William Angus, Schotse korporaal die in 1915 het Victoria Cross ontving.
De gemeenschap in het Schotse Carluke is enorm trots op ‘haar’ drie Victoria Cross ontvangers, te weten korporaal William Angus en sergeant Thomas Caldwell, beiden VC-ontvangers uit de Eerste Wereldoorlog, en luitenant Donald Cameron, VC-ontvanger uit de Tweede Wereldoorlog. Dit is het verhaal van één van hen: een toonbeeld van uitzonderlijke moed, hechte vriendschap, zelfopoffering, en doorzettingsvermogen. Het verhaal van een held die bewust de dood trotseerde om het leven van een ander te redden.
Het verhaal van William Angus begint in het Schotse Armadale, waar hij op 28 februari 1888 wordt geboren. Net als de meesten gaat óók William na zijn schoolperiode aan de slag als mijnwerker. Omdat hij echter een zeer talentvol voetballer is, weet hij dit werk al vrij snel op te geven om zich totaal te gaan toeleggen op een carrière als profvoetballer bij het Schotse Celtic. Een profcarrière die echter na drie jaar prompt wordt afgebroken vanwege het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
In heel Engeland worden mannen opgeroepen om dienst te nemen in het Britse leger. Zo ook in de buurt van Carluke, waar sergeant-majoor George Caven van het beroemde Highland Light Infantry diverse vrijwilligers weet te rekruteren voor de oorlog op het Europese vasteland. Twee van deze vrijwilligers zijn William Angus en James Martin. Beiden worden naar Dunoon gestuurd voor hun militaire training, maar nadat ze deze met succes hadden afgerond, horen ze dat hun eenheid voorlopig nog in reserve zal worden gehouden. Daarom melden beiden zich vrijwillig aan bij de 8th Battalion Royal Scots, dat enkele dagen later naar Frankrijk zal vertrekken.
Op 12 juni 1915 bevindt de D-compagnie van de 8th Battalion Royal Scots zich in de voorste loopgraaf in de omgeving van Givenchy in Noord-Frankrijk. Tegenover hen, op ongeveer vijftig meter afstand, liggen de Duitsers in hun loopgraven. Al vele weken lang hebben zij een spoordijk in hun bezit die van groot strategisch belang is en van waaruit zij een goed overzicht hebben op de Britse loopgraven en troepenbewegingen.
In de nacht van 11 op 12 juni wordt besloten een Britse eenheid erop uit te sturen om te proberen de Duitsers uit hun posities te verdrijven. De Duitse troepen hebben zo’n actie echter al lang verwacht. Als de Britse eenheid, die onder leiding staat van luitenant James Martin, zich over het Niemandsland begeeft, brengen de Duitsers een enorme mijn tot ontploffing. Na hergroepering blijkt dat enkele mannen ontbreken, waaronder hun commandant luitenant Martin.
Bij het aanbreken van de 12e juni kunnen de mannen van de Royal Scots het lichaam van luitenant Martin op de kadedijk zien liggen. Zij zien ook dat hij nog steeds leeft, en dat hij slechts enkele meters van de Duitse loopgraven verwijderd is. Naarmate de dag vordert weet luitenant Martin zich enigszins te herstellen. Uitgedroogd smeekt hij de Duitsers om wat water, maar deze beantwoorden zijn noodkreet met het gooien van een bom. De Britten, die dit tafereel enkele tientallen meters verder gadeslaan, zijn hels en het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje door de Britse loopgraven.
Als het nieuws William Angus bereikt, aarzelt hij geen moment. Angus biedt zich vrijwillig aan om te proberen luitenant Martin uit zijn benarde positie te redden. Ondanks vele pogingen worden al zijn verzoeken afgewezen. Het is gewoon véél te gevaarlijk. De smeekbedes zijn echter ook bij Brigadier-Generaal Lawford terecht gekomen, die uiteindelijk wel zijn toestemming geeft voor een reddingsoperatie.
Een touw wordt om het middel van William Angus gebonden zodat hij, in geval van nood, terug naar de eigen linies kan worden getrokken. Gebruikmakend van het terrein met alle obstakels en kraters weet hij uiteindelijk tot bij luitenant Martin te komen. Eenmaal daar aangekomen haalt hij het touw van zich af en bindt dit om het middel van Martin. Vervolgens tilt hij hem heel voorzichtig op, geeft hem wat brandy en maakt hem gereed voor de gevaarlijke terugtocht naar de eigen linies. De Duitsers hebben echter lucht gekregen van deze heroïsche redding en beginnen met het gooien van bommen naar het duo. Angus aarzelt geen moment, pakt zijn vriend op en begint zo snel als hij kan over het Niemandsland naar de eigen linies terug te rennen. Een regen van kogels en bommen komen op het duo neer, waardoor beiden regelmatig vallen. Angus weet zich echter steeds weer te herpakken en de tocht, die wel een eeuwigheid lijkt te duren, te vervolgen.
Angus wordt vele malen geraakt, en met zijn eigen lichaam weet hij het lichaam van Martin te beschermen. Een geluk is echter wel dat door het vele stof dat door de bommen word opgeworpen, de Duitse sluipschutters hun werk niet goed kunnen doen. De bommen- en kogelregen wordt echter steeds intensiever en Angus besluit tot een nieuwe heroïsche actie. Hij geeft de eigen troepen het sein om het lichaam van Martin naar binnen te trekken. Om de aandacht van de Duitsers hiervan af te leiden, staat hij op en rent zo hard hij nog kan weg van Martin, in de richting van de veilige Britse linies. Bij deze actie wordt hij wederom enkele malen geraakt, maar uiteindelijk weet hij zich in een Britse loopgraaf te laten vallen. Spoedig wordt hij overgebracht naar een ziekenpost waar hij aan zijn zware verwondingen word geholpen. Later blijkt dat hij tijdens deze heroïsche actie ruim veertig (!) keer is geraakt. Zijn rechtervoet is verbrijzeld en het zicht uit zijn linkeroog is totaal verdwenen, ondanks diverse medische ingrepen. Maar uiteindelijk weet hij zijn overige verwondingen wonderbaarlijk genoeg te overleven.
Het relaas van deze heldhaftige actie bereikt al snel Engeland en Luitenant-Kolonel Gemmill, commandant in Givenchy, schrijft later :
“No braver deed was ever done in the history of the British Army”.
William Angus wordt voor zijn actie voorgedragen voor het Victoria Cross, en iedereen die zijn actie heeft gezien is ervan overtuigd dat hij deze hoogste militaire onderscheiding daadwerkelijk zal krijgen.
Op 30 augustus 1915 is het eindelijk zover. Op Buckingham Palace ontvangt William Angus uit handen van de Britse koning George V het Victoria Cross. De koning is zeer onder de indruk van Angus’ heroïsche actie en neemt ruim de tijd om het verhaal uit zijn eigen mond te vernemen.
Het verhaal van William Angus VC is de annalen van de Britse krijgsgeschiedenis ingegaan, maar Angus zelf was hier altijd vrij nuchter onder. Alleen na veel aandringen was hij altijd bereid zijn verhaal te vertellen. Na de oorlog keren William Angus VC en James Martin terug naar Carluke. Ze worden vrienden voor het leven. Elk jaar, op elke 12e juni, zendt Martin een telegram naar Angus VC met daarin ‘Congratulations on the 12th’. Na Martins’ overlijden in 1956, zet zijn broer deze traditie voort.
William Angus VC was én bleef een zeer gerespecteerd inwoner van Carluke. Op verzoek bekleedde hij diverse hoge functies, en was hij jarenlang voorzitter van de Carluke Rovers Football Club. Hij overlijdt uiteindelijk op 14 juni 1959. Angus ligt begraven op de Wilton Cemetery in Carluke. Op zijn grafsteen is een replica te zien van ’s werelds bekendste militaire onderscheiding. William Angus’ Victoria Cross is te bezichtigen in het Scottish United Services Museum in Edinburgh. De medailles van luitenant Martin liggen naast die van hem; dit om nogmaals de hechte vriendschap van beiden te benadrukken.
Bij thuiskomst in Carluke (1915) spreekt luitenant Martin tijdens een ceremonie de volgende woorden:
“Ik weet dat je het me niet kwalijk zal nemen als dit dankwoord niet al te lang zal worden. Toen ik op die zaterdag in juni gewond op het slagveld lag, leek mijn lot bezegeld. Maar William Angus aarzelde geen moment en met gevaar voor zijn eigen leven wist hij dat van mij te redden. Carluke mag trots zijn op zo’n held, omdat het een actie was die nergens in de annalen van de Britse krijgsgeschiedenis is voorgekomen. Korporaal Angus, ik dank je met heel mijn hart en ik wens je een heel lang, gelukkig en gezond leven toe. Ik hoop dat je dit horloge en bijbehorende ketting wil aanvaarden als dank voor het redden van mijn leven en als herinnering aan deze dag.”
De Britse koning George V heeft tijdens de toekenning van het Victoria Cross ook nog even een onderhoud met Angus’ vader, en zegt tegen hem onder meer het volgende:
“U zult enorm trots zijn op uw zoon en ik wil u beiden dan ook feliciteren. Het is bijna een wonder dat hij zo’n heldhaftige actie heeft weten te overleven. Hij heeft zijn onderscheiding terecht verdiend en ik hoop van harte dat hij volledig mag herstellen van zijn opgelopen verwondingen. Dat u beiden nog heel lang van deze momenten kunt genieten.”
Bronnen ▼
- ‘The Register of the Victoria Cross’ uitgegeven door This England 1997
- ‘Monuments to Courage’ van David Harvey.
- De gemeente van Armandale en Carluke te Schotland voor hun medewerking
- Diverse gespecialiseerde websites omtrent het Britse Victoria Cross en Mannock VC.
- Speciale dank aan de medewerkers en forumleden van www.worldatwar.nl/forum
- En uiteraard aan mijn vriend Pierre GG., van dé gespecialiseerde website over WOI (pierreswesternfront.punt.nl, voor zijn hulp, steun, en nakijkwerk.