Tegenwoordig staan er veel politieke herdenkingen op de agenda, vanwege het tweehonderdjarig bestaan van het koninkrijk Nederland. In 1813 keerde het Oranjehuis terug en werd de Nederlandse onafhankelijkheid hersteld. In 1814 kreeg Nederland een moderne(re) grondwet, gevolgd door de stichting van het het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, met Willem I aan het roer, in 1815. Ter gelegenheid van deze gedenkwaardige gebeurtenissen schreef historicus Arnout van Cruyningen het fraaie boek 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden.
Van Cruyningens boek is opgebouwd rond de zeven vorsten van het Huis van Oranje-Nassau, die elk een eigen hoofdstuk krijgen. Met name de monarchale ontwikkelingen staan centraal, maar ook thema’s als economie, onderwijs, religie, koloniale verhoudingen en defensie krijgen ruimschoots aandacht.
‘Vader Willem’
De zoon van stadhouder Willem V landde op 30 november 1813 – na een periode van ballingschap in Engeland – op het strand van Scheveningen en werd binnen enkele dagen uitgeroepen tot soeverein vorst Willem I.
Zoals algemeen bekend ontpopte Willem I zich tot een paternalistisch leider, die graag zelf de touwtjes in handen nam en het verenigde volk van het Noorden en Zuiden behandelde als zijn kinderen:
“In het noorden werd de introverte koning vereerd als ‘Vader Willem’, een ijverig, nauwgezet heerser met oog voor de belangen van hoog en laag. Het ideaal van de koning leek dat hij zou uitgroeien tot ‘Vader van een nationale christenheid’, bestuurder van de Kerk in de Nederlanden, met rooms-katholieke en protestantse afdelingen. Dit schone ideaal bleek onbereikbaar, maar dat belette de koning niet, zich intensief bezig te houden met kerkelijke aangelegenheden. Vooral met ‘zijn’ Nederlandse Hervormde Kerk had hij veel bemoeienis. Tegen hen die zich in 1834 afscheidden van de ‘Vaderlandse Kerk’ trad hij hard op.” (18)
Luie rechtenstudent Bernhard
Aardig is wat Van Cruyningen schrijft over de illustere prins Bernhard, de man van koningin Juliana (1909-2004). Bernhard was in zijn jeugd een opgewekte, ondeugende en zorgeloze jongen, die veel van dieren hield. Zijn gezondheid was broos, maar hij had een enorme levensdrift en herstelde enkele keren op miraculeuze wijze van ernstige aandoeningen. Bernhard was als student ook lui:
“Aan de Universiteiten van Lausanne en München was de prins een luie en enigszins opportunistische, maar zeer charmante rechtenstudent. Toen zijn vader in 1934 overleed, kwam er echter verandering in zijn houding. Bernhard werd serieuzer, ging naar de Universiteit van Berlijn en spande zich voor het eerst in om iets van zijn studie te maken. Teneinde examens te kunnen afleggen, sloot hij zich aan bij enkele nationaalsocialistische organisaties. Maar in het indiscrete interview dat na zijn overlijden en begrafenis verscheen, verzekerde prins Bernhard nog eens ‘met mijn hand op de Bijbel’ dat hij nooit een overtuigde sympathisant of aanhanger van de nazi’s is geweest. Na zijn afstuderen werkte de prins voor het chemieconcern IG Farben, waar hij snel opklom.” (97)
Slot
Het boek bevat diverse handige overzichten, zoals chronologische lijsten van minister-presidenten en kerngebeurtenissen uit de tweehonderdjarige geschiedenis van het koningshuis. De aanslag door Karst Tates op Koninginnedag 2009 is hierin bijvoorbeeld ook opgenomen. Het boek is zeer mooi geïllustreerd en opgemaakt en biedt – in afwisseling op het lopende betoog – leuke uitstapjes naar thema’s als vrouwenemancipatie, de infrastructurele veranderingen onder Willem I en oorlogen.
Boek: 200 jaar koninkrijk der Nederlanden – Arnout van Cruyningen