Vierhonderd jaar Noordse Compagnie

2 minuten leestijd
Anonieme gravure uit de 18e eeuw met Nederlandse walvisvaarders jagend op Groenlandse walvissen bij Jan Mayen.
Anonieme gravure uit de 18e eeuw met Nederlandse walvisvaarders jagend op Groenlandse walvissen bij Jan Mayen.

Op 27 januari 2014 was het 400 jaar geleden dat de Noordse Compagnie werd opgericht. Qua omvang en invloed kon dit bedrijf, dat opgericht werd in 1614 maar al in 1642 ten onder ging, niet in de schaduw staan van de VOC en WIC. Wel vormde de Noordse Compagnie het belangrijkste bedrijf in de Nederlandse walvisvangst bij Spitsbergen en het Jan Mayeneiland.

Bij uitgeverij Walburg Pers is een fraai vormgegeven boek verschenen over de geschiedenis van de Noordse Compagnie, van de hand van archeoloog en fysisch geograaf dr. Louwrens Haquebord. Het boek vertelt het verhaal van de opkomst, bloei en ondergang van deze compagnie.

Zeep, kaarsen en korsetten

Alle grote Nederlandse havens uit de zeventiende eeuw hadden een kamer in de compagnie: Hoorn, Enkhuizen, Rotterdam, Delft en Amsterdam vanaf het begin in 1614, gevolgd door de Zeeuwse havens van Middelburg, Vlissingen en Veere in 1617 en ten slotte ook Stavoren en Harlingen vanaf 1636. Elk van deze kamers waren zelfstandige ondernemingen met een eigen kapitaal.

Driemaal per jaar stelde een vergadering van bewindhebbers het beleid van de Noordse Compagnie vast. Gemiddeld voeren er jaarlijks zo’n 15 à 20 schepen uit on walvissen te gaan vangen bij Spitsbergen en Jan Mayeneiland, waar de Noordse Compagnie over landstations beschikte. In deze stations werd het walvisspek tot traan gekookt en in vaten gestopt, die vervolgens naar Nederland gingen om op de markt verhandeld te worden. Deze traan werd gebruikt om bijvoorbeeld zeep en kaarsen te maken. Ook de baleinen van de walvissen bleken verkoopbaar: deze gebruikte men in schilderijlijsten, medaillons en later in korsetten.

Hoewel de Noordse Compagnie slechts 28 jaar bestond, in 1642 kwam er geen verlenging van de alleenhandel en ging de compagnie door concurrentie ten onder, had het bedrijf veel invloed op de latere Nederlandse walvisvangst. De kennis die de compagnie vergaard had over onder meer het doden van walvissen, het afspekken, traan koken en de Arctische omstandigheden, vormde de basis voor het succes van de vrije Nederlandse walvisvangst erna.

De Walvischvangst (1792) door H. Kobell, Jr.
De Walvischvangst (1792) door H. Kobell, Jr.

Keizersgracht

Sinds de jaren 1980 heeft archeologisch onderzoek, dat Haquebord voor zijn dissertatie uitvoerde, nieuwe informatie opgeleverd over de Noordse Compagnie. In De Noordse Compagnie presenteert Hacquebord deze informatie voor het eerst in en complete, gebundelde vorm.

Hacquebord richt de aandacht achtereenvolgens op de oprichting, organisatie, werkwijze, de walvisvaarders, concurrenten, kolonisatiepogingen en ondergang van de Noordse Compagnie.

De Noordse Compagnie – Louwrens Hacquebord
De Noordse Compagnie – Louwrens Hacquebord
De meerwaarde van dit boek ligt, naast het feit dat het boek de meest recente kennis verzamelt, in het expliciet archeologische perspectief. In het boek zijn talloze afbeeldingen te vinden van archeologische voorwerpen die in het vangstgebied gevonden zijn. Voorts heeft de auteur oog voor de pakhuizen van de Noordse Compagnie die in Nederland nog bestaan:

“Aan de Keizersgracht in Amsterdam staan nog drie Groenlandse pakhuizen. Deze pakhuizen zijn in opdracht van de kamer Amsterdam gebouwd. In de pakhuizen waren een zestigtal bakken van 2 bij 2 bij 4 meter gemetseld om de traan in op te bergen. (…) Het was soms handig om de Groenlandse traan na het seizoen een tijdje op te slaan en deze pas op de markt te brengen als de traanprijs was gestegen. Voor de opslag gebruikte men dan de gemetselde bakken in de pakhuizen. Behalve voor opslag werden de Groenlandse pakhuizen ook gebruikt als vergaderruimte door de bewindslieden van de kamer Amsterdam (…) Een [andere] vergaderruimte is bekend uit Hoorn. In het gebouw van het Westfries Museum in Hoorn bevindt zich een kamer met een grote schouw waarboven houtsnijwerk van de schoorsteenmantel het bedrijf van de Noordse Compagnie uitbeeldt.” (84,85)

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

0
Reageren?x
×