Het Witte Huis – Ambtswoning van de Amerikaanse president

Het Witte Huis in Washington is de ambtswoning van de president van de Verenigde Staten van Amerika. Lees hier over de geschiedenis van het gebouw.

De beroemde ambtswoning bevindt zich in Washington D.C., een federaal district in Amerika. President George Washington (1732-1799) bepaalde samen met planoloog Pierre L’Enfant de plek waar het gebouw gebouwd moest worden. Negen architecten streden vervolgens om de eer het pand te mogen bouwen. Die strijd werd in 1792 gewonnen door de Iers-Amerikaanse architect James Hoban. Bij de bouw stond het Leinster House in de Ierse hoofdstad Dublin centraal.

Na acht jaar bouwen was het bouwwerk op 1 november 1800 klaar. Het gebouw kostte in totaal $ 232.371,83. Aanvankelijk heette het huis Executive Mansion (Uitvoerend Herenhuis). Vanaf wanneer men het gebouw precies het ‘Witte Huis’ ging noemen is niet bekend. Wel is bekend dat het gebouw in 1798 voor het eerst, ter bescherming, wit werd geverfd.

Brand

Tijdens de oorlog van 1812 slaagden de Engelsen erin de nieuwe stad Washington in te nemen. Het gebouw werd in de nacht van 24 op 25 augustus 1814 door de Engelsen in brand gestoken. Het Witte Huis bleef echter staan en werd, volgens de overlevering, hierna wit geschilderd om de brandplekken te verbergen.

In 1901 ging het gebouw officieel Witte Huis heten. Tot ver in de twintigste eeuw konden bezoekers het gebouw eenvoudig in en uit wandelen. Na verkiezingen in 1829 besloten echter zoveel Amerikanen de verkiezingsuitslag in het pand te vieren, dat nadien besloten werd de veiligheidsmaatregelen wat aan te scherpen. Sinds de aanslagen van elf september 2001 is het gebouw nog moeilijker te bereiken.

Het Witte Huis heeft een vloeroppervlakte van 5110 vierkante meter, zes verdiepingen, 35 badkamers, 132 kamers en drie liften. Daarnaast bevinden zich in het gebouw onder meer een bowlinghal, filmzaal, zwembad en tennisbaan.

Boek: De strijd om het Witte Huis