Sociale bewegingen gaan in Nederland al van oudsher hand in hand met protestliederen en strijdmuziek. Het waren ‘godfathers’ Boudewijn de Groot en Armand die het genre op de kaart zetten.
In 1966 stond het conservatieve deel van de Nederlandse bevolking op z’n achterste poten. Het ‘langharig werkschuw tuig’ dat zich verenigde in de provobeweging, dreigde het ganse land te ontregelen.