Na de Tweede Wereldoorlog wil Amerika de West-Europese economie uit het slop halen. De minister van buitenlandse zaken van dat land – George Marshall – doet daarom een voorstel voor het zogenaamde European Recovery Program. Het plan wordt beter bekend onder de naam Marshall-plan.
Amerika krijgt van het Congres toestemming 22,4 miljard euro te verdelen onder de West-Europese landen. Volgens een hardnekkige historische mythe zorgde Nederland er op een wel heel aparte manier voor dat het veel geld toebedeeld kreeg…
Zondag
Alle landen die voor hulp in aanmerking kwamen, kregen bezoek van een soort examencommissie die moest bepalen hoe hoog de nood in het betreffende land was. Volgens een bekend verhaal, dat in de wereld is geholpen door voormalig minister van buitenlandse zaken Joseph Luns, kwam de commissie op een zondag in Nederland aan en werden de leden, omdat het zondag was, door Willem Drees ontvangen in zijn bescheiden burgerwoning in Den Haag. Geen luxe ontvangst dus. De deftige heren van het European Recovery Program kregen een karig kopje thee met een mariakaakje. De Amerikanen zouden zo onder de indruk zijn geweest van deze armoede, dat Nederland gedurende het eerste jaar van het Marshall-plan het hoogste bedrag per hoofd van de bevolking ontving.
Historici Hans Daalder Jelle Gaemers verwezen dit bekende verhaal enkele jaren gelden in hun Willem Drees-biografie naar het rijk der fabelen. Drees kreeg inderdaad thuis bezoek van Amerikaans gezant van het Marshall-programma, maar dat was in 1949 en toen ontving Nederland al een jaar lang steun. Daarnaast was de gezant een dag eerder samen met acht ministers al uitgenodigd voor een diner. En Drees’ vrouw was volgens de historici een veel te goede huisvrouw om zich te laten verrassen door onverwacht bezoek. Die zou, aldus de historici: ‘heus wel wat beters in huis gehad zal hebben dan een karig kaakje’.