Het parlementaire jaar wordt dinsdag afgesloten met de traditionele barbecue. Dit jaar gebeurt dat onder de naam NLvoedt, want na bijna vijftig jaar moeten er wat dingen veranderen.
Het begon allemaal op 24 juni 1976. Voor de eerste keer was er toen een barbecue op het Binnenhof als afsluiting van het parlementaire jaar. Voor ongeveer vierhonderd parlementariërs, personeelsleden en fractiemedewerkers werd tachtig kilo vlees gebraden. “De massale vleespartij krijgt de volksvertegenwoordiging aangeboden door de Stichting Voorlichtingsbureau Vlees, Vleeswaren en Vleesconserven,” schreef het Algemeen Dagblad. Stella Artois zorgde voor het bier en de Hermans-wijnpakhuizen voor honderden flessen Beaujolais.
Het was een fijn moment voor fotografen om bekende politici happend en drinkend vast te leggen. Willem Aantjes en Hans Wiegel sierden zo de volgende dag de krantenpagina’s, nog onwetend dat die foto’s hen voor altijd zouden achtervolgen. “Schaslickstokjes en een koele dronk, een welkom voorproefje van de komende vrije tijd,” aldus het onderschrift van Trouw. “Lachend neemt AR-fractieleider in de Tweede Kamer Aantjes een hap van een stok sjaschlik die hem wordt aangeboden,” merkte Het Vrije Volk op.
De Stichting Voorlichtingsbureau Vlees, Vleeswaren en Vleesconserven wilde er een jaarlijkse gebeurtenis van maken. Die opzet is zeker geslaagd, want bijna vijftig jaar later bestaat deze traditie tenslotte nog steeds. “En terecht,” vond Stan Huygens van de Telegraaf in 1979…
“…want het is al jaren een uiterst prettige gebeurtenis, waarbij alle partijen zich broederlijk rond de tap en de wijn verzamelen en ook de burgerij eindelijk eens de kans krijgt om ongedwongen om te gaan met de dames en heren, die ze alleen van de televisie kennen.”
Meer vlees
De Stichting Voorlichtingsbureau Vlees, Vleeswaren en Vleesconserven was in 1976 al een tijd bezig met haar promotiewerk. In 1962 bijvoorbeeld organiseerde ze een informatieavond, omdat het helemaal niet goed ging met ons land. “Nederland eet te weinig vlees,” luidde de boodschap, want het ging toen om een gemiddelde consumptie van 38,4 kilo per persoon per jaar. In Denemarken was dat 64,6 kilo, in Engeland 57,4 en Frankrijk 55,8. Het was zelfs minder dan de Nederlandse consumptie van de jaren dertig, want in die tijd at de gemiddelde Nederlander 41,6 kilo vlees per jaar.
De barbecue was begin jaren zestig nog niet zo bekend in ons land en daarom werd er voor vijfhonderd belangrijke mensen – de influencers van zestig jaar geleden – een vleesfondue georganiseerd. Die avond werden er enorme hoeveelheden lamsbout, varkensvlees, ossenhaas, kalfsfricandeau en varkenshaas in honderden liters kokende olie gesmeten.
Met deze fondues hoopte de stichting dat er veel meer vlees zou worden verkocht. “De Nederlandse huisvrouw heeft de goedkope vleessoorten nog niet ontdekt,” voegde de vleesstichting hieraan toe. “Klaarblijkelijk, omdat het haar aan de juiste recepten ontbreekt om ook van goedkoop vlees iets zeer smakelijks te bereiden.”
Geen kaasfondue!
In de jaren zeventig was de barbecue inmiddels wel in opkomst, wat natuurlijk meteen werd aangegrepen om wederom de vleesconsumptie te verhogen. Opnieuw stond de huisvrouw centraal in deze campagnes. Als die een gefrankeerde envelop naar de stichting stuurde, kreeg ze er gratis recepten voor terug. “Vlees mevrouw,” luidde de oproep. “U weet wel waarom.” Zolang er maar geen kaasfondue werd gegeten, want die maaltijd was de aartsvijand van de Stichting Voorlichtingsbureau Vlees, Vleeswaren en Vleesconserven.
En dan was er nog een probleem, meldde NRC Handelsblad in 1974. Jaarlijks werden circa tweehonderdvijftig Nederlanders in ziekenhuizen opgenomen met brandwonden van de barbecue. Dat was maar liefst tien procent van alle slachtoffers van verbrandingsongelukken in of om huis!
Het was pure onwetendheid in die beginjaren van de BBQ, waarbij er ongelukken ontstonden als er complete flessen spiritus, benzine of petroleum op het vuur werden gegooid. “In 1969 was het nog iets heel bijzonders als er een slachtoffer van een ongeluk met de barbecue werd binnengebracht,” zei chirurg dr. R. P. Hermans van het Brandwondencentrum in Beverwijk hierover.
“Nu is het helaas maar al te gewoon geworden. Zodra het mooi weer wordt, merken we dat onmiddellijk. Er zijn dit jaar al weer veel mensen verminkt door het verkeerd aanmaken van de barbecue. Opmerkelijk is dat het grootste deel van de slachtoffers kinderen zijn, die in een onbewaakt ogenblik iets doms uithalen bij de barbecue.”
Daarom kwam er die zomer een voorlichtingscampagne, in samenwerking met de NCRV. “Via televisiespots, affiches, folders en advertenties zal het publiek worden gewaarschuwd voor de gevaren van onoordeelkundig barbecueën en worden voorgelicht hoe ongelukken kunnen worden voorkomen.” Ook de grootwinkelbedrijven en slagers deden mee.
Vragen
Het idee uit 1976 om een barbecue te organiseren op het Binnenhof met honderden parlementariërs en journalisten was natuurlijk een enorme promotiestunt. In de laatste jaren zijn er alleen andere ideeën ontstaan over zowel het eten van vlees als de invloed van lobbygroeperingen op de Nederlandse politiek. Het grootschalige vleesgebruik bij de parlementaire barbecue wordt daarom tegenwoordig net zo traditioneel ter discussie gesteld.
Zo ook dit jaar. “Hoe oordeelt u over het gegeven dat een zittend parlementariër als vertegenwoordiger van de Nederlandse en Europese pluimvee-industrie een vleeslobbyevenement organiseert op een locatie die sterk is gelieerd aan het parlement?,” vroeg Eva Akkerboom van de Partij voor de Dieren deze week aan de regering.
“Hoe rijmt u uw eventuele aanwezigheid bij deze BBQ met de uitdagingen en doelen op het gebied van dierenwelzijn, klimaat, natuur en volksgezondheid?”
Het antwoord komt vast niet meer voor de parlementaire eet- en drinksessie van dinsdag. Voor de fotografen maakt het niets uit, want die willen alleen maar vastleggen dat een parlementariër zich op het eten en drinken stort, zodat ook die de komende decennia kan worden achtervolgd met onsmakelijke afbeeldingen.