Anthony Fokker en Albert Plesman konden maar moeizaam met elkaar opschieten. Helaas waren ze tot elkaar veroordeeld. Samen legden ze de basis voor de burgerluchtvaart in Nederland. De een als ontwerper en bouwer van vliegtuigen, de ander als bestuurder van de KLM. Marc Dierikx schreef een dubbelportret van beide heren.
Als de Eerste Wereldoorlog is afgelopen, keert de jonge vliegpionier en durfal Anthony Fokker (1890-1939) stilletjes terug naar Nederland. Hij komt niet alleen, maar met zijn op vier lange treinen gezette bedrijfsboedel en zijn Duitse verloofde Tetta von Morgen. In de oorlogsjaren heeft hij furore gemaakt als ontwerper en fabrikant van gevreesde jachtvliegtuigen voor de Deutsche Luftstreitkräfte. Het heeft de telg van een rijke Haarlemse patriciërsfamilie geen windeieren gelegd, maar als kapitalist moet hij het na-oorlogse linksrevolutionaire Duitse klimaat ontvluchten.
Albert Plesmans (1889-1953) eerste pogingen om het luchtruim te veroveren gaan iets moeizamer. De Haagse kruidenierszoon is luitenant bij de infanterie en weet in 1917 met moeite een plek als vlieger bij de nog jonge ‘Luchtvaart-Afdeeling’ van de Koninklijke Landmacht te veroveren. De rechtlijnige militair blijkt een betere organisator van vliegevenementen te zijn dan vlieger. Hij droomt van vliegtuigen als vervoermiddel van post en personen in een netwerk van internationale luchtverbindingen.
KLM
In mei 1919 richt een clubje van invloedrijke zakenmensen de ‘Koninklijke Luchtvaartmaatschappij voor Nederland en Koloniën’ op, kortweg KLM. Onder hen bevinden zich bekende namen als Cornelis van Aalst, Frits Fentener van Vlissingen en Anton Kröller. De ‘Bataafsche Petroleum Maatschappij’ (Shell) heeft met Hendrik Colijn ook een vinger in de pap. De toen nog puissant rijke, met Helene Müller gehuwde iconische Rotterdamse havenbaron Anton Kröller wordt door de auteur overigens consequent, maar onjuist omschreven als een ‘Amsterdamse ondernemer’.
Het KLM-bestuur stelt de enthousiaste en energieke Plesman aan als ‘administrateur’ en later als directeur van de KLM. In die hoedanigheid is hij verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding en groei van het luchtvaartbedrijf. Maar zowel Fokkers vliegtuigfabriek als de KLM komen niet makkelijk van de grond. De KLM is jarenlang verlieslijdend en kan alleen overleven dankzij miljoenen aan overheidssteun, waarmee ze deels Fokker sponsoren door vliegtuigen te kopen. Overheidssteun is iets waar het inmiddels grotendeels Franse bedrijf in onze tijd ook mee overeind wordt gehouden.
Fokker probeert zijn vliegtuigen in eerste instantie vooral in Nederland te slijten en is daarmee praktisch veroordeeld tot de KLM. Daarom verkast hij snel weer naar het buitenland, ditmaal naar Amerika. In de VS begint hij een tweede vliegtuigfabriek. Mede door zijn wereldberoemde naam als bouwer van de driedekkers waarmee Duitse flying aces als Manfred von Richthofen en Hermann Göring naam maakten, weet hij de chauvinistische Amerikaanse markt open te breken.
Lastpak
Dat het tussen hem en Plesman niet wil boteren, komt vooral omdat Fokker een gladde jongen is. De stijle en zakelijk wat naïeve ex-militair laat zich makkelijk beetnemen. Een zakelijke afspraak met Fokker blijkt namelijk niet altijd in steen gebeiteld. Als in de loop der jaren de vliegtuigontwerpen van Fokker technisch gaan achterlopen op die van de concurrentie, zoals de Californische Douglas Aircraft Company, ziet Plesman zijn kans schoon om van de lastpost Fokker af te komen.
In Vliegende Hollanders. Het ware verhaal van Anthony Fokker & Albert Plesman beschrijft luchtvaarthistoricus Marc Dierikx de belangrijkste wapenfeiten en de relatie van deze twee vliegpioniers. Dierikx schreef eerder een prima biografie over Fokker, waarin ook de relatie met de KLM aan bod kwam. Over hem voegt dit informatieve, makkelijk behapbare boek (182 pagina’s) dan ook weinig tot niets nieuws toe. Het boek is daarom vooral interessant voor mensen die nog weinig van de twee leidende voorwerpen afweten. En omdat het Fokker en Plesman nu expliciet naast en tegenover elkaar legt.
Het boek wekt de indruk snel of op de automatische piloot te zijn geschreven, wat de Kröller-gaffe kan verklaren; een kort bezoekje aan Wikipedia had dat misverstand voorkomen. Dit najaar start de dramaserie ‘Vliegende Hollanders’ op NPO 1. De rollen van Plesman en Fokker worden daarin gespeeld door Daan Schuurman en Fedja van Huêt. Dit boek kan daarom mooi van pas komen om deze serie te beoordelen op zijn historische waarheidsgehalte, altijd een leuk, maar voor derden soms ook irritant tijdverdrijf voor de historisch onderlegde tv-kijker.
Boek: Vliegende Hollanders – Marc Dierikx