Bij archeologisch onderzoek in de Zutphense binnenstad aan de Halvemaanstraat zijn bijzondere resten uit de prehistorie gevonden. Het is volgens de onderzoekers voor het eerst dat er zulke duidelijke sporen uit omstreeks 1200 voor Christus zijn gevonden in Zutphen. Het gaat om resten van urnen (crematiegraven) die dateren rond 1200 voor Christus en resten van een nederzetting van 500 voor Christus.
De 3200 jaar oude urnen waren een verrassing. Met een urn wordt een handgevormde pot bedoeld die gebruikt werd om de gecremeerde resten van een overledene in te begraven. Dit kleine begraafplaatsje dateert uit de overgang van midden- naar late bronstijd (1200-1100 v.Chr.). Volgens de archeologen is dat zeer oud voor urnbegravingen.
“Toen het urnenveldje honderden jaren later niet meer als begraafplaats herkenbaar was, werd het terrein in gebruik genomen als nederzetting: een boerenerf. De bewoners lieten afval achter, zoals vele scherven van aardewerken potten. Deze bewoning vond plaats in het begin van de midden-ijzertijd (500-400 v.Chr.). Deze bewoningsfase duurde echter maar kort. Ook is het terrein regelmatig als akker in gebruik geweest, met als gevolg dat de oude urnen en andere crematiegraven soms flink beschadigd zijn geraakt.”
Uit jongere perioden zijn ook veel vondsten gedaan: middeleeuwse bewoning, gebruiksvoorwerpen en munten, een stuk vestinggracht en de kelders van veel kleine huisjes uit de negentiende eeuw. Die huisjes werden in 1967 gesloopt en tussen het puin vonden archeologen speelgoed van de kinderen die daar woonden, die nu rond de 60 jaar oud zijn.