amerikaanse handen. De Vietcong was echter nog lang niet verdwenen uit de straten van Saigon.
Doordat de Vietcong inschatte dat een volledige inname van Saigon niet mogelijk was, vonden er aanvallen plaats op verschillende strategische plekken, zoals het hoofdkwartier van het Zuid-Vietnamese leger, het paleis in de stad en de luchtmachtbasis. Daarnaast werden verschillende lokale politiebureaus en gevangenissen bestookt met aanvallen. Doordat de legerbasis in Bien Hoa, gelegen op tien kilometer van Saigon, werd aangevallen konden Amerikaanse en Zuid-Vietnamese troepen Saigon tijdelijk niet bereiken. Hierdoor stonden alle ter plaatse aanwezige troepen alleen in hun gevecht tegen de vijand.
Ook werd een poging gedaan om het hoofdkwartier van generaal Westmoreland in te nemen. Dit mislukte. Een andere stad die net als Saigon grote aanvallen te verduren kreeg was Hue. Deze voormalige hoofdstad van het keizerlijk Vietnam, gelegen in het midden van het land, werd op 31 januari ingenomen. Een geschat aantal van 12.000 communistische troepen hielden de stad drie weken bezet. De lokale bevolking van Hue wilde niets te maken hebben met een communistische reorganisatie en stonden aan Amerikaanse zijde. De bevolking van de stad kreeg te maken met een zeer wreed communistisch leger. Een onbekend aantal mensen werden naar heropvoedingskampen gestuurd en tussen de 3000 en 6000 mensen werden omgebracht omdat zij werden gezien als ‘vijand van het communisme’.
Als tegenaanval werden er door de Amerikanen vele luchtaanvallen uitgevoerd op plaatsen waar de Vietcong zich schuilhield. Ter verdediging was de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger onder meer bewapend met luchtafweergeschut van hun communistische Sovjetbondgenoten. De geavanceerdere Zuid-Vietnamese en Amerikaanse vliegtuigen wisten het afweergeschut in veel gevallen echter te ontwijken. Wat hierbij ook een rol speelde was de bewolking in de Vietnamese jungle en bossen. Veel bombardementen door de Amerikaanse B-52 gevechtsvliegtuigen werden niet gezien waardoor veel aanvallen kwamen als verrassing.
Alhoewel de Zuid-Vietnamezen en Amerikanen uiteindelijk de controle terugkregen over de steden en dorpen die werden aangevallen, waren de gevolgen vernietigend. Duizenden Vietnamese burgers werden gedood tijdens het offensief en naar schatting raakten zoān 750.000 mensen dakloos. Ook sneuvelden er enkele duizenden Amerikaanse en Zuid-Vietnamese soldaten in hun strijd tegen Noord-Vietnam.
Het Tet-offensief liep grotendeels ten einde op 26 februari 1968 waarna het bleef doorsluimeren met kleinere aanvallen. Zo vonden er onder meer nieuwe pogingen van het Noord-Vietnamese leger en de Vietcong plaats om de legerbasis van Khe Sang alsnog in te nemen. Over het algemeen waren de Zuid-Vietnamezen en Amerikanen nu beter voorbereid op dergelijke aanvallen, onder meer door geĆÆnstalleerde sensoren op de basis die een signaal gaven wanneer aanvallers binnendrongen.
Verbazing in de VS
De Verenigde Staten en in bredere zin de westerse wereld waren verbaasd dat de Vietcong zoveel manschappen en vuurkracht kon verzamelen om een aanval als het Tet-offensief uit te voeren. De regering in Washington verkeerde in een diepe interne crisis nadat het overrompeld was door de communisten. Voor toenmalig president Lyndon B. Johnson was het Tet-offensief een van de redenen om zich niet meer verkiesbaar te stellen.
Voor het Amerikaanse volk kwam het Tet-offensief en alle bijhorende verliezen en schade rauw op hun dak. Aan hen werd sinds 1966 in de kranten en tijdens televisietoespraken verteld dat het Amerikaanse leger aan de winnende hand was. Met name de massale bombardementen die werden uitgevoerd op Vietnam onder de missienaam Rolling Thunder werden veelal als succesvol bestempeld. Het volk voelde zich in zekere mate voorgelogen doordat de eerdere oorlogsinspanningen niet tot een duidelijke vooruitgang had geleid. Hierdoor ontstond een zekere afkeer tegen de Vietnamoorlog die zich uitte in protesten.
Overzicht van Boeken over de Vietnamoorlog
Bronnen ā¼
– ASAP History, āThe Siege of Hue,ā laatst geraadpleegd op 15 april 2021 van:
– Elliott, Duong Van Mai, and Rand Corporation, Rand in Southeast Asia : A History of the Vietnam War Era. (Santa Monica, CA: RAND Corp, 2010).
– History.com, āKhe Sanhā, laatst geraadpleegd op 14 april 2021 van: https://www.history.com/topics/vietnam-war/battle-of-khe-sanh-1
– Wirtz, James J. The Tet Offensive : Intelligence Failure in War. Cornell Studies in Security Affairs. Ithaca: Cornell University Press, 2017.