Drie detectorzoekers hebben op een akker in het West-Friese Westwoud bijna 90 zilveren munten gevonden. Ze dateren uit de periode 1542-1571 en zijn bijna allemaal voorzien van een afbeelding van de Spaanse vorst Filips II. Dat meldt de gemeente Drechterland. Het Westfries Museum in Hoorn stelt de munten de komende tijd tentoon.
De zilverschat bestaat vrijwel geheel uit hele en halve philipsdaalders, geslagen in de periode 1557 tot 1571. Bij de gevonden munten bevindt zich één karolusgulden (1542-1552) en één henricusdaalder (1558-1568). Behalve de munten werden ook resten gevonden van een zogeheten steengoed kannetje met eikenbladmotief. Waarschijnlijk zijn de munten daarin begraven.
Michiel Bartels, directeur van de dienst Archeologie West-Friesland, spreekt van een 5-sterrenvondst.
“En dan gaat het om de hoeveelheid, de zeldzaam goede conditie van de munten en de maatschappelijke en historische context.”
Het Westfries Museum deed onderzoek naar de tijd waarin de munten in de grond terecht kwamen. De jongste munt dateert van 1571.
Gevangen tussen twee kaden
Dat is volgens Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum, een aanwijzing dat deze muntschat Ãn of kort ná dat jaar is begraven.
“Ze werpen een fantastisch licht op de dynamische periode 1570-1575, die de start vormde voor de grote bloeitijd van Hoorn en Enkhuizen.”
Geerdink benadrukt dat er sprake was van grote religieuze spanningen, geuzenterreur, plundering en brandstichting, niets ontziende Spaanse belastingmaatregelen en strafexpedities.
“We zeggen vaak dat de Spanjaarden de kwaden waren en de geuzen de goeden, maar zo simpel lag het niet.”
De komst van de Oranjegezinde geuzen was voor het West-Friese platteland namelijk ongekend zwaar. Omdat de geuzen geen soldij kregen, persten zij de bevolking af met grof geweld. Als zij hun zin niet kregen dreigden ze de boeren met ophanging. Wie tegenstand bood, werd gemarteld of mishandeld. Aan werken kwamen de arme boeren nauwelijks meer toe.
In 1573 dreigde een Spaanse strafexpeditie om de opstandige steden een lesje te leren. Geerdink:
“In feite zaten de West-Friese boeren gevangen tussen twee kwaden. Onder die omstandigheden is het heel goed te begrijpen dat een arme boer in Westwoud op een dag besluit zijn kapitaal in een pot te stoppen en te begraven voor betere tijden.”
Aankoop en bruikleen
Twee van de drie vinders hebben hun munten voor twee jaar in bruikleen gegeven aan het Westfries Museum. De derde vinder wilde zijn vondst laten veilen. Het museum heeft de 38 munten met steun van de Vrienden van het Westfries Museum kunnen aankopen. Burgemeester Michiel Pijl van Drechterland is daar erg blij mee.
“Zo bleef de hele schat bij elkaar en kan het museum de zilverschat van Westwoud nu publiek tentoonstellen.”
Historische context: West-Friesland in de Tachtigjarige Oorlog
Lees ook: De Tachtigjarige Oorlog – Opstand in de Nederlanden
Overzicht van boeken over de Tachtigjarige Oorlog