De zogeheten Witkar, een kleine elektrische auto die gedeeld kon worden met andere gebruikers en in 1972 in Amsterdam werd geïntroduceerd, was zijn tijd ver vooruit. Een doorslaand succes werd het milieuvriendelijke wagentje echter niet…
De termen babyboom en babyboomgeneratie komen geregeld voorbij als het gaat over de periode na de Tweede Wereldoorlog. Wat is de betekenis van deze begrippen? En welke oorzaken, kenmerken en gevolgen had de naoorlogse babyboom voor Nederland, West-Europa en de Verenigde Staten?
Marinemannen uit Den Helder en Doorn waren een groep hippies op de Dam helemaal zat. De dag na ingang van een gebiedsverbod besloten ze in te grijpen. Ongeveer 80 mariniers en matrozen gingen met knuppels en koppelriemen naar Amsterdam om de hippies te verjagen.
Sociale bewegingen gaan in Nederland al van oudsher hand in hand met protestliederen en strijdmuziek. Het waren ‘godfathers’ Boudewijn de Groot en Armand die het genre op de kaart zetten.
De nozems gelden wel als de eerste naoorlogse jeugdcultuur. De term sloeg op een nieuw type jongere, dat zelfbewust was en tegen het gezag aanschopte.
In 1966 stond het conservatieve deel van de Nederlandse bevolking op z’n achterste poten. Het ‘langharig werkschuw tuig’ dat zich verenigde in de provobeweging, dreigde het ganse land te ontregelen.
Van 1957 tot 1967, in de woelige jaren van Provo, was de geprezen verzetsstrijder Gijs van Hall (1904-1977) burgemeester van Amsterdam.