Het volkslied van Turkije is İstiklal Marşı (Onafhankelijkheidsmars). Het lied is geschreven door de Turkse dichter Mehmet Akif Ersoy en werd op 12 maart 1921 als volkslied aangenomen. Het is sinds 1983 ook het volkslied van de Turkse Republiek Noord-Cyprus, een zelfverklaarde republiek die alleen door Turkije is erkend.
Op het moment dat het volkslied werd aangenomen was de republiek Turkije al wel uitgeroepen. De daadwerkelijke stichting van de republiek vond echter twee jaar later plaats, op 29 oktober 1923. Mustafa Kemal Atatürk (1881-1938) werd de eerste president en bleef dat tot zijn dood in 1938. Na de stichting van de republiek werd Ankara de hoofdstad van Turkije.
De tekst van het volkslied van Turkije moet gezien worden in het licht van de Turkse Onafhankelijkheidsoorlog die na de Eerste Wereldoorlog losbarstte. Het lied is op muziek gezet door Osman Zeki Üngör en Edgar Manas. Het Turkse volkslied speelt een prominente rol in het openbare leven in Turkije. Zo is de tekst van het lied bijvoorbeeld in de meeste klaslokalen van Turkije te vinden, samen met een foto van Atatürk.
Tekst van het volkslied van Turkije
Turks | Nederlandse vertaling |
---|---|
Korkma, sönmez bu şafaklarda yüzen al sancak; Sönmeden yurdumun üstünde tüten en son ocak. O benim milletimin yıldızıdır, parlayacak; O benimdir, o benim milletimindir ancak. | Vrees niet, het vaandel dat wappert aan de horizon zal niet doven, voordat de allerlaatste haard die brandt in mijn vaderland dooft. Het is de ster van mijn volk, het zal schitteren, het is van mij, behoort enkel mijn volk toe |
Çatma, kurban olayım, çehreni ey nazlı hilâl Kahraman ırkıma bir gül!… Ne bu şiddet bu celâl Sana olmaz dökülen kanlarımız sonra helâl, Hakkıdır, hakk’a tapan, milletimin istiklâl! | Frons niet, ik smeek u, o terughoudende sikkel maan, lach mijn heldhaftige ras toe! Waarom zulk geweld, waarom zulke blaam? Anders zal ons bloed, vergoten voor jou, jou niet toekomen. Onafhankelijkheid is het recht van mijn godvrezende volk. |
Ben ezelden beridir hür yaşadım, hür yaşarım. Hangi çılgın bana zincir vuracakmış? Şaşarım Kükremiş sel gibiyim, bendimi çiğner, aşarım; Yırtarım dağları, enginlere sığmam, taşarım. | Ik was vrij vanaf het begin en zal het altijd zijn. Welke gek zal me vastketenen? Het idee verbaast mij! Ik ben als een brullende vloed: krachtig en onafhankelijk. Ik zal bergen verscheuren, ik zal de oneindigheid overtreffen, en dan nog zal ik komen! |
Garbın afakını sarmışsa çelik zırhlı duvar, Benim iman dolu göğsüm gibi serhaddim var. Ulusun, korkma! Nasıl böyle bir imanı boğar. Medeniyyet!“ dediğin tek dişi kalmış canavar | Al omringt een stalen pantsermuur de westelijke horizon, Ik heb een bastion in mijn hart vol van geloof! Je bent machtig, vrees niet! Hoe kan het tandeloze monster, Dat je “beschaving” noemt; jouw geloof en wilskracht ondermijnen? |
Arkadaş! Yurduma alçakları uğratma, sakın! Siper et gövdeni, dursun bu hayasızca akın. Doğacaktır sana va´dettiği günler Hakk´ın; Kim bilir, belki yarın, belki yarından da yakın. | Mijn vriend! Laat mijn geboorteland niet in de handen van gemene mensen! Geef uw borst als pantser! Houd deze beschamende stormloop tegen! Want snel zal de dag van de goddelijke belofte komen. Wie weet het? Misschien morgen? Misschien nog wel eerder dan morgen! |
Bastığın yerleri “toprak“ diyerek geçme, tanı! Düşün, altındaki binlerce kefensiz yatanı. Sen şehit oğlusun, incitme, yazıktır, atanı; Verme, dünyaları alsan da, bu cennet vatanı. | Zie niet de grond waar u op loopt als zuivere aarde, maar denk over de duizenden onder u die er liggen, zonder een lijkwade. U bent de edele zoon van een gestorven soldaat in de hemel, behoud de traditie, kwets niet uw voorvader! Zelfs wanneer u werelden worden beloofd, geef dit paradijs van een geboorteland niet op. |
Kim bu cennet vatanın uğruna olmaz ki feda? Şüheda fışkıracak toprağı sıksan, şüheda! Canı, cananı, bütün varımı alsın da Hüda, Etmesin tek vatanımdan beni dünyada cüda. | Welke man zou niet willen sterven voor dit hemelse stuk land? Gestorven soldaten in de hemel zouden uit de grond komen als u de grond zou uitdrukken! Hemelse soldaten! God mag al mijn geliefden en al mijn bezit nemen als Hij wil. Maar laat Hem mij niet van mijn enige echte geboorteland op deze wereld beroven. |
Ruhumun senden, ilahi, şudur ancak emeli; Değmesin mabedimin göğsüne na-mahrem eli! Bu ezanlar-ki şahadetleri dinin temeli, Ebedi yurdumun üstünde benim inlemeli | De enige smeekbede van mijn ziel aan U, Ο God, is dit: laat geen vreemde hand de borst van mijn heiligdom bezoedelen. Laten deze gebedsoproepen, waarvan de belijdenissen de kern van het geloof zijn, eeuwig over mijn vaderland weerklinken, |
O zaman vecd ile bin secde eder -varsa- taşım Her cerihamdan, ilahi, boşanıp kanlı yaşım, Fışkırır ruh-i mücerred gibi yerden na´şım; O zaman yükselerek arşa değer belki başım! | Dan zal mijn grafsteen, als er een is, duizenden keren met zijn voorhoofd de aarde raken (zoals in salaat) in geestvervoering. O God, tranen van bloed stromen uit mij, uit iedere wond, Mijn lijk zal van de aarde stromen als een geest, en dan zal ik wellicht opstijgen en de hemel bereiken. |
Dalgalan sen de şafaklar gibi ey şanlı hilal; Olsun artık dökülen kanlarımın hepsi helal! Ebediyen sana yok, ırkıma yok izmihlal. Hakkıdır, hür yaşamış bayrağımın hürriyet; Hakkıdır, Hakk’a tapan milletimin istiklal! | Wapper als de dagende hemel, o roemrijke halve maan, zodat eindelijk al mijn vergoten bloed waardig kan zijn! Nooit zul jij, noch mijn natie vernietigd worden! Vrijheid is het recht van mijn altijd vrij geleefde vlag; onafhankelijkheid is het recht van mijn godvrezende volk! |
Overzicht van Boeken over de geschiedenis van Turkije