De wedergeboorte van een moffenmeid

De rehabilitatie van Thea Hoogensteijn
8 minuten leestijd
Portret van Thea Hoogensteijn uit 1942 toen ze voor de Duitsers ging werken.
Portret van Thea Hoogensteijn uit 1942 toen ze voor de Duitsers ging werken.
Deze week verschijnt bij uitgever Just Publishers het boek De wedergeboorte van een moffenmeid, waarin het verhaal wordt verteld van de ‘geheime’ familiegeschiedenis van schrijver Jan Hopman. Deze had een tante, Thea Hoogensteijn, die tijdens Tweede Wereldoorlog werkte als secretaresse voor de nazi’s en daarom door de familie werd verstoten. Pas jaren later bleek dat zij in haar functie geheime documenten doorspeelde aan het verzet en waarschuwde voor jodenrazzia’s, waardoor zij veel mensenlevens heeft gered. Deze familiegeschiedenis – die Jan Hopman na jarenlang onderzoek ontrafelde – vormt de aanleiding tot het boek, waarbij fictie en non-fictie wordt gecombineerd. Een fragment op Historiek:

De motorfiets

Op vrijdagmorgen 21 april 1978 viel er natte sneeuw in de Schermer. Bij het uitbaggeren van de ringvaart kwam een oude Engelse motorfiets naar boven. Een opvallend model waar de laagveenprut vanaf droop en de spaakwielen met een groene mantel van sterrenkroos waren bedekt. De dijkgraaf van het waterschap sprak in de krant over de goede staat waarin de motor verkeerde: dat kwam volgens hem doordat het voertuig niet erg lang geleden te water moest zijn geraakt. De brandweer dregde vervolgens naar menselijke resten, maar een eventuele berijder werd niet gevonden.

Het artikel dat op 4 mei 1960 verscheen in de Alkmaarsche Courant en waarin Thea Hoogensteijn werd beschreven als een vergeten verzetsheldin.
Het artikel dat op 4 mei 1960 verscheen in de Alkmaarsche Courant en waarin Thea Hoogensteijn werd beschreven als een vergeten verzetsheldin.
Op dat moment bracht niemand in het dorp de vondst in verband met het verzetsdrama dat zich in de nacht van 10 op 11 oktober 1944 in het dorp had afgespeeld en dat men ieder jaar als de ‘Slag bij Rustenburg’ herdacht. Omdat over het bloedbad dat de Duitsers hadden aangericht nooit écht werd gesproken, leek het of oude wonden waren geheeld en de littekens enkel nog te lezen waren op het verzetsmonument bij de kerk. Daarop waren de namen van de gevallenen in marmer vereeuwigd. Helaas zijn de dingen vaak niet zoals ze zich op het eerste gezicht aan ons voordoen. Jacob Rensburg maakte dan ook een pijnlijke vergissing.

Een week later, twee dagen voor de Nationale Herdenking op donderdag 4 mei, veroorzaakte hij met zijn radioprogramma Het Orakel van Slinger kortsluiting in die zwijgzaamheid. Hierdoor vatte het verleden plotseling vlam en zette Rensburg het dorp op stelten. De opgeviste motorfiets veroorzaakte ook opschudding bij hemzelf. Die onrust had op zich niets te maken met de tragedie in de polder, maar veeleer met een verzwegen oorlogsgeschiedenis binnen zijn eigen familie. Na die gedenkwaardige avond vol beroering nam hij zich voor om daar omwille van zijn eigen gemoedsrust verandering in te brengen. Dat ontaardde in een verbijsterend verhaal.

Toen Jacob klein was, slikte hij alles wat zijn ouders hem vertelden voor zoete koek en werd bij hen thuis over de oorlog gezwegen alsof die nooit had plaatsgevonden. Twee broers en een zuster van zijn moeder waren fout geweest. Tegen een van hen was zelfs een internationaal opsporingsbevel uitgevaardigd nadat dit familielid de benen had genomen naar Zuid-Amerika. Als zijn vriendjes in de straat waar hij toen woonde daarachter waren gekomen, zouden ze Jacob met de nek hebben aangekeken. Dat was voor een kwetsbaar jochie als Jacob vreselijk geweest en daarom hield hij zijn mond jarenlang gesloten.

Hij werd op 2 maart 1943 als Jacobus Hubertus Rensburg geboren in een dorp aan de kust. Op diezelfde dinsdag vertrok uit Westerbork het eerste treintransport met 1105 Joden samengepakt in veewagons naar het vernietigingskamp Sobibor. Hoewel hij zich niets kon herinneren van de twee oorlogsjaren die nog volgden, droeg Jacob het verzwijgen als een last met zich mee. Misschien was dat de reden dat hij zich later als journalist begon te interesseren voor gebeurtenissen uit die duistere dagen, waarvan de waarheid vaak niet of nauwelijks vaststond. Graven in dit belaste verleden werd voor hem een liefhebberij. Het radioprogramma dat hij over de Slag bij Rustenburg wilde maken, paste dan ook helemaal in zijn straatje.

De Haarlemse NSB-fotograaf A. Peperkamp maakte deze foto van Thea in 1944 gezeten tussen leden van de ‘Grüne Polizei’ in het SD-gebouw aan de Euterpestraat.
De Haarlemse NSB-fotograaf A. Peperkamp maakte deze foto van Thea in 1944
gezeten tussen leden van de ‘Grüne Polizei’ in het SD-gebouw aan de Euterpestraat.

De Schermerpolder ontvouwt zich als een lappendeken van vierkanten en rechthoeken over het drooggemalen land van Leeghwater. Een beredeneerde rekensom van weilanden, rietvelden en akkers, die aan de rand worden omzoomd door kilometerslange sloten en vaarten. Voor het jaar 1634 lagen hier talloze binnenmeren die bij zware stormen overliepen. De paar overgebleven molens die er nu nog af en toe draaien, herinneren aan de strijd waarbij de mens de wispelturige waterwolf te lijf ging en hem in getemde, strakke banen dwong.

Op zoek naar ruimte en rust was Jacob vanuit de stad naar deze moerasdelta getrokken. Met zijn vrouw en pasgeboren kind vestigde hij zich in een houten daglonerswoning aan een vaart waarin aalscholvers en reigers naar brasem doken. Het werd hun geluksplekje. Toen hij hier voor de eerste keer de herfst onderging en op een morgen door het kleine zolderraam naar buiten keek, zag hij hoe de toenemende westenwind schapenwolkjes als zilveren zeilboten voor zich uit blies. Aan de verre einder wezen spitse kerktorens naar de hemel waaruit de boodschap des Heren oplichtte en over de polder neerdaalde. Daken van stolpboerderijen deden hem denken aan Egyptische piramiden. De zeekleibodem onder zijn voeten voelde net zo stug aan als de aard van de mensen die er woonden.

Op dinsdag 24 mei 1977, elf maanden voordat de Engelse motorfiets in de vaart werd gevonden, maakte Jacob de eerste aflevering van Het Orakel van Slinger in café Ooievaarslust. Net als veel kroegen in dit landschap stond dit café dicht aan het water. In het vroege voorjaar huurde je er een roeiboot om te gaan vissen en ’s winters bond je er op de bevroren walkant je schaatsen onder. Zijn radioprogramma vernoemde hij naar kastelein Jaap Slinger, omdat die degene was die het programma meteen zag zitten en het gastvrij onderdak verleende.

Achter in de gelagkamer stond een klein toneelpodium van opgewreven planken, waarop zes keer per jaar de dorpsraad vergaderde en op de middag van Koninginnedag de harmonie Soli Deo Gloria een potpourri van polka’s en walsen liet horen. Om hinderlijk geroezemoes van de bar te ontlopen was dit de aangewezen plek om Het Orakel van Slinger op te nemen. Jacob deed dat een jaar lang, iedere dinsdagavond. Twee dagen later werd het dan uitgezonden vanuit de AVRO-studio in Hilversum.

Het idee was bij hem opgekomen toen hij als journalist in Amsterdam werkte en vrijwel dagelijks een donkerbruin café bezocht dat in een steeg lag tussen het Damrak en de Nieuwendijk. Het was niet groot en je zat er dicht op elkaar. In de grijsblauwe schemering van tabaksrook en alcoholwalm was hij zich spoedig op zijn gemak gaan voelen. De gesprekken aan de bar gingen meestal over dagelijkse onbenulligheden en pruttelden voort als een aftandse koffiepot op een petroleumstel. Afhankelijk van de samenstelling van de stamgasten bereikte zo’n gesprek soms een opmerkelijk niveau dat de moeite van het aanhoren waard was. Diepzinnige uitspraken noteerde Jacob dan op een bierviltje. Maar na sluitingstijd, wanneer hij terug wandelde naar zijn zolderkamer in de Jordaan, was hij de betekenis vaak alweer vergeten. Deze kroegwijsheden deden hem denken aan een Grieks orakel en hij vroeg zich af of hij er als radiomaker iets zinnigs mee kon doen.

In de anonimiteit van de stad was het niet zo moeilijk anderen uitspraken te ontlokken. Maar in het dorp waar hij vervolgens naartoe verhuisde, kende iedereen elkaar en reikten kroegpraatjes soms verder dan de beslotenheid van het café. Bovendien was hij een nieuwkomer aan wie de mensen nog moesten wennen. Dat weerhield Jacob er niet van op zoek te gaan naar vijf orakels die het aandurfden om voor de radiomicrofoon hun mening te verkondigen en die bovendien een geheel eigen stijl hadden. Na ongeveer twee maanden had hij de juiste mensen gevonden.

Voor de kerk van Stompetoren staat het herdenkingsmonument dat herinnert aan de Slag bij Rustenburg in de nacht van 10 op 11 oktober 1944.
Voor de kerk van Stompetoren staat het herdenkingsmonument dat
herinnert aan de Slag bij Rustenburg in de nacht van 10 op 11 oktober
1944.
Hermien Aalders was voorzitter van het bestuur van de gereformeerde kerk, raadslid van het Christelijk Verbond en voorleesmoeder op de School met de Bijbel. Zij verkondigde haar mening vaak zo nadrukkelijk en luid dat Jacob de potmeters van de Uher-bandrecorder nauwlettend in de gaten moest houden wanneer zij aan het woord was.

Gerard Henkeveld, ex-gemeentesecretaris en lid van het CDA, was op zijn veertigste herenboer geworden, nadat hij een grote erfenis had ontvangen van een oom uit Australië. Tijdens een uitzending over geboortebeperking versprak hij zich een keer: hij vond negen kinderen meer dan genoeg, maar zijn vrouw wilde er meer en weigerde voorbehoedsmiddelen te gebruiken. Eenmaal zwanger voelde zij zich een volwaardiger mens en was ze minder depressief. Dat was hem ook wat waard, vertelde Henkeveld voor de microfoon, waarop hij thuis heel wat uit te leggen had.

Henk van der Velden was lid van de CPN en uitte zich in gespierde vakbondstaal wanneer er onderwerpen als maatschappelijke ongelijkheid en kapitalistische complotten aan bod kwamen.

John van Vliet was docent aan een technische school, PvdA-wethouder, lid van het Nivon en vogelaar. Hij pleitte in een van de eerste uitzendingen van Het Orakel voor een naturistencamping in de polder, wat hem geenszins in dank werd afgenomen. Als de discussies hoog opliepen, was hij de intelligente en verzoenende bemiddelaar met overwicht op de andere orakels.
De opvallendste bijdrage aan het programma leverde de zeventigjarige Maarten Blokdijk. Hij voorzag de brievenbussen in het dorp het hele jaar door van reclamedrukwerk en was op de hoogte van alle roddels. Achter het venster van zijn woning had hij een bord gehangen met de waarschuwing Drank maakt alles kapot. In navolging van zijn vader was hij ook lid van de Algemene Nederlandse Geheel-Onthouders Bond geworden en hij bewaarde als aandenken aan hem een blauwe knoop in een gebroken Chinees theekopje. Door zoveel mogelijk op bermen en graskanten te lopen hoopte Maarten de zolen van zijn klompen te sparen. Hij was klein van postuur, had een kalende schedel en werd achter zijn rug ook wel Piggelmee genoemd.

Iedere donderdagavond, na het nieuws van tien uur, werd op Hilversum 1 Het Orakel van Slinger uitgezonden. Vanwege de originele inhoud werd het programma al gauw opgemerkt in het land. Het begon met de aanzet van een feestmars gevolgd door de sonore aankondiging: ‘Het Orakel van Slinger, meningen van wereldstrekking uitgeserveerd op de vierkante decimeter van een solide cafétafel.’

De formule was eenvoudig. Jacob stelde eerst de vragen en leidde de gesprekken in. Daarna, tijdens de montage in de studio, verwijderde hij zijn aandeel, waardoor het leek of het orakel uit zichzelf begon te spreken. In het begin was het wennen en kwam men vaak niet verder dan ordinair gekibbel. Maar na een paar weken werd de juiste toon gevonden en was het vijfentwintig minuten durende programma de moeite van het beluisteren waard.

De wedergeboorte van een moffenmeid
De wedergeboorte van een moffenmeid
De gekozen onderwerpen sloten uiteraard aan op de actualiteit. Alles kwam voorbij in dat ene jaar. De val van het kabinet-Den Uyl en de nieuwe verkiezingen, de vondst van een grote partij hasj op het strand van Walcheren, de stijgende koffieprijzen, de Molukse treinkaping, de sluiting van abortusklinieken, het verbod van de paus op het gebruik van condooms… Ook zaken van uitsluitend plaatselijk belang, zoals een aangestoken brand in de slagerij, fraude bij de restauratie van het gemeentehuis en de arrestatie van een kinderlokker, werden uitvoerig en met passie uitgemeten. Iedereen had een duidelijke eigen mening en formuleerde die vaak op ongezouten wijze, waardoor de luistercijfers stegen en de redactie in Hilversum zeer te spreken was over de voortgang. Alleen in het dorp werden sommige uitspraken niet altijd even gewaardeerd: ook al was Het Orakel van Slinger bedoeld als verstrooiing voor het slapengaan, het programma zette kwaad bloed. Toch was Jacob er graag langer mee door gegaan, maar de gevonden motorfiets strooide roet in het eten en zorgde op dinsdagavond 2 mei 1978 voor een heftig en definitief einde. Ineens was het radioprogramma met de vijf orakels niet zo leuk meer.

~ Jan Hopman

Bekijk dit boek bij:

Bestel dit boek bij de Historiek Geschiedeniswinkel

0
Reageren?x
×