De Martinitoren is één van de symbolen van de stad Groningen. Het is de bekendste en hoogste toren van de stad. Groningers noemen de toren ook wel liefkozend D’Olle Grieze (de oude grijze).
Op de plek waar nu de Martinitoren staat, stonden eerder al twee andere torens. De eerste werd in de dertiende eeuw gebouwd en was ongeveer dertig meter hoog. Dit bouwwerk is nog terug te vinden op het zegel van de stad Groningen. Door een blikseminslag in 1408 werd de eerste toren vernietigd.
Zo’n twintig jaar later werd de Martinikerk in gotische stijl uitgebreid en werd ook een nieuwe toren gebouwd. Deze tweede toren werd ongeveer vijfenveertig meter hoog. Hij was gebouwd van steen en hout en stortte in 1468 in elkaar. Enkele jaren eerder had in de toren na een blikseminslag een grote brand gewoed.
De bouw van de huidige toren begon in 1469. Volgens sommige berichten zou deze toren al in 1482 voltooid zijn, op het bovengedeelte na. Dit lijkt echter wel erg snel. Over de bouw van de Dom in Utrecht deed men destijds bijvoorbeeld nog zo’n zestig jaar.
De spits van de derde Martinitoren werd met leisteen bedekt en bovenop werd een vergulde bol geplaatst met daarop een ruim zestien meter hoog ijzeren kruis, met als windvaan een Sint Martinus te paard. De toren was nu 118 meter hoog en dus een stuk hoger dan de huidige toren. Het oude bovenstuk ging in 1577 echter bij een brand verloren. Begin zeventiende eeuw kreeg de Martinitoren een nieuw bovenstuk. Deze in 1627 vernieuwde toren was, net als nu ongeveer 97 meter hoog.
Op instorten
In de jaren dertig van de vorige eeuw stond de toren bijna op instorten. Dramatisch want hij was zo’n veertig jaar eerder nog grondig gerestaureerd. Nadat in 1938 grote scheuren waren ontdekt en de Rijkscommissie voor monumentenzorg had geconcludeerd dat instortingsgevaar “niet denkbeeldig” was, werd besloten een plint van gewapend beton om de toren te leggen. Daarnaast werden de drie hoge doorgangen onder de toren grotendeels dichtgezet om zo de constructie te versteviging.
Tweede Wereldoorlog
De Tweede Wereldoorlog doorstond de toren vrij goed. Hoewel de bezetter een algemeen bevel had uitgevaardigd om kerkklokken in te leveren, bleven de Martiniklokken hangen. De toren werd tijdens de oorlog zelfs nog verfraaid. Beeldhouwer Willem Valk maakte voor de westgevel beelden van drie personen die verbonden zijn aan de geschiedenis van de stad: de blinde Bernlef, Sint Martinus en Rudolf Agricola.
Tijdens de bevrijding van Groningen werd er enkele dagen hevig gevochten. Door de beschietingen braken tijdens deze Slag om Groningen een groot aantal branden uit. Onder meer de Grote Markt, de Waagstraat, de Guldenstraat en een belangrijk deel van de Oude Ebbingestraat gingen volledig in vlammen op. De Martinitoren liep echter vrij weinig schade op. In een van de klokken is nog wel altijd een kogelgat te zien.