En weer is een tweehonderdjarige herdenking te vieren! Toen in de jaren 1813-1815 het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden ontstond, volgde ook een nationale reorganisatie van de Bijbelverspreiding via het nieuwe Nederlands Bijbelgenootschap (NBG), dat officieel in 1814 werd opgericht.
Fred van Lieburg, hoogleraar geschiedenis van het protestantisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, schreef een mooie studie naar aanleiding van het tweehonderdjarig bestaan van dit genootschap.
De eerste twee hoofdstukken gaan over het ontstaan van het Nederlands Bijbelgenootschap – het initiatief kwam van politici, predikanten en zakenlieden – en zijn chronologisch opgezet, gevolgd door zes thematische hoofdstukken over onder meer het internationale bereik, de organisatie, de bevordering van het Bijbelgebruik via onder meer kerken, verenigingen en scholen, de rol van het NBG bij Bijbelvertalingen en het werk van de organisatie in Nederlands-Indië.
‘Zonder Bijbel geen Verlichting’
Het motief van het in 1814 opgerichte Nederlands Bijbelgenootschap was, met een knipoog naar de liberale Verlichtingsidealen, ‘Zonder Bijbel geen Verlichting’. De naam van de idealist die deze spreuk bedacht is niet bekend, maar was afkomstig uit de kringen van een van de voorlopers van de NBG, het Nederlandsch Zendeling Genootschap. In juli 1812 tekende de secretaris uit diens mond de volgende argumentatie op:
“Daar de Godsdienstige Verlichting overal en ten allen tijde op de beste en zekerste wijze bevorderd wordt door het algemeen gebruik van den Bijbel, stelt men voor, om, op het Voorbeeld van andere, elders bestaande, Genootschappen, de taak op zich te nemen, om voor de meerdere verbreiding van dat dierbaar hemelgeschenk [de Bijbel] te zorgen.” (13)
Het initiatief kwam, niet verrassend, uit protestantse kringen, waar een sterke leescultuur en leestraditie heerste sinds de Reformatie. In katholieke kringen bestond van oudsher minder de noodzaak om Bijbels buiten de kringen van de geestelijkheid te verspreiden.
Buitenlandse invloeden
Verscheidene ontwikkelingen en gebeurtenissen leidden tot het ontstaan van de NBG: de protestantse opleving ten tijde van het Réveil, die een tegenstroom vormde tegen de Verlichting, een periode van oorlogen sinds vooral de jaren 1790 en buitenlandse voorbeelden:
“Binnen tien jaar was in een deel van de westerse wereld een hele reeks van bijbelgenootschappen, nauw verbonden met zendings- en traktaatgenootschappen, in het leven geroepen. De impuls was de behoefte aan een soort morele herbewapening na een lange periode van oorlog, leed en schade in tal van landen. Restauratie na revolutie betekende ook herstel van vroomheid en verlichting. Hernieuwing van de christelijke traditie leek de basis van de moderne beschaving.” (31,32)
Op de voorgrond
Op meerdere momenten in haar geschiedenis trad de NBG prominent op de voorgrond. Zo leverde de NBG vanaf 1859 trouwbijbels tegen 50 procent korting – vanaf dat moment kregen kerkelijk verbonden kersverse echtparen dus een huwelijksbijbel – en presenteerde de NBG zich op de Wereldtentoonstelling in Amsterdam en het Oriëntalistencongres in Leiden, beide in 1883. In de zomer van 1914 deed de NBG van zich spreken door een ruime Bijbelverspreiding onder gemobiliseerde militairen.
Bekend is ook de NBG-Bijbelvertaling van 1951, waarmee in 1926 een aanvang werd genomen. En natuurlijk het initiatief tot de recente Nieuwe Bijbelvertaling, die in 2004 af kwam.
Slot
Van Lieburg heeft een degelijk boek geschreven over een organisatie die met name in en voor protestants Nederland van groot belang is geweest. Naast dit waardige gedenkboek, zijn er ook allerlei andere activiteiten georganiseerd ter gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Nederlands Bijbelgenootschap. Zo werd op 8 februari 2014 in het Museum Catharijneconvent te Utrecht de tentoonstelling ‘Thuis in de bijbel’ geopend, vond op 28 juni 2014 in dezelfde plaats een groots Bijbelfestival plaats – dat door 2500 mensen werd bezocht -, en werd op 1 oktober 2014 de Bijbel in Gewone Taal gepresenteerd.