Begin zeventiende eeuw bouwde de prins-bisschop van Paderborn Dietrich IV von Fürstenberg een buitenverblijf ten zuidwesten van Paderborn: de Wewelsburg. Tegenwoordig is het niet meer bekend als lustoord van lokale kerkelijke vorsten. Het heeft namelijk een aparte rol gekregen binnen de mythologie rond het Derde Rijk. Historiek ging daarom eens op bezoek om uit te vinden wat er zich allemaal heeft afgespeeld; wat nou waar is en wat niet.
Op het oog is de Wewelsburg een gewoon pittoresk gelegen renaissanceslot zoals er wel meer zijn in Duitsland. Er omheen ligt een lieflijk Westfaals dorpje. Het slot is tussen 1603 en 1609 in zijn huidige vorm gebouwd op de restanten van eerdere gebouwen. Die vorm is wel uniek. De Wewelsburg is namelijk het enige nog bestaande driehoekige kasteel in Duitsland. Dat had geen militaire reden. Het moest simpelweg zo worden gebouwd vanwege de vorm van de rots waarop het staat. Na de bouw door de prins-bisschop werd het kasteel regelmatig slachtoffer van oorlogen en brand.
Megalomaan bouwplan
Begin jaren 30 van de vorige eeuw was de Wewelsburg vervallen tot een ruïne. Dat had het einde kunnen zijn. Maar in 1934 werd de bouwval gehuurd door Reichsführer-SS Heinrich Himmler. De nazi huurde het pand voor het symbolische bedrag van één mark per jaar voor een periode van honderd jaar. Natuurlijk moest het nog wel grondig worden gerestaureerd en herbouwd.
Het doel waarmee Himmler het kasteel ‘huurde’ was om er een soort van retraite of verzamelplaats van te maken voor de hoogste functionarissen van de Schutzstaffel, de Obergruppenführers of de generaals, waarvan de SS er op zijn hoogtepunt 190 telde. Het vernieuwde slot zou het middelpunt moeten worden van een veel groter complex. Een typisch architectonisch megalomaan naziproject, waarvoor het dorpje zou moeten wijken.
Het plan was ontworpen door de architect Hermann Bartels, in nauwe samenspraak met Himmler. Het complex zou een actieradius van 600 meter moeten krijgen met gebouwen en wallen met de noordtoren van de Wewelsburg als middelpunt.
De Zwarte Zon
In de noordelijke toren werd een ronde zaal ingericht rond twaalf zuilen en het oude symbool van het zonnewiel. Het zonnewiel is een van die oude Europese symbolen die door de nationaal-socialisten zijn overgenomen en daardoor in een kwaadaardige reuk zijn komen te staan. In de zogenaamde Obergruppenführersaal is het symbool in de marmeren vloer ingelegd met groene raderen en een zwarte stip in het midden. Het wordt daarom ook de Zwarte Zon genoemd.
Rond de zaal en haar elementen ontstonden na de Tweede Wereldoorlog veel verhalen. Zo zou Himmler hier als een soort koning Arthur occulte rituelen hebben gehouden te midden van zijn generaals. Onder de zaal bevindt zich de ‘crypte’. Daar zouden hooggeplaatste SS’ers na hun overlijden moeten worden gecremeerd om toegang te krijgen tot het Walhalla. Vandaag de dag is van een occulte, sacrale sfeer in de Obergruppenführersaal niks te merken. Ook wordt uw verslaggever niet vervuld door enigerlei vorm van energie, duister of anderszins.
Het zijn mooie verhalen om mensen voor het slapen gaan schrik mee aan te jagen. In werkelijkheid is er geen enkel historisch bewijs dat deze zaken hebben plaatsgevonden. Dat kan ook bijna niet anders omdat de bouw van het spirituele hoofdkwartier van de SS in 1943 na de slag om Stalingrad stil viel. Nazi-Duitsland had met operatie Barbarossa, de inval in 1941 in de tot dan toe bevriende Sovjet-Unie, teveel hooi op zijn agressieve vork genomen.
Het is zelfs allerminst zeker of de architecten die het slot verbouwden überhaupt wel een bedoeling hadden met het zonnewiel en de twaalf zuilen. Het zijn allerminst bijzondere zaken. De crypte eronder moest wel een soort herdenkingsruimte voor de dode leiders worden. Maar of men ook dacht hiermee toegang tot het Walhalla te krijgen is twijfelachtig. Niets duidt daar op. Beide ruimten zijn tijdens de nazi-periode niet gebruikt. Wel is het zo dat Himmler een zwak had voor het occulte en spirituele. Zo zag hij zichzelf als de reïncarnatie van de middeleeuwse Duitse koning Hendrik de Vogelaar.
Concentratiekamp Niederhagen
De arbeid rond de opbouw van de Wewelsburg werd geleverd door dwangarbeiders. Dit waren voornamelijk politieke gevangenen uit Duitsland en de bezette gebieden. Daartoe werd aan de voet van het kasteel een concentratiekamp opgericht: KZ Niederhagen. Het was het kleinste zelfstandig bestuurde concentratiekamp van het Derde Rijk, maar kende een relatief hoog aantal doden door het harde regime.
Een van die dwangarbeiders was Gerrit Visser. De machinebankwerker uit de Hoeksche Waard was een sociaaldemocraat en districtsvoorzitter van de Algemene Metaalbewerkersbond (ANMB) in Hengelo. In die hoedanigheid kreeg hij in 1941 ruzie met de NSB die de ANMB overnam. Hij weigerde zijn functie nog langer uit te oefenen onder een regime dat tegenover zijn eigen democratische overtuigingen stond. Hij werd ontslagen en een maand later gearresteerd. Na een reeks verblijven in gevangenissen en kampen eindigde hij in Niederhagen. Op 29 juni 1942 stierf hij daar op 48-jarige leeftijd door algehele verzwakking ten gevolge van de slechte leefomstandigheden en het zware werk.
Na het stilzetten van het bouwproject in het voorjaar van 1943 werd het concentratiekamp ontbonden op een kleine groep dwangarbeiders na. Voor hen kwam de bevrijding op 2 april 1945 toen Amerikaanse soldaten Wewelsburg veroverden. Maar niet nadat de SS op bevel van Himmler had geprobeerd het kasteel met dynamiet te vernietigen. De Wewelsburg vloog in brand en werd weer een ruïne.
Wewelsburg nu
Na de Tweede Wereldoorlog is het gebouw opnieuw hersteld. Het huisvest nu een jeugdherberg en een aantal goed opgezette musea. Naast het verhaal over de nazitijd, is er een apart museum over het concentratiekamp Niederhagen. Ook de geschiedenis van het leven in het prins-bisdom Paderborn komt aan bod.
Het KreisMuseum Wewelsburg is zeker een bezoek waard. Het ligt op zo’n 300 kilometer rijden oostwaarts van Utrecht. En er is een Nederlandstalige audioguide beschikbaar. Het museum is alert op neonazistische, satanistische en anderszins mentaal verdwaasde bezoekers die zich aangetrokken voelen tot de mythe.