In de Middeleeuwen was Pinksteren een uitbundig volksfeest, dat soms wel acht dagen duurde. Mensen strooiden rozenbladeren door de kerk en kozen het mooiste meisje van het dorp tot Pinksterbruid, een soort ´Miss Lente´. Zij werd met bloemen versierd en de huwbare jonge mannen dansten om haar heen.
Van oorsprong was Pinksteren een joods oogstfeest, een soort lentefeest dus. De christenen namen het over. Met Pinksteren vieren christenen ook een soort oogst, de oogst van de eerste gelovigen en de geboorte van de kerk.
Volgens het bijbelverhaal was de ´Heilige Geest´, een soort goddelijke levensadem, over Jezus’ volgelingen neergedaald. Plotseling spraken deze apostelen alle talen van de wereld. Eerst dachten mensen dat ze dronken waren, totdat zij het verhaal van Jezus in hun eigen taal hoorden. In één dag werden 3000 mensen gelovig en was de christelijke kerk geboren.
In 310 na Christus had de kerk vastgelegd dat Pinksteren op de vijftigste dag na Pasen plaatsvond. Vandaar ook de naam, afstammend van ‘pèntèkostè’, Grieks voor vijftigste. Pas eeuwen later, in 1574, werd Pinksteren een officiële kerkelijke feestdag, vooral om alle uitbundigheid van het middeleeuwse volksfeest aan regels te binden.
Meubelboulevard
Tegenwoordig willen sommigen de vrije dagen met Pinksteren of Hemelvaart afschaffen, omdat bijna niemand meer weet wat we vieren. En als we vrij zijn met christelijke feesten, waarom dan niet met joodse of islamitische? Zolang deze discussie voortduurt, gaat Nederland met Pinksteren lekker naar de meubelboulevard, het pretpark, Pinkpop of naar de kerk natuurlijk.
Boek: Geschiedenis van het christendom in Nederland
Lees ook: Pinksterbruidjes op lijst immaterieel erfgoed
Oorspronkelijk geplaatst op 14 mei 2013