Abd al-Malik, kalief uit de dynastie van de Omajjaden, een dynastie die van 661 tot 750 het Arabische Rijk bestuurde.
Abd al-Malik werd in 646 in Mekka geboren, groeide op in Medina en volgde zijn vader Marwan I in 685 op als kalief. De eerste jaren van zijn regering stonden vooral in het teken het Arabische imperium onder het gezag van de dynastie der Omajjaden te krijgen. Hij bestreed onder meer de Byzantijnen die Antiochië hadden heroverd, maar had ook veel te stellen met opstandige bewegingen zoals de Kharidjieten en sjiieten in Irak.
Onder Abd al-Malik werd het rijk gereorganiseerd. Zo moest in Syrië het Grieks en in Irak het Perzisch plaatsmaken voor de Arabische taal bij bestuurders. Dit ondanks het feit dat de meeste functies van het belastingstelsel door niet-moslims werden vervuld. Ook voerde Abd al-Malik een nieuwe munt in. Hij verving de Byzantijnse denarius door een nieuwe munt met daarin inscripties uit de Koran. Op deze en andere manieren probeerde hij de eenheid in het rijk te versterken.
Op de Tempelberg in Jeruzalem liet Abd al-Malik de Rotskoepelmoskee (ook wel Moskee van Omar genoemd) bouwen.