De cultuursector is volgens staatssecretaris Halbe Zijlstra te afhankelijk geworden van overheidssubsidie. Vrijdag maakte hij bekend hoe het kabinet vanaf 2013 tweehonderd miljoen euro op cultuur wil bezuinigen.
Culturele instellingen moeten meer hun eigen broek gaan ophouden als ze overheidssubsidie willen blijven ontvangen. De instellingen moeten voortaan zeker 17,5 procent aan eigen inkomsten hebben. Voor podiumkunsten geldt een hoger percentage: 21,5 procent. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft Zijlstra onder meer:
“De overheid treedt te veel op als hoofdfinancier. Omdat er veel subsidie naar de sector gaat, is er te weinig aandacht voor ondernemerschap en werving van publiek.”
Vanaf 2013 besteedt het kabinet nog ruim 700 miljoen euro aan de subsidiëring van cultuur. “Dit is ruim 175 euro per gemiddeld gezin”, aldus Zijlstra. Het kabinet heeft er niet voor gekozen de zogenaamde kaasschaaf-methode te hanteren en wijkt daarmee af van het advies van de Raad voor Cultuur. Niet alle instellingen worden door het kabinet gekort. Topinstellingen, zoals bijvoorbeeld het Nederlands Danstheater, blijven voor een groot deel buiten schot. Volgens Zijlstra zijn er “gerichte keuzes” gemaakt.
Het kabinet heeft onder meer besloten van de huidige tien orkesten er vanaf 2013 nog maar zeven een structurele subsidie te geven. Het aantal gesubsidieerde dansgezelschappen wordt daarnaast van zeven teruggebracht naar vier en het aantal gesubsidieerde operagezelschappen gaat van drie naar twee. Van de vijf filmfestivals blijven er verder drie over en van de negen gesubsidieerde theatergezelschappen acht.
Ook bevestigde Zijlstra vrijdag dat er geen subsidie meer naar het Nationaal Historisch Museum (NHM) gaat. In het verlengde hiervan liet hij weten dat het Nationaal Openluchtmuseum in staat zal worden gesteld om “de Nederlandse geschiedenis digitaal en – in samenwerking met het Rijksmuseum – fysiek te presenteren”.
Het nieuwe subsidiestelsel gaat in op 1 januari 2013. Het kabinet wijkt ook daarmee af van het advies van de Raad voor Cultuur dat de overheid had aangeraden de bezuinigingen over meer jaren uit te smeren. De Raad schrijft in een reactie op het kabinetsbesluit onder meer:
“Bij een gefaseerde invoering van de bezuinigingen krijgen culturele instellingen de kans om andere inkomstenbronnen aan te boren. Bijvoorbeeld door een groter publiek te bereiken of meer sponsorgelden te vinden. Zonder deze fasering zullen veel instellingen op korte termijn verdwijnen en daarmee wordt de bodem onder het culturele leven weggeslagen.”
Minister-president Mark Rutte zei vrijdag in zijn wekelijkse persconferentie dat de bezuinigingen de cultuursector juist helpen kritisch naar zichzelf te kijken. De premier:
“De sector staat met de knip richting de overheid en met de rug naar creativiteit. Cultuurinstellingen moeten kijken naar kwaliteit en welk publiek het aantrekt.”