Dat de Nederlandse geschiedenis vol zwarte bladzijden zit, is inmiddels geen nieuws meer voor geschiedenisliefhebbers. Maar niet iedere zwarte pagina heeft vooralsnog de aandacht gekregen, waar het eigenlijk recht op heeft. Zo ook het verhaal van Tula, de aanjager van de Curaçaose slavenopstand in 1795. In Curaçao wordt hij nog altijd herdacht en gevierd als boegbeeld van de anti-slavernij, als formidabele vrijheidsstrijder, maar in Nederland is hij vrijwel onbekend. Het slavernijdrama Tula: the Revolt, het regiedebuut van Jeroen Leinders (2013), brengt daar verandering in.

Internationaal nieuws sijpelt intussen door tot op de plantage van Van Uytrecht. Tula hoort over de Franse Revolutie, inclusief de befaamde ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’-leus, over de bezetting van Nederland door de Fransen en over de succesvolle slavenopstand op Haïti, de Caribische kolonie van, jawel, wéér de Fransen.
Geïnspireerd door de vrijheidslievende omwentelingen overal ter wereld, zo lijkt het, bedroefd door de dood van zijn broertje, en – terecht – verbolgen over zijn slavenbestaan, ruikt Tula zijn kans. Nu de slavernij op Haïti is afgeschaft, moet in Curaçao, nu Nederland ook onder Frans bewind valt, het ook maar eens afgelopen zijn met de uitbuiting en onderdrukking, vindt hij.
Opstand

Het is niet verrassend dat ook de kwade gouverneur geen oor heeft voor Tula’s pleidooi. Het vreedzame protest loopt derhalve op niets uit, de woede en de frustraties lopen daarom hoog op, de wapens worden opgepakt en een gewelddadig, dramatisch conflict tussen een bataljon Nederlandse soldaten en de twaalfhonderd opstandige slaven is niet meer af te wenden.
Regisseur Leinders heeft zich, ter voorbereiding op de film, uitstekend in de historie van de Curaçaose slavenrevolte van 1795 verdiept. Hij deed uitgebreid onderzoek naar de opstand, raadpleegde lokale historici en cultuurkenners en schreef zelfs een boek over de aanvoerder van de opstand. Op papier, zeker met het oog op de, voor Nederlandse begrippen, sterrencast, had de film dus een passend portret van de Curaçaose, en daarmee ook de Nederlandse, slavernijgeschiedenis kunnen zijn.
Het is daarom extra jammer dat de film die verwachting niet waar maakt. Tula is een vrij eendimensionaal figuur, vol heroïsche oneliners, zonder een moment te twijfelen, en met een uiterst rechtschapen karakter; de witte imperialisten zijn daarentegen, op een enkele uitzondering na, boosaardige typetjes, die niets liever doen dan slaven het leven zuur maken – net zo eendimensionaal dus; de voertaal Engels doet geen recht aan de oorspronkelijkheid; en het plot – inclusief de liefdesverhaallijn – van de film is rechttoe rechtaan en verrast vrijwel niet.

Ik hoopte op een film die recht doet aan het gruwelijke slavernijverleden, en de complexiteit daarvan, die inzicht geeft in het denken van zowel de slaven als de Nederlandse plantagehouders, die de hedendaagse impact en urgentie van het onderwerp onderstreept, die niet voor de makkelijke – mag ik het woord ‘commerciële’ gebruiken? – weg kiest, maar confronterend, tragisch, ingrijpend is, en die je diep raakt, die je laat trillen van onrechtvaardigheid en woede.
Helaas had ik die ervaring niet.