De uitslag van de Belgische verkiezingen1 van 24 november 1991 was een keerpunt. Maar liefst 32 procent van de kiezers was van partij veranderd. Van de drie traditionele partijen leden de christendemocraten en de socialisten fors verlies, terwijl de liberalen nauwelijks winst boekten.
Het was een grote schok dat bijna een kwart van de kiezers (ondanks de stemplicht) niet had gestemd of had gekozen voor twee nieuwe, extremistische partijen. Eén daarvan, ROSSEM, verdween snel van het toneel. De andere partij, het Vlaams Blok, groeide van 2 naar 12 Kamerzetels. Vanwege de electorale doorbraak van Vlaams Blok spraken journalisten van een Zwarte Zondag.
Cordon sanitaire
Vlaams-nationalisme was geen nieuw verschijnsel in de Belgische politiek, maar eind jaren zeventig ontstond een tweedeling. Naast de Volksunie (1954-2001; in 2001 werd N-VA opgericht als opvolgerpartij) werd het Vlaams Blok opgericht. Vlaams Blok zag liever Vlaamse onafhankelijkheid dan zoveel mogelijk autonomie binnen België.

Herverkaveling
In de maanden na de verkiezingen vroegen commentatoren zich af of 24 november het begin was van verdere politieke versnippering. Naar analogie met de in 1991 begonnen Joegoslavische Burgeroorlog vreesde men een ‘balkanisering’ van de Belgische politiek.
Sommigen pleitten voor herverkaveling: vervanging van de bestaande partijen door twee grote volkspartijen, de een links en de ander rechts, zoals bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk.
Politicus Guy Verhofstadt probeerde dit in praktijk om te zetten. November 1992 vormde hij de liberale Partij voor Vrijheid en Vooruitgang (PVV) om tot Vlaamse Liberalen en Democraten (VLD). Gehoopt werd dat de rechtervleugels van de Volksunie en de christendemocratische CVP in de nieuwe partij op zouden gaan. Dit gebeurde niet, de toestroom bleef beperkt tot een groepering die zich onder aanvoering van Jaak Gabriëls (1943-2024) uit de Volksunie was gestapt.

Einde verzuiling
Bij nader inzien was 24 november 1991 vooral het einde van de verzuiling in België, de vanzelfsprekendheid dat kiezers standaard op de partij van hun ouders bleven stemmen. Al is die nu dertig jaar later nog steeds niet helemaal verdwenen. België heeft nog steeds christelijke, socialistische en zelfs liberale vakbonden, ziekenfondsen en politieke studentenverenigingen.
Maar er zijn nu meer zwevende kiezers dan vroeger. Vlaams Belang (sinds 2004 opvolger van Vlaams Blok), Groen en N-VA werden groter, de drie oudere, traditionele partijen kleiner. In 2019 brak de communistische PVDA, al langer succesvol in Wallonië, door in Vlaanderen.
Incidenteel valt de term herverkaveling nog, al wordt die dan meestal gebruikt door de partij die denkt dat andere partijen in haar willen opgaan. Naamsveranderingen worden zo nu en dan ook nog doorgevoerd. Zo noemen de Nederlandstalige socialisten zich sinds 2021 bijvoorbeeld Vooruit. De Vlaamse liberalen, die sinds 2007 Open Vld heten, behaalden juni 2024 hun slechtste verkiezingsresultaat ooit. Om die reden staat een naamsverandering op de planning.
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober 2024 behaalde de aan Vlaams Belang gelieerde partij Forza Ninove in de gemeente Ninove een absolute meerderheid. De zaterdag daarop, 19 oktober, besloten in Ranst twee plaatselijke partijen een gemeentebestuur te vormen met Vlaams Belang (al noemt de plaatselijke afdeling zich nu Ons Ranst). Volgens Vlaams Belang werd daarmee het cordon sanitaire doorbroken. Andere partijen wijzen er echter op dat in geen van beide gemeenten landelijke partijen met Vlaams Belang samenwerken.
Waarom de Lage Landen geen eenheid vormen
Duitse ‘Zwarte Zondag’?
1 – Formeel werd België pas in 1993 een federatie.