Dark
Light

Limburg en Friesland, verbonden door de oorlog

Limburgse evacués in Friesland (1945)
4 minuten leestijd
Foto die Cobie Douma in 1945 maakte van bagage van evacués uit Grou die naar Leeuwarden zouden vertrekken (Coll. Nederlands fotomuseum)
Foto die Cobie Douma in 1945 maakte van bagage van evacués uit Grou die naar Leeuwarden zouden vertrekken (Coll. Nederlands fotomuseum)

Januari 1945: Maandenlang hing de dreiging al in de lucht: Roermond en directe omgeving moest worden ontruimd. Nu de stad in de frontlinie kwam te liggen was het niet langer veilig voor de burgerbevolking. Ook wilden de Duitse troepen met een ontruiming eventuele sabotage achter de linies voorkomen.

“Raus! Beeilen Sie sich!”

Roermond (cc - Grundig)
Roermond (cc – Grundig)
Overal in Roermond komen mensen, vaak onder dwang, tevoorschijn. Het is eind januari 1945 en de geallieerden zijn vlakbij. Veel huizen zijn kapot en met het oog op bombardementen en beschietingen is het veiliger om in (schuil)kelders te wonen. De laatste weken is het overleven. Er is nauwelijks eten in de stad en de meeste waterleidingen zijn kapot waardoor er eigenlijk geen stromend water meer is. Toch wil iedereen blijven. De bevrijding is nabij! Vrijwel niemand meldt zich dan ook op het centrale verzamelpunt als op 21 januari 1945 de stad officieel wordt geëvacueerd. Zodra de Duitsers dit merken gaan ze over tot dwang. Roermond moet worden ontruimd. Straat voor straat wordt uitgekamd en niemand ontkomt meer aan de gedwongen evacuatie.

In een lange stoet gaan mensen lopend op weg. Bagage wordt gedragen of op een slee of (hand)kar voortgetrokken. Een paar mensen en kleine kinderen die echt niet zelf kunnen lopen mogen op wagens meereizen. Vooral de mensen met een slee hebben het zwaar. In Roermond ligt nog genoeg sneeuw, maar eenmaal op weg zet de dooi in. Na een lange, barre tocht komen de mensen aan in het Duitse plaatsje Brügge. Hiervandaan vertrekken tussen 22 januari en 23 februari naar schatting zestien treinen richting het noorden van Nederland. Tijdens het wachten worden de mensen tijdelijk ondergebracht in een voormalige fabriek. De omstandigheden zijn zwaar. Het terrein is overvol, en mensen worden ziek door de slechte hygiënische omstandigheden. Ook is er veel onzekerheid. Niemand weet wanneer de treinen vertrekken en waar ze naar toe gaan.

Het is niet duidelijk wie wanneer vertrekt. Sommige mensen mogen kiezen, anderen worden gewoon in een trein gestopt. Er zijn vrijwel alleen veewagons beschikbaar. Deze zitten zo vol dat iedereen moet staan, ook zwangere vrouwen en ouden van dagen. Vanuit Brügge gaat de reis stapvoets door Duitsland. Regelmatig wordt er gestopt. Soms omdat de locomotief tijdelijk gevorderd is, vaak om niet door geallieerden beschoten te worden. Tijdens deze pauzes moeten de mensen meestal in de trein blijven en moeten ze zich redden met het eten en drinken dat ze bij zich hebben. Het dunne laagje stro op de vloer helpt niet om warm te blijven en veel mensen lopen dan ook bevriezingsverschijnselen op. Enkele baby’s overleven de reis niet. Verschillende geallieerde luchtaanvallen zorgen voor doden en gewonden. Pas na een paar dagen tot een week komen de treinen weer in Nederland. Via Zwolle rijden ze naar Drenthe, Groningen en Friesland. Begaan met het lot van de evacués doen de Zwollenaren wat ze kunnen om te helpen. Om te voorkomen dat treinen doorrijden zonder hulp stellen ze een nachtwacht in zodat er altijd mensen paraat staan om brood, kaas, soep en melk uit te delen.

Kaart uit het boek
Kaart uit het boek

De drie Noord Nederlandse provincies zijn op de hoogte van de komst van de evacués. De hele oorlog door zijn er mensen vanuit heel Nederland in het noorden terecht gekomen. Dit is echter niet ter vergelijken met de grote toestroom van evacués en hongervluchtelingen tijdens deze laatste oorlogsmaanden. Er worden dan ook speciale evacuatiebureaus opgericht om alles zo goed mogelijk te laten verlopen. In Friesland komt het merendeel van de mensen in eerste instantie in Leeuwarden terecht, één van de eerste opvangsteden. Hier worden ze ontluisd, schoon geschrobd en medisch gekeurd. Eenmaal schoon moeten de evacués zich melden bij een van de verschillende grote gebouwen in de stad die dienst doen als eet- en slaapkwartieren.

Om te voorkomen dat met de komst van de vele, vaak ernstig vervuilde, evacués ziektes uitbreken moet iedereen zich aan strenge regels houden. Evacués mogen slechts kort kun kwartier uit. Ook worden er zowel in de slaapzalen als in de eetzalen ’s morgens en ’s avonds tellingen gehouden.

Veel inwoners van Leeuwarden werken, al dan niet betaald, voor de evacuatiedienst. Medewerkers dragen speciale armbanden en de nog in de stad aanwezige mannen krijgen een speciaal Ausweis. Dit laatste wordt bij ontslag overigens ook direct weer ingetrokken. Om ook ’s nachts evacués op te kunnen vangen hebben sommige medewerkers zelfs speciale dispensatie voor de avondklok. Omdat het niet bekend is of, en hoe laat, de treinen aankomen gaan er wel eens dingen mis. Zo heeft een groep van 100 net aangekomen evacués hun eerste nacht in Leeuwarden doorgebracht op de vloer van een nabij gelegen café voordat ze zich ’s ochtends konden melden bij het evacuatiebureau.

30.000 evacués. Limburg en Friesland verbonden door de oorlog
30.000 evacués. Limburg en Friesland verbonden door de oorlog
Na de eerste opvang worden de evacués verder over de provincie verspreid. De meesten (ca 8.500) komen in de gemeente Leeuwarden terecht. De gemeente Sloten krijgt de minste (ca 50 evacués). Alleen de Waddeneilanden, Harlingen en Lemmer krijgen officieel geen evacués toegewezen. Zij zijn onderdeel van de Duitse verdedigingslinie. In groepjes worden de evacués naar de dorpen en steden gebracht, waar ze bij particulieren in huis komen. Het is de bedoeling dat de mensen voorafgaand aan de komst van een evacué hiervan schriftelijk bericht krijgen. Vaak gaat dit mis en staat een evacué onaangekondigd op de stoep. Om er voor te zorgen dat iedereen onderdak krijgt zijn de Friezen verplicht de toegewezen evacués in huis te nemen. Doen ze dat niet, dan kunnen ze in het uiterste geval zelf hun huis verliezen.

Terugkijkend ging het samenleven van Limburgers en Friezen ondanks de dwang samenleven verrassend goed. Mensen moesten aan elkaar wennen. Verschillen in eten, geloof en taal zorgden soms voor misverstanden en onbegrip. Ook was er in een enkel geval sprake van misbruik of geweld. Maar meestal zijn er geen grote problemen. De grootste spanningen ontstonden pas na de bevrijding van Friesland. De dagen tussen de bevrijding in april/mei en de terugkeer naar Limburg tussen juni en augustus duurden over het algemeen het langst.

~ Meike Jongejan

Gebaseerd op mijn historische inleiding in: E. van der Noord, 30.000 evacués. Limburg en Friesland verbonden door de oorlog (Uitgeverij Louise, Grou 2011)

Zelfstandig schrijver en historicus. Onder meer gespecialiseerd in de Elfstedentochten van 1940, 1941 en 1942 in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog - evacuatie binnen Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog - de opvang van evacués, vluchtelingen, hongervluchtelingen in Friesland - (Joodse)onderduik in Friesland.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×