De geschiedenis van het Nederlandse warenhuis De Bijenkorf begint in 1870. De Joodse ondernemer Simon Philip Goudsmit opent dan aan de Amsterdamse Nieuwendijk 132 zijn Magazijn de Bijenkorf.

In 1914 wordt aan de Dam uiteindelijk het beroemde nog altijd bestaande warenhuis geopend. Het pand is ontworpen door architect J.A van Straaten. Door de Eerste Wereldoorlog heeft de zaak het aanvankelijk moeilijk waardoor de vestiging aan de Dam niet in één keer kan worden afgebouwd. Pas in 1915 is de Bijenkorf volop in bedrijf.
HEMA
De zaken gaan goed en in 1923 besluit de Bijenkorf-directie een bouwterrein aan de Grote Marktstraat in Den Haag te kopen. Hier wordt een nieuwe vestiging gebouwd, ontworpen door architect Piet Kramer. Drie jaar later opent het nieuwe filiaal de deuren. Het jaar 1926 is ook het jaar waarin dochtermaatschappij HEMA (Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam) in de Kalverstraat haar deuren opent. Met dit nieuwe bedrijf hoopt de directie ook de wat minder rijke Nederlanders te kunnen bedienen.

Na de oorlog groeit de HEMA uit tot een van de belangrijkste winkelketens van Nederland. Ook warenhuis de Bijenkorf blijft het echter goed doen. In 1969 wordt in Eindhoven een vestiging geopend. Het is het eerste filiaal buiten de randstad. In 1975 volgt Arnhem en in 1987 Utrecht.
Opening van het filiaal in Den Haag, 1926
Drie Dwaze Dagen

In 2004 werd De Bijenkorf overgenomen door het Amerikaanse concern Kohlberg Kravis Roberts & Co. en het Nederlandse AlpInvest Partners.
Augustus 2013 maakt het bedrijf bekend vijf van de inmiddels twaalf filialen te sluiten. De filialen in Arnhem, Breda, Den Bosch, Enschede en Groningen gaan dicht omdat ze volgens de directie “niet voldoen aan een combinatie van factoren, zoals de winkel zelf, de locatie en het verzorgingsgebied”. De Bijenkorf wil in de resterende filialen gaan investeren. Deze vestigingen moeten op zogenaamd “flagship store niveau” worden gebracht. De uitstraling van de filialen moet verbeterd worden en het merkenportfolio wordt uitgebreid met “nieuwe en onderscheidende merken”.