Ieder schilderij, plakkaat, artikel, foto of archiefstuk heeft een eigen verhaal. Soms is het verhaal groot, soms klein. De gemene deler is dat ieder stuk uniek is en zijn eigen geschiedenis heeft. In deze rubriek wordt zo’n uniek object uit WO2-zoekmachine oorlogsbronnen.nl uitgelicht. Deze aflevering: gedichten van W.F. Hermans in Parade der Profeten.
Hoe een jonge Willem Frederik Hermans zich voelde in de laatste maanden van de oorlog? Lees zijn gedichten ‘Robinson’, ‘Een opdracht’, ‘Zij hangt het wasgoed aan de lijnen’ of ‘In een straat…’ en u krijgt een idee.
Als jongen van begin twintig schreef hij deze poëzie voor het ondergrondse blad Parade der Profeten. Een illegaal Utrechts tijdschrift onder hoofdredactie van Jan Praas, dat tussen april 1944 en mei 1945 veertien nummers uitgaf.
Debutanten
Hermans was een van de tachtig schrijvers – en acht illustratoren – aangesloten bij het clandestiene tijdschrift dat beperkt in genummerde oplage verscheen. Andere bekende namen zijn Guillaume van der Graft, W.J. van der Molen en Gerrit Kouwenaar. Parade der Profeten bood een podium voor debutanten: “Alleen zij, die nog niet publiceerden, kunnen meewerken” staat in de inhoudsopgave.
In totaal negen gedichten schreef Hermans in het gestencilde literaire blad, verdeeld over de afleveringen van augustus- september en oktober-december van 1944. Het blad had een artistieke en geen politieke invalshoek, waardoor veel schrijvers hun eigen naam gebruikten. Maar verspreiding bleef een uitdaging, zo is te lezen in een colofon eind 1944:
“Met de meest vreemdsoortige vehikels bereikten deze nummers veelal hun bestemming, en sommige moesten onderweg meermalen dekking zoeken”.